Wat ik in Mensen die je misschien kent van Frouke Arns als een grondhouding ben gaan ervaren, is wat er staat in het eerste gedicht ‘Perspectief’: ‘Wat je ziet is dit: een wereld// zonder jou erin en toch is dit jouw wereld/ en alles wat je kent is daar: het huis, de straat, het kind lacht/ kinderdingen uit zijn keel.//’
Dat de wereld bestaat buiten jezelf om. Het leven gaat door, kan bestaan buiten ons om, buiten die ander om, wat je ook hebt beleefd, zeker als het om de natuur gaat.
Arns opent haar gedichten veelal anekdotisch, blijft dicht bij huis, maar verglijdt al snel in observaties die onder de radar van het alledaagse, het voor de hand liggende en het vertrouwde doorgaan. Het is een bundel geworden niet alleen met een observerende nuchterheid, krachtige en dan weer subtiele penseelstreken waarmee sommige beelden op papier worden gezet, maar ook met ‘streetwise’ geschreven teksten