Interviews

Interview Esohe Weyden
Taal speelt een gigantische rol voor Esohe Weyden. Zonder taal geen poëzie. Maar wat ze minstens even belangrijk vindt, is dat poëzie toegankelijk wordt voor een breder publiek. Haar droom is dat het elitaire imago dat poëzie vandaag nog vaak met zich meedraagt, wordt afgeborsteld. En ze hoopt dat iemand haar leest en denkt: dit is precies wat ik nodig had.

Interview Jan-Paul Rosenberg
‘Eerst is er niets meer dan de dichter en een idee’, zegt Jan-Paul Rosenberg. ‘Daarna komen de woorden.’ In essentie gaat het hem erom dat iemand die niets van de inhoud van het gedicht ‘begrijpt’, door het simpelweg te beluisteren toch zou moeten kunnen worden geraakt door de muzikaliteit ervan. Poëzie geeft ons een soort ‘metataal’ om het grote kleiner te maken en het kleine groots.

Interview Rogier de Jong
‘Een gedicht is geslaagd’, zegt Rogier de Jong, ‘als het die gehoopte mengeling van realisme en ontwrichting heeft waarop ik mik.’ Hij dicht heel veel, bijna elke dag, vaak vanuit een gevoel, een woord, een zinsnede die opwelt. Dat hij zijn werk wil delen, heeft niet zozeer met persoonlijke ervaringen te maken als wel met het feit dat het gedichten zijn en geen hartenkreten.
Interview Han Ruijgrok
Han Ruijgrok wil zoveel mogelijk zeggen met zo weinig mogelijk woorden. Wakker liggen betekent zijn tijd beter gebruiken door na te denken, en als hij geluk heeft vallen hem regels in voor een nieuw gedicht. Hij ervaart dat als een prettige werkwijze. Het vervolmaken vindt dan gewoon overdag plaats in de weken, soms maanden, erna. Pierre Kemp en Elly de Waard hebben hem beïnvloed.

Interview Steve Marreyt
Steve Marreyt houdt van dichters die erkennen dat ze losers zijn. En ook al gaan de stemmen in zijn debuutbundel oprecht op zoek naar een manier om de impasse te doorbreken, ze gaan voortdurend op hun bek. 'Het is allemaal ontzettend vermoeiend, we vallen makkelijk ten prooi aan defaitisme.' Schrijven lijkt hem altijd ingebed in een brede maatschappelijke discussie, waarom zou je anders schrijven?
Interview Dietske Geerlings
Dietske Geerlings zoekt de verbinding tussen de buitenwereld en iets in haarzelf, maar niet per se haarzelf. Die zoektocht gaat gepaard met een enorme gedrevenheid. Ze ziet haar werk bijna net zoals de middeleeuwers als een soort ‘gemeenschapsgoed’. Het zijn eindeloze variaties van 26 letters en de stilte daartussen. Ook een willekeurige ander had die variatie kunnen vangen. Iedereen mag ermee doen wat hij wil.
Interview Atze van Wieren
Atze van Wieren heeft nooit diep nagedacht over waar Rilke ‘staat’ in vergelijking met bijv. Goethe en Hölderlin. ‘Waarschijnlijk omdat ik geen literatuurwetenschapper, of Germanist ben, maar liefhebber van literatuur, met name poëzie.’ God bij Rilke is een boeiend onderwerp. ‘Helemaal als je de kosmos als God zelf ziet, immers dan is alles eeuwigdurend in Hem, die Liefde is, blijvend opgenomen.’
Interview Robin Veen
Het creatieve denkvermogen voor dichten is weg bij Robin Veen. Zoals hij vroeger poëzie kon schrijven ging dat bijna automatisch. Er gebeurde dan iets magisch. Het thema vergankelijkheid was altijd al zijn thema, al koos hij het niet bewust. Eigenlijk had hij vaak het idee dat hij zijn gedichten niet zelf had geschreven. Nu is hij oud werk aan het verzamelen, hoopt op nog een uitgave.
Interview Roan Kasanmonadi
Danser, dichter, psychiater in opleiding Roan Kasanmonadi houdt alle ballen in de lucht. Begonnen als spoken word-artiest heeft poëzie op het podium altijd wel zijn voorkeur. Met elke voordracht ontstaat weer een totaal nieuwe wereld, het zien en horen van een dichter kan teksten echt naar een andere dimensie brengen. Zijn absolute hoogtepunt was zijn optreden in de 41e Nacht van de Poëzie.