Archief
Nieuwsbrief 43 / 10 november
Bij de rozen
Een vraag van een collega deed Rogier de Jong diep nadenken: moet een dichter in de eerste plaats zichzelf niet trouw blijven en daarmee het publiek durven tarten? Diep in zijn hart wist hij eigenlijk wel dat hij niet dichtte voor applaus oftewel aandacht. Maar waarom keek hij dan wél steeds naar die onnozele duimpjes op de 'socials'?
Jeroen van Wijk
Jeroen van Wijk levert als dichter (en vast ook als kunstenaar) originele beelden, ook heeft hij een sterk taalgevoel en een goed gevoel voor ritme. Soms alleen maar een hint naar rijm, een simpele herhaling, toch bedelt hij ‘vertel verhalen voor iemand zoals ik’ / ‘vertel alsjeblieft een verhaal / waar de nacht een knuffel is / zacht van stof‘ (…)
Willem Thies - Wachtend op eerste constructies
In ‘Wachtend op eerste instructies’ van Willem Thies treft Peter Vermaat de ondeelbare tweeheid aan: ‘In ontologisch perspectief schildert Thies in deze gedichten niet zozeer de wederzijdse houdgreep van goed en kwaad of van opslokken en ontbreken, maar veel meer de gelijktijdige parallelliteit van dit alles. Naast het waarneembare waart iets vergelijkbaars rond aan de andere zijde van het onkenbare scheidsvlak tussen hier en daar, het onzichtbare en ontastbare membraan tussen het nu en het geweest zijn of het nog wordende.’
Interview Jan J. Pieterse
Een geslaagd puntdicht is, volgens Jan J. Pieterse, als bij het lezen of voorlezen het beeld dat, of de gedachte die hij voor ogen heeft, overkomt bij het publiek dankzij zíjn manier van verwoorden, zíjn ritme en zíjn timing. Hij is geen sneldichter, hij neemt graag rustig de tijd voor het samenstellen van een bundel.
Jean Pierre Rawie - Verzamelde gedichten
Hettie Marzak verdiepte zich in de ‘Verzamelde gedichten’ van Jean Pierre Rawie. In diverse versvormen dicht hij ‘in een taal die tegen de charme van het archaïsch woord aanleunt, maar die nooit geforceerd of overdreven aandoet.’ Zijn enorme eruditie blijkt uit de talloze vertalingen van gedichten in verschillende talen. ‘Deze verzamelbundel getuigt van vakmanschap, bezieling en gedrevenheid, alles binnen een zelf opgelegde restrictie, die dwingt tot concentratie en vindingrijkheid.’
Gedichten over lesgeven
Ko van Geemert liet – lang geleden - buurkinderen strafregels schrijven en ze deden het ook nog. Dat lag geheel, dat zag hij toen al, aan de volgzame kinderen. Zijn Plantage Poëzieprijs werd in 1994 gewonnen door Jan Bommerson die de regel schreef, ‘Ik krijg jullie wel, ik weet nog niet hoe / Maar wacht maar tot ik groot ben, later.’
Robin Veen – De zwaluwen zijn dit jaar niet gekomen
Paul Roelofsen bespreekt de bundel ‘De zwaluwen zijn dit jaar niet gekomen’, van Robin Veen. Hij vindt dat de keus van de dichter om over te gaan op de vaste vorm van het sonnet, een schot in de roos is geweest. De gedichten zijn van een hoog niveau en hij beveelt de bundel van harte aan.
Nieuwsbrief 42 / 3 november
Geen gebrom van oude heren
Oude mensen blikken terug op hun leven en denken over de dood. Niet elk oud mens doet dat. Een oom van columnist Jan Loogman bereikte, net als Jake uit Fup, a modern fable van Jim Dodge, de leeftijd van honderd jaar. Beiden leefden zoals Catullus het beschreef: 'Leven, Lesbia, is liefhebben / en geen rode duit geven / om het gebrom van oude heren.'
Elise Vos
Dichter Elise Vos debuteert volgende week. Eerder vertelde ze al dat het creëren goed is voor je brein, ‘als je tenminste de slapeloze nachten niet meetelt.’ Ze is ervan overtuigd dat er altijd iets moois schuilt in iets donkers. Haar woorden schudden ons wakker, beroeren en verplaatsen ons, welk verhaal vertellen wij voor het slapengaan?
Interview Frank Pollet
‘Niet de mens, maar zijn werk, maakt de dichter’, zegt Frank Pollet. ‘Schrijven is hard werken, en gaat traag vooruit. Ik schrijf niet graag. Ik pruts liever tot er iets staat dat me aanstaat. Ik noem me niet meteen een dichter maar een prutser. Of een technicus. Ik heb een obsessie voor het juiste woord.’
