Archief
Klassieker 277 : Runa Svetlikova – Een spiegel ziet zichzelf niet
Joost Dancet bespreekt 'Een spiegel ziet zichzelf niet', een gedicht van de Vlaamse dichter Runa Svetlikova (°1982) over spiegels, lekkere drankjes, gebroken glazen ... en jezelf kwijtraken.
Wie zit er achter het podium (5)?
Wie zit er achter het podium (5)? Een serie korte gesprekken met organisatoren van poëziebijeenkomsten. In de vijfde aflevering verwoordt Dick van Hoeve alles over de Dichterskring Alkmaar die volgend jaar veertig jaar bestaat. ‘We zijn waarschijnlijk de enige vereniging die zijn statuten in dichtvorm bij een notaris heeft gedeponeerd.’ Wat poëzie kan betekenen verwerkte hij in een gedicht.
Sandra Roobaert - De inventaris van wat blijft
Tom Veys is onder de indruk van ‘De inventaris van wat blijft’, het debuut van Sandra Roobaert. Hij zegt: ‘het is meer dan een inventaris, het is een geslaagde en gelaagde debuutbundel waarbij verwondering en maatschappijkritiek verschillende kansen krijgen, zowel door taal, als door inhoud.’
Abel Dossche
Met prachtige regels als ‘De regie in handen van wat niet verkeerd begrepen mocht: / geen figurant speelde ooit wie werelds en veelzeggend was’ is Abel Dossche een behoedzame dichter, origineel, teder, relativerend, samenvattend en wijzend op het magische in onze alledaagse dingen. Een gedicht zoekt jou op en vindt je uiteindelijk in al zijn woorden.
Rikkert Zuiderveld - Elke dag vers
Inge Boulonois bespreekt ‘Elke dag vers – 365 liedjes, gedichten en meer’ van Rikkert Zuiderveld: ‘Aan kwaliteit en variëteit qua vorm en inhoud van zijn poëzie geen gebrek. Zuiderveld is een vakkundig versificateur, of hij nu een sonnet, de ervan afgeleide sonnettette en sonnettine, een ollekebolleke, trijntje fop of limerick creëert.’
Nieuwsbrief 2 / 14 januari
De moeder het water
Martinus Nijhoff tegenover Rutger Kopland, ‘De moeder de vrouw’ tegenover ‘De moeder het water’. Rogier de Jong heeft zich tijdens de feestdagen vermaakt met een beschouwing over een opdracht die Kopland ooit kreeg van NRC Handelsblad om een gelegenheidsgedicht over de nieuwe brug bij Bommel te schrijven. Daarvoor moest hij over Martinus Nijhoff heen.
‘From the river to the sea …'
Wat is een woord? Wat is de betekenis van een woord? En waaraan ontleent een woord zijn betekenis? De leuze in kwestie betekent voor verschillende mensen verschillende dingen. En wie is er toondoof voor de context waarin hij leeft? Marc Bruynseraede in een zeer actuele column: verstoring van de orde of filosofische duiding?
Johannus van der Sluis - De groenvoorziening
In ‘De groenvoorziening’ van Johannes van der Sluis staan tafereeltjes die uit het leven gegrepen zijn, zegt Ivan Sacharov. Het voorwoord is door de dichter zelf geschreven en daar moet een reden voor zijn: ‘het voorwoord is óf een excuus, óf een manier om de lezer erop te wijzen dat er een diepere laag in deze teksten zit. Ik wil van het laatste uitgaan (waarschijnlijk klopt het allebei, maar excuses voor gedichten accepteer ik niet).’
Interview Zoë van de Kerkhof
Zoë van de Kerkhof is van jongs af aan bezig met gedichten, theater en verhalen. Bij het stadsdichterschap van Leiden komen haar passies allemaal mooi bij elkaar. Ze vindt dat ze er als stadsdichter voor iedereen moet zijn. Ze draagt haar gedichten liever voor dan ze op papier te laten lezen, de wisselwerking tussen dichter en publiek is bijna magie.
Hedwig Du Jardin - Licht happen
Jeroen van Wijk bespreekt de bundel ‘Licht happen’ van Hedwig Du Jardin: ‘De bundel is gevuld met kwalitatief prima gedichten, maar is inhoudelijk niet heel vernieuwend. Het bevat interessante uitgangspunten en observaties die helaas nooit tot hun volle potentie worden uitgewerkt.’
Wie zit er achter het podium (4)?
