Meandermagazine

Rogier de Jong - De kalenderman
In de ‘De kalenderman’ van Rogier de Jong staat de tijd centraal. Marc Bruynseraede ziet dat de dichter bij voorkeur in klare taal dicht over iets dat niet triest is, maar rijk aan melancholie en dat hij niet in banaliteiten vervalt. ‘Rogier de Jong lezen, nog vóór de lamp uitgaat, is een vanzelfsprekende beslissing voor de liefhebbers van zachtzinnige, tedere poëzie.’
Sta me bij
Dat er van ons misschien maar weinig of zelfs niets achterblijft als wij gestorven zijn, is dat waarom mensen bang zijn voor de dood? In een column van alle tijden schrijft Jan Loogman ‘Van de een blijft iets bestaan in mij: ik hoor de stem, ik voel de wang, ik weet hoe hij hierom zou lachen. Maar van een ander blijft niets in mij.’
Ton van Leeuwen
Licht ironisch, met humor en een vette boodschap, dat kan allemaal in poëzie. ‘Stilte wordt hier vrij vertaald’, ‘een museum dat dag na dag om vijf voor twaalf opengaat’, ‘de kijker op afstand gehouden en in verwarring gebracht’, dat doet dichter Ton van Leeuwen, ‘er ritselt iets in het gras’, ‘Een gedrongen koolzaadplant schreeuwt stop of ik schiet.’

Gustaaf Peek - Orang/oetan
Schrijver Gustaaf Peek maakt in de bundel ‘Orang/oetan’ zijn debuut als dichter. Francis Cromphout geeft aan dat de gedichten vanwege hun soberheid kracht uitstralen. Over de poëzie zegt hij: ‘’Zij bevat eigenzinnig geordende vrije verzen waar ieder leesteken uitgebannen is en die inhouden bevatten die de lezer tot uiterste concentratie nopen waarbij de dichter het volgende vraagt; ‘laat je buitmaken’.’’

Interview Jos van Hest (1)
Wat heeft Jos van Hest toch met readymades? Hoe herkent hij de taalkracht in iets wat hij toevallig hoort? Hoe onthoudt hij de teksten en hoe vormt hij ze om? Een inspirerend en enthousiast gesprek in 2 delen met voorbeelden van Hans Warren tot Cees Buddingh’, K Michel en Joke van Leeuwen, vandaag deel 1.

Jo Gisekin - Hoe licht vibreert
In ‘Hoe licht vibreert’ brengt Jo Gisekin taal en beeld samen. Zij doet dit met schilderijen van Vlaamse Meesters uit de Leiestreek. Tom Veys zegt: ‘Haar taal gloeit om de dingen, om het poëtisch in beeld te brengen van mensen, subtiel en vaak suggestief. Het tempo in de gedichten is één op één met de schilderijen. Ze creëert poëzie waarbij licht vibreert in gedachtegangen.'

