Wout Waanders
gelatine
in de schuur op een vlaams strand
smeerde joris gelatine in zijn haar
dan blijft het mooi naar achter staan,
zei hij. ik bond mijn zwembroekveters samen.
het was vroeg, de zee was leeg. wat ziet hij groen,
zei tobias toen hij naar het water wees.
joris deed wat gelatine in zijn haar,
wij renden naar de schuimkoppen toe,
die we wegtrapten. elke kop in de wind
eindigde honderden meters ver.
joris deed wat gelatine in zijn haar,
daarna zijn we gaan zwemmen.
toen we terug kwamen was vrijwel
heel het strand wit. dat verdomde schuim,
mopperde tobias. we zijn een kolonie algen,
zei joris en hij deed wat gelatine in zijn haar.