Margerite Luitwieler – Op hoge hakken de trap op rennend
Op hoge hakken de trap op rennend van Margerite Luitwieler is een kunstenaarsboek waarin tekst en beeld een fraaie eenheid vormen. Het had een uitgave verdiend op groot formaat.
Op hoge hakken de trap op rennend van Margerite Luitwieler is een kunstenaarsboek waarin tekst en beeld een fraaie eenheid vormen. Het had een uitgave verdiend op groot formaat.
In Overwoekerd doet Tsaed Bruinja Tsaed Bruinja. Het gedicht ‘In Basel’ is daarbij het beste dat de bundel te bieden heeft: een uitermate goed gelukt portret van de dichter als mens en van die mens als dichter.
Volgens Johan Reijmerink is een belangrijk kenmerk van K. Michels dichterschap diens afkeer van het gebruik van ‘grote’, naar universele abstracties reikende woorden, omdat deze ons snel het contact met de ons omringende werkelijkheid kunnen doen verliezen. In Bij eb is je eiland groter is Michel er opnieuw in geslaagd – net zoals in zijn vorige vier bundels – om het taalregister van alledaagse woorden een poëtische lading mee te geven.
Bouke Vlierhuis las Wouter Godijns Wiegeliederen en blaaskikkermuziek en genoot van de hilarisch-hyperbolische beeldtaal erin, al realiseert hij zich dat dit ook een zelfondermijnend aspect is. Maar Godijn lezen is nu eenmaal je onderdompelen in onzekerheid.
Volgens Johan Reijmerink gaat de poëzie van Peggy Verzett in Vissing ten onder aan een kakofonie van geluiden, doordat de lezer te grote sprongen moet maken. Verzett doet nauwelijks een poging om te voorkomen dat de lezer op doodlopende dwaalwegen van betekenis achterblijft.