LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Archief

Interview Esohe Weyden
Interview Esohe Weyden
Taal speelt een gigantische rol voor Esohe Weyden. Zonder taal geen poëzie. Maar wat ze minstens even belangrijk vindt, is dat poëzie toegankelijk wordt voor een breder publiek. Haar droom is dat het elitaire imago dat poëzie vandaag nog vaak met zich meedraagt, wordt afgeborsteld. En ze hoopt dat iemand haar leest en denkt: dit is precies wat ik nodig had.
Hester Knibbe - Barcode van stilte
Hester Knibbe - Barcode van stilte
In de nieuwe bundel van Hester Knibbe, ‘Barcode van stilte’, onderzoekt de dichter of ze de barcode kan ontcijferen van stilte. Johan Reijmerink merkt op: ‘In alle afdelingen treden momenten van bezinning op waarin de ondervinding van vervreemding het zelfbeeld dreigt te ondermijnen. Dan is er toch op het laatst het perspectief van de kinderen die de toekomst symboliseren en de vervreemding doen wegebben. Een longread.
Dichters en hun omgeving
Dichters en hun omgeving
Volledig zichzelf zijn is volgens de uitspraak van de Franse dichter en dramaturg Paul Claudel slechts mogelijk als men één is met de omgeving, en dat is men als levend wezen in de eerste plaats door zich in de wereld te begeven, te kijken, te luisteren en de wereld in zich op te nemen. Een column over de eenheid tussen dichter en omgeving.
Kenneth Swaenen - Blos
Kenneth Swaenen - Blos
Ellis van Atten bespreekt de tweede de bundel van Kenneth Swaenen en zij geeft aan dat ‘Blos’ geen schaamrood op de kaken levert en geen opwinding, maar wel een inkijkje in het leven van de dichter en het herkennen van ervaringen, die kunnen uitnodigen tot zelfreflectie en tot zonder schaamte terugkijken. Van Atten concludeert dat het wat te beschrijvend blijft en te veel aan de oppervlakte naar haar zin.
Nieuwsbrief 32 / 31 augustus
Nieuwsbrief 32 / 31 augustus
Een Ierse dichter en zijn Hollandse neef
Een Ierse dichter en zijn Hollandse neef
Jan van der Vegt wijdde aan de invloed van Yeats op Roland Holst zijn afstudeerscriptie en daaraan werkend had hij een keer de gelegenheid de Prins der Dichters zelf te vragen wat de poëticale relatie tussen hem en Yeats was. Hij zag Yeats als een oudere neef, zei hij. Dat was een goede karakteristiek: ze hadden trekken gemeen, maar elk had zijn eigen persoonlijkheid.
Vincent Van Gelder
Vincent Van Gelder
Met soms heftige beelden, het wolfshongerig happen, het kind dat valt, de doodsdoek met het parfum van de moeder, pakt deze dichter ons vast en voert ons door droom en daad. Een opeenvolging van schreeuwend geboren worden, regels als ‘Dauwladders van grasspriettop / tot bodem breken tussen tenen / Zolen voeren koele zelfgesprekken’ verlangen naar meer.
Maarten Buser - Opgeslagen locaties
Maarten Buser - Opgeslagen locaties
In ‘Opgeslagen locaties’ van Maarten Buser onderzoekt de dichter de wereld aan de hand van beelden die hem zijn bijgebleven. Volgens Peter Vermaat heeft de bundel meer het karakter van een tentoonstelling: ‘Nooit komen we Buser enigszins nabij, hoogstens in plotselinge en kortdurende reflecties in een winkelruit of autospiegel. Dat kan een keuze zijn van de auteur, maar als lezer mag ik daar iets van vinden.’ Een longread.
Interview Jan-Paul Rosenberg
Interview Jan-Paul Rosenberg
‘Eerst is er niets meer dan de dichter en een idee’, zegt Jan-Paul Rosenberg. ‘Daarna komen de woorden.’ In essentie gaat het hem erom dat iemand die niets van de inhoud van het gedicht ‘begrijpt’, door het simpelweg te beluisteren toch zou moeten kunnen worden geraakt door de muzikaliteit ervan. Poëzie geeft ons een soort ‘metataal’ om het grote kleiner te maken en het kleine groots.
Tom Veys - Dan strekt de zee in me door
Tom Veys - Dan strekt de zee in me door
In deze longread bespreekt Ivan Sacharov ‘Dan strekt de zee in mij door’, het debuut van Tom Veys. Volgens de dichter is het zijn poëtische biografie. De zee speelt een grote rol. Sacharov komt een gedicht tegen dat meteen voelt als een klassieker. De bundel straalt optimisme uit: ‘De lichtheid van toon en de focus op het zintuigelijke door het beeldende taalgebruik geven soms fraaie resultaten.’
Onvoltooid verleden tijd en voltooide tegenwoordige tijd als film en dia
Onvoltooid verleden tijd en voltooide tegenwoordige tijd als film en dia
Deze column gaat over lessen van het Nederlands, die Willem Tjebbe Oostenbrink op school niet heeft gehad. Bij de Engelse les over grammatica kreeg hij al in het eerste jaar uitgelegd wanneer de onvoltooid verleden tijd (ovt) en de voltooide tegenwoordige tijd (vtt) worden gebruikt. Hij verlangt naar duidelijkheid - in de zin van dingen zo te zeggen dat die begrijpelijk overkomen.
