Meandermagazine

Robbert-Jan Henkes - Nachttrotoir
‘Nachttrottoir’ van Robbert-Jan Henkes biedt volgens Anneruth Wibaut ‘virtuoos taalspel, humoristisch en respectvol toegepast. En door alle stijloefeningen is het ook een soort leerboek of naslagwerk voor dichters, je kunt er je kennis over alle poëtische stijlmiddelen, van vormvast en streng metrisch tot heel vrij, mee opfrissen.’ Henkes bewerkte het gedicht ‘Nacht. Trottoir. Drogist. Lantaren’ van Aleksandr Blok op zevenenzeventig verschillende manieren.
Aline Serverius
Een dichter met een strofe als ‘de nachten ademen behoedzaam/zandkastelen met vlaggetjes en al’ en een regel als ‘mijn benen nog geen grote klompen ijs’, neemt ons mee in de beelden die ze oproept, beelden waaruit we niet snel meer losraken, ‘tussen dichtbij en veraf ligt een land/ ondoorwaadbaar uitgestrekt’, of we aankomen is niet zeker, niet belangrijk ook.

Katelijne Brouwer -laat mijn egel met rust
Taco van Peijpe bespreekt ‘laat mijn egel met rust’ van Katelijne Brouwer: ‘Deze gedichten gaan over dieren, maar tegelijkertijd over menselijke gedragingen en gevoelens, die met milde ironie worden beschreven. De meeste gedichten in deze bundel brengen me in aangename poëtische of contemplatieve stemming, maar er zijn ook een paar bij die daarvoor te anekdotisch zijn en waarin alledaags menselijk handelen en beschouwen overheerst.’

Humor en poëzie
In de poëzie heeft humor vaak een bijklank van aardig, oppervlakkig, niet serieus. Willem Tjebbe Oostenbrink is voor humor in gedichten, gedoseerd, waar je overheen kunt lezen. En waar je tegen aan kunt lopen of over kunt struikelen, afhankelijk van bril en humeur. Humor als het spelen met dubbelzinnigheden in poëzie, kan een verrijking zijn.
Inès Al Share
Inès Al Share schrijft over diaspora, identiteit en culturele vervreemding en gebruikt poëzie als middel om te spreken over wat vaak onuitgesproken blijft. Het zijn bloemrijke gedichten voor de geduldige lezer, interessant en met een welkome nieuwe toon. De gedichten hebben voldoende zeggingskracht, ook al kunnen we als lezer niet ieder woord ontrafelen. Het is tijd dat we ook gedichten uit/over een andere cultuur publiceren.

Paul Demets - Moederkoren
Johan Reijmerink bespreekt ‘Moederkoren’ van Paul Demets: ‘Door de fascinatie die Demets heeft opgevat voor de films van de Belgische cineaste Chantal Akermans, is de intense zelfvervreemding en verwondering, afkeer en angst voor wie we zijn, zijn poëzie binnengekomen. De dichterlijke beleving van kindertijd tot volwassenheid komen langs, die de trekken van een spiegelpaleis vertoont waarin zich de nodige onvoorstelbare vertekeningen, verschuivingen en gedaantewisselingen aan het ik voltrekken.’