Verzamelbundel - Het gras lacht groen
De verzamelbundel ‘Het gras lacht groen’, wil met klimaatgedichten en korte verhalen hoop bieden voor de toekomst. Kamiel Choi vindt de bundel prachtig vormgegeven met mooie illustraties erin, maar mist een gebrek aan humor om klimaatontkenners op andere gedachten te brengen. Hij vreest dat de bundel ‘te lief is om te zorgen voor reuring en een verschuiving in het denken van zijn lezers.’
Michiel J. Ris
Er zijn niet veel dichters die over hun grootouders schrijven en dan ook nog eens in mooie zinnen als ‘hij droeg zijn Alzheimer als een natte sok in nette schoenen’. Een verademing om te lezen, deze stromende zinnen met de Lethe als symbool voor de bron, de levensstroom. Het geheel ademt de vertrouwde sfeer van toen en ontroert.
Ali Şerik - De zachte veren van de tijd
Ali Şerik beschrijft in zijn bundel, ‘De zachte veren van de tijd’, in epische verzen, het lot van vluchtelingen in deze tijd en weeft de verhalen van vroeger erdoorheen. Anneruth Wibaut is zeer te spreken over de rijke taal en de bundel in zijn geheel: ‘Ali Şerik heeft een groots werk geschreven waarmee hij vluchtelingen hun volwaardige plek als mens geeft in de geschiedenis. De toekomstzoekers worden individuen onder zijn handen.’
Nieuwsbrief 41 / 27 oktober
Des dichters werk
Wopke van der Lei pleit ervoor dat Meander meer gaat doen voor poëzie op school en een lans breekt voor meer poëzie in het voortgezet onderwijs. ‘Gedichten lezen verbetert de leesvaardigheid van de lezer. We moeten de taal boven het thema plaatsen en wie goed leest, krijgt de inhoud automatisch mee. Bovendien scherpt het vaak aanwezige puzzelelement in gedichten het puberbrein.’
Inge Boulonois
‘Licht verteerbaar met een aangename nasmaak’, zei een recensent eens van de poëzie van Inge Boulonois. Volgend jaar hoopt ze ter gelegenheid van haar tachtigste verjaardag een zevende bundel uit te geven. Ook deze nieuweling zal lichtvoetig worden en naast gebonden gedichten als sonnetten, topo’s, epigrammen wederom kleurige pictobollekes en figuurverzen herbergen. Alvast een voorproefje van de bundel.
Rob de Vos-prijs 2024 Eervolle vermeldingen II
De drie laatste dichters uit de top 10 die genomineerd waren voor de Rob de Vos-prijs 2024 stellen zich vandaag voor met de publicatie van hun gedicht. Ook is het jurycommentaar weer te lezen. Een eervolle vermelding voor Nanny Luijsterburg, Els de Groen en Liesbeth V. Hafenrichter.
Interview Willem Thies
Een openhartig en filosofisch interview met dichter Willem Thies over tijd en ruimte om over je eigen werkelijkheid te schrijven (en een tijd voor ándere werkelijkheden en werelden, en perspectieven), over mythen en hun betekenis, zijn bronnen, buitenlandse poëzie, liefdespoëzie, engelen, oorlogen, relaties tussen mensen, het Ik, schrijfprocessen, intuïtie en doelgerichtheid, en hoe hij zijn taal laat kleuren.
Rob de Vos-prijs 2024 Eervolle vermeldingen I
De winnaars van de Rob de Vos-prijs 2024 zijn inmiddels bekend. De overige genomineerde dichters uit de top 10 krijgen een eervolle vermelding. Zij stellen zich voor met de publicatie van hun gedicht. Vandaag het eerste deel met dichters: Elise Vos, Hanneke Middelburg, Rob Boudestein en Annika Cannaerts
Romain John van de Maele
‘Ik ben een introverte schaduwloper’, zei Romain John van de Maele eens over zichzelf. ‘Iemand die de stilte zoekt en nodig heeft.’ Als dichter streeft hij ernaar om inzichten en ervaringen te delen, toegankelijk te zijn, en wanneer hij daarbij gebruikmaakt van metaforen, zijn die vaak door de natuur geïnspireerd. Dat geldt ook voor zijn nieuwe bundel waaruit we hier mogen delen.
Hannes en Hassan weten meer dan jij
Volgens Jeanine Hoedemakers hebben volwassen ergens in zich een jeugdige lezer bewaard die kan genieten van jeugdpoëzie. Ze bespreekt de bundel van Edward van de Vendel met de titel: ‘Hannes en Hassan weten meer dan jij’. Op ludieke wijze maken we kennis met de belevingswereld van de twee katten op de cover: ‘De linker kat is Hannes en de rechter Hassan. Het zou best andersom kunnen zijn natuurlijk. Ze kijken je allebei aan en je begrijpt dat je het fout doet.’