Wie zit er achter het podium (4)? Een serie korte gesprekken met organisatoren van poëziebijeenkomsten. Waarom doen ze het, waarin onderscheidt hun podium zich van een ander, waarom hebben ze zoveel met taal, stellen ze voorwaarden? In de vierde aflevering Beppie Lotterman, dyslectisch en daarom altijd bezig met taal. ‘Poëzie is kunst vanuit het hart.’
Stefaan van den Bremt - Leenman
In de bundel ‘Leenman’ van Stefaan van den Bremt, zijn de meeste gedichten volgens Peter Vermaat sterk geworteld in de ‘liederen’ van de middeleeuwse mystica Hadewijch: ‘Van den Bremt zet in deze poëzie de echo van de taal van Hadewijch in voor een groter, veel groter ruimtelijk effect’. Een longread.
Nieuwsbrief 1 / 7 januari
Bewering over het hiernamaals
Jan Loogman denkt aan de dood. Dankzij het denken (ach, en waarom dan niet ook het fluisteren of spreken?) van de nabestaande bestaat de dode voort. Het Grote Nergens draagt iedere levende met zich mee. ‘O, als ik dood zal, dood zal zijn / kom dan en fluister, fluister iets liefs,’ smeekte Leopold.
Miel Vanstreels
Niet gewoon een oude man op een racefiets (zijn woorden) maar een dichter die zijn route in kaart brengt door alles te noteren. Met humor en een beetje weemoed, relativerend, puntig, een gevecht tegen de tijd, maar steeds weer door, de bochten scherp.
Interview Jean Pierre Rawie
Jean Pierre Rawie over de misvatting van ‘light verse’, hoe een strakke vorm geen beperking is maar een verrijking, de Nederlandse neiging iedereen in een hokje te plaatsen, het raadsel van een geslaagd gedicht, uiterste concentratie, hoe je steeds minder te zeggen hebt naarmate je meer hebt gezegd, de moedertaal en vertalingen en de eigentijdse behoefte oorspronkelijk te zijn.
Handboek H.C. ten Berge
Onder de redactie van Piet Gerbrandy, Mathijs Sanders en Carl de Strycker kwam het ‘Handboek H.C. ten Berge’ uit. Onno-Sven Tromp verdiepte zich erin:
''Zoals je poëzie kunt opvatten als een tot mislukken gedoemde poging om het onzegbare te zeggen, zo kun je 'Ten Berge handboek' beschouwen als een tot mislukken gedoemde poging om een ongrijpbare dichter te (be)grijpen.''
Nieuwjaarswens
Wij wensen u een gelukkig nieuwjaar!
Ingmar Heytze - Voor jou altijd alles / Verzameld werk
In een longread bespreekt Peter Vermaat het verzamelde werk van Ingmar Heytze: ‘Voor jou altijd alles’. Hij vindt de poëzie van Heytze zonder twijfel onderhoudend, maar zegt ook: ‘Het is klein leed dat de klok slaat, Heytze is geen dichter die de lezer net zo lang te grazen neemt tot de rafels erbij hangen.’
Nieuwsbrief 50 / 31 december
Terug te vinden: een verloren dichter
Je kunt J.H. van Dijk geen ‘vergeten dichter’ noemen, want op enkele lezers na heeft niemand zijn werk gekend. Zijn poëzie fascineerde Jan van der Vegt omdat ze in het post-experimentele poëzieklimaat van de jaren ’60 een eigen stem liet horen. Hij verbond agressieve natuurkrachten en seksualiteit met de technische krachten die de kosmos bereikbaar maken en de wereld bedreigen.
Vergeten dichters (X)
Zijn deze dichters vergeten? Werk van Tsjêbbe Hettinga, Arend Serné en P.C. Koning. Randstedelingen en vrijbuiters, eilandbewoners en kluizenaars, reizigers en thuisblijvers. Ze wilden gehoord worden maar streefden geen bewondering na. Ze waren en zijn inspirerend en ontroeren tot op heden.
Marc Reugebrink - Om honing gaat het niet
Marc Reugebrink komt na 32 jaar weer met een nieuwe bundel. Over ‘Om honing gaat het niet’, zegt Marc Bruynseraede: ‘Ik voel in het hele schrijven van Reugebrink de hunkering om iets moois en échts tot stand te brengen, waarmee hij ONTKOMEN kan aan de doem van de zinloosheid en dat BLIJVEND kan zijn, van betekenis.’