Paul Meeuws
GRAFFITI
(ter nagedachtenis van mijn vader)
Het zou u niet ontgaan zijn
die zondvloed aan spraakwater
die onze stad overspoelt als wij slapen
u zou het gesis van zijn slangentaal hebben gehoord
tegen klimop en ingemetselde glasscherven
u zou naar spelfouten hebben gezocht
in dat kleurige slib dat ramen verblindt en gevels verplat
tot een smoezelig schotschrift
ik zie u op een droge zeebodem staan en omhoog kijken
naar kreten die niemand meer leest
naar geraas dat niemand meer hoort
onthutste stokoude man in een rolstoel
alles schreeuwt om uw gefluister
u bewasemt meer dan u spreekt
in uw gestamel richt zich een muur op
die om beschrijving smeekt
om armen die als woorden vermomd
naar de hoogste richels reiken
en snakken naar een platdak
waarop men staan kan en zwaaien
naar een onbeschrijflijk verschiet.