Daniël Vis - Aan wie, deze offers
Daniël Vis - Aan wie, deze offers
Volgens Jac Janssen hebben de gedichten in ‘Aan wie, deze offers’ van Daniël Vis een grote zeggingskracht. Ze raken diepere lagen die in ons allen schuilen: ‘Verlangens die het individu te boven gaan, existentiële twijfel en wanhoop die van alle tijden zijn. Terwijl de intimiteit in sommige regels weer zó dichtbij is dat je er bijna niet naar durft te kijken.’ Janssen vindt het een bundel om te koesteren.
Nieuwsbrief 31 / 24 augustus
Nieuwsbrief 31 / 24 augustus
Paul Rodenko - de alchemie van het woord
Paul Rodenko - de alchemie van het woord
Voor Pieter Sierdsma is Paul Rodenko de uitvinder van sensibiliteit in de beweging van het woord en de taal. Toen hij op de middelbare school het gedicht Februarizon in zijn schoolagenda las, waaide dat als een zachte wind in het gezicht, verrassend, herkenbaar, maar toch anders, nieuw gevonden. En nog steeds is zijn werk zuiver als een muzikale beweging van woord en taal.
Peter Gielissen
Peter Gielissen
Met regels als ‘Ik wil eigenlijk alles zijn. Voor altijd. / Een vrije val door een ventiel naar een groot elders.’, terwijl de dichter begint met ‘Houd niet van mij, want ik ben dichter bij de dood;’, wat kunnen we anders dan blijven lezen en ons ‘in gedachten laten wiegen naar een laatste dok’ met deze gondelier.
Het commentaar op Willem ten Berge
Het commentaar op Willem ten Berge
Hans Franse heeft zich verdiept in dichter Willem ten Berge (1903 – 1969), die op jonge leeftijd in de extatische katholieke sfeer van twee tijdschriften ook twee bundels publiceerde. Hij heeft daarna weinig meer gedaan met zijn dichterschap. Interessant voor die tijd is dat er een katholieke massabeweging ontstond die Mussolini vereerde. Op demonstraties en spelen werd de fascistische groet standaard gebracht. Dichters en schrijvers voelden zich hier sterk tot aangetrokken.
Interview Rogier de Jong
Interview Rogier de Jong
‘Een gedicht is geslaagd’, zegt Rogier de Jong, ‘als het die gehoopte mengeling van realisme en ontwrichting heeft waarop ik mik.’ Hij dicht heel veel, bijna elke dag, vaak vanuit een gevoel, een woord, een zinsnede die opwelt. Dat hij zijn werk wil delen, heeft niet zozeer met persoonlijke ervaringen te maken als wel met het feit dat het gedichten zijn en geen hartenkreten.
Froukje van der Ploeg - Soms blijft iets
Froukje van der Ploeg - Soms blijft iets
De gedichten in ‘Soms blijft iets’ van Froukje van der Ploeg kunnen Peter Vermaat niet bekoren: ‘’Vermoedelijk ligt de oorzaak voor mijn leeservaring vooral in de bespiegelende aard van de teksten, het – enigszins beteuterde – terugkijken van nu naar vroeger en het af en toe wat klagerige verwijzen naar slachtofferschap van de vrouw – niet alleen door biologisch bepaald ongemak, maar toch ook door ‘het verschijnsel man’’’
De eerste honderd (4)
De eerste honderd (4)
Wim van Til over de eerste Lucebert die hij kocht, geen impulsaankoop, maar een weloverwogen keuze. Veel had hij ook aan een studie van Ad den Besten, ‘Ik uw dichter’. In de uitverkoop voor 2 gulden maar van onschatbare waarde voor zijn dossier. En als bijkomstigheid, het was het eerste poëziestudieboek in zijn verzameling. Iets voor een nieuwe serie?
Maricela Guerrero - De droom van elke cel
Maricela Guerrero - De droom van elke cel
Het thema van ‘De droom van elke cel’ van Maricela Guerrero vertaald door Lisa Thunnissen, is het voeren van een talig verzet van inheemse talen die de wereld van cellen, bomen en wolven vertolken, tegen de taal van het zogenoemde imperium dat ontgint, verbrandt en bomen velt. Francis Cromphout is onder de indruk van deze poezie van ‘ruisende woorden’. Speciale aandacht is er ook voor de vertaling van Thunnissen.
Nieuwsbrief 30 / 17 augustus
Nieuwsbrief 30 / 17 augustus
Van A tot Z, een monument voor een dichter
Van A tot Z, een monument voor een dichter
Hans Franse vindt Lennaert Nijgh, een van de beste tekstschrijvers uit de laatste jaren van de twintigste eeuw, een dichter. Hij wisselde teksten over de tijdgeest af met poëtische tijdloze teksten, en gebruikte in eindeloze variatie de letters van het alfabet voor liedjes, columns, musicals en boeken: vandaar de A tot en met de Z.
Clara de Groen
Clara de Groen
Het werk van Clara de Groen begint al meteen goed met de dag openbreken met yoghurt en klei en dat slaaphaar. Formuleringen die vaak sober zijn maar wel doeltreffend: de vogels die laag vliegen en de kikkers die hoog springen, ganzen die rijpe wolken naar beneden trekken, papieren zonnebloemen beschilderen en ze bevestigen met bloementape. Een fijngevoelige dichter, maar zonder sentimentaliteit.
Anouk Smies - De Blob
Anouk Smies - De Blob
In ‘De Blob’ borduurt Anouk Smies verder op de gelijknamige film over een levend wezen met een amorfe substantie dat zich voedt met andere organismen. Anneruth Wibaut zegt: ‘Nee, het zijn niet de gevoelens, groot of klein, die de gedichten van Smies kenmerken, veeleer beelden, vaak barok of in bizarre combinaties. Ze lezen daardoor als het script voor onthutsende tekenfilms met een komische toets.’