Uit de ruim 40 inzendingen rond het thema van de Poëzieweek 2019, Vrijheid, hebben we 8 gedichten geselecteerd. Daarvan publiceren we er vandaag 4.
Vluchteling
Vrij de lucht waarin wie vliegt
een niet verscheurde wereld ziet
van wolken, wisselend van vorm
en kleur, en aanzuigend hemelblauw
en onder zich een landschap
dat gaandeweg verandert
en wat daarin beweegt
verandert van nature mee
Maar down to earth is vrijheid toeval
en wie op drift is voor een oorlog
is als een kever die een zandhoop
over wil, maar terug- en op z’n rug valt
En soms schuift een opperwezen
dat zijn gespartel gadeslaat
hem nog een zandstorm toe
wanneer hij bijna boven is
© Job Degenaar
uit Hertenblues, uitg. Liverse, Dordrecht 2017, tweede druk 2018
Job Degenaar (Dubbeldam, 1952), schrijft vooral poëzie en over poëzie en heeft een flink oeuvre op zijn naam staan. Hij is voorzitter van het PEN Emergency Fund, een fonds dat gelieerd is aan PEN International en schrijvers in urgente nood, waar ook ter wereld, steunt. Hij verzorgt voor de Schrijversvakschool Groningen poëzielessen in Zwolle en was naast zijn schrijverschap ruim 35 jaar lang docent Nederlands, met name voor hoogopgeleide anderstaligen. Over de bundel Vluchtgegevens (2011) schreef Eppie Dam in de Leeuwarder Courant: : “Niemand schrijft hem – zelf geletterd en gelouterd – de wet voor, en in die vitale vrijmoedigheid gedijen zijn verzen.”
Talmoedisch
Het geheim van vrijheid is
Herinnering ruimten
Die gesloten blijven
Neem je spoorloos in
Vlees wordt steen
IJs wordt water
Langs de weg uit dat gat
Duren lippen tot later
© Levity Peters
Levity Peters (1951, Slikkerveer), beeldend kunstenaar/dichter.
In 2014 debuteerde hij met het lange gedicht Noord (uitgeverij De Manke God) dat op literair weblog De Contrabas door Bouke Vlierhuis als “ambitieus en lovenswaardig” werd omschreven en in Meander als “fraai voorbeeld van spannende typografie”.
Over zijn werk zegt Peters, “Al mijn vaardigheden zijn gericht op het zichtbaar maken van de meer verborgen kanten van de werkelijkheid.”
Voor Aylan
-foto te Bodrum, Turkije (2 september 2015)-
De zee duwt een kind haar lichaam uit.
Zij is een arm geamputeerd.
En een been, koude krassen in vel en vlees.
Bebloede ribben tot aan een hart van drie.
Vader, dat ik u van tranen tot tranen schrijven moet. Moet.
Deze vluchtweg is oeverloos verminkt. Etter op etter.
De laatste vluchthaven braakt een verlaten boot.
Strand en water. Wolken en zon. Een ventje, alleen.
Hoe schraal stil uw zoon slaapt aan de zee, zal ik hier eindeloos schreeuwen.
Dat zijn rood T-shirt doorweekt is, als waanzin.
De blauwe korte broek kletsnat. Kanker bij kanker.
Omdat een gezicht bijna in zand verdwijnt. Haast u. Haast u.
Hij blijft ruw hard liggen in mijn hoofd, handjes verdraaid naast het lichaam.
Vader, dit gaat nooit over. Nooit.
En dan nog een kind.
En dan nog een kind.
© Koen Vlerick
Koen Vlerick (Deinze, 1961). Schilder, dichter, beeldend kunstenaar. Autodidact.
“Uit liefde voor & uit afkeer van: Aan de hand van tekeningen, schilderijen, foto’s, gedichten en constructies getuig ik op een creatieve manier van een liefde voor het leven, de natuur, de aarde, vrede, vrijheid…
Maar mijn werk is ook een uiting van afkeer. Afkeer van het lelijke en gruwelijke in de wereld. Ik neem stelling tegen oorlog, armoede, discriminatie, milieuvervuiling, onrecht…
Dit is mijn primitieve manier van uitdrukken, van lachen en huilen.
Mijn middel tot communicatie.”
Speelruimte
De morgen draagt
een zomerjurk
en ik mag
erin spelen
zwierend wit
en waterblauw
langs kant
van hals
glijbanend
naar beneden
buikwaarts
dans ik
polka dot
knoop bloemen
losjes open
strik zon en licht
tot touw en spring
de dag gaat uit
de dag gaat in
© Annewies van Ess
Annewies van Ess (Beverwijk, 1956).
“Ik houd zo lang als ik weet van lezen en schrijven. Alledaagse dingen en situaties vinden in mijn hoofd een weg naar poëzie en proza. In mijn woonplaats Gouda ben ik als dichter (van Dichtersgroep Gheraert Leeu) lid van Kunststichting de Firma van Drie. Regelmatig doe ik als firmant mee aan optredens, exposities en samenwerkingsprojecten. Enkele van mijn gedichten zijn opgenomen in Goudse bundels en Stadsgedichtenbundels.“
(afbeeldingen Pixabay)
