Corrado Hoorweg is de enig overgeblevene van een vriendengroep van vijf dichters rond de in 1937 uit Duitsland via Parijs naar Nederland gevluchte humanist en dichter Wolfgang Frommel (1902-1986), in 1951 oprichter van het tot 2007 bestaande Duitstalige tijdschrift Castrum Peregriniwaarin hun gedichten – in vertaling – verschenen. Castrum Peregrini richtte zich nadrukkelijk op het levend houden van wat als een bij uitstek Europese traditie gezien werd: een humanistische mens- en cultuuropvatting gevoed door het gedachtegoed van de klassieke oudheid en het christendom.
Oorspronkelijk had Hoorweg het plan om alleen het vijftal voor het voetlicht te brengen, maar zich realiserend hoezeer zij pasten in een brede humanistische stroming, besloot hij de opzet aanzienlijk te verbreden. Het grootste deel van het boek is nu gewijd aan de uitgebreide behandeling van Willem Doorenbos als de leermeester van Tachtig en aan korte inleidingen op de dichters Perk, Kloos, Verwey, Gorter, Leopold, Boutens, A. Roland Holst en Ida Gerhardt, telkens besloten met een representatieve gedichtenkeuze.