LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Columns

Wild Thing
Wild Thing
Wat Karel Wasch betreft is de scheidslijn tussen popteksten en poëzie altijd een dunne geweest. Neem Bob Dylan, hij kreeg de Nobelprijs voor literatuur! Iemand waar je geen poëtische teksten van verwacht is Jimi Hendrix. In deze column zijn lied 'Castles Made of Sand'. Ook de nummers 'Angel', 'Little Wing' en 'The Wind cries Mary' hebben zo’n lading en zijn voorzien van prachtige teksten.
Gouden tip
Gouden tip
Gouden schrijftips bestaan niet. De een is een snelle werker, de ander een trage, maar elke schrijver en dichter passeert telkens weer de verschillende etages in de schrijfpyramide. Columnist Jan Loogman ligt na enkele dagen schrijfretraite met een paar gedichten op de bovenste etage, dat is de plek waar zijn ongeduld zich het beste thuis voelt.
Het mondkapje van Hugo
Het mondkapje van Hugo
Hugo Claus, de alleskunner uit de zuidelijke lage landen, had op gevorderde leeftijd een sterke drang om zijn gedichten door de stofkam te halen. De wijsheid komt met de jaren, maar het is de vraag of het corrigeren van ‘jeugdzonden’ een vorm van voortschrijdend inzicht is of van schaamte. Of wilde Claus ons op het verkeerde been zetten? Een column van Rogier de Jong.
Weltevreden
Weltevreden
Hans Puper trof op Facebook een gedicht aan van een goede kennis. Juist omdat zij al een tijdje geen contact hadden gehad, ervoer hij na hun dialoog over het gedicht weer eens hoe sterk de beleving samenhangt met de persoon van de lezer.
Dagboek van een ex-redacteur (10)
Dagboek van een ex-redacteur (10)
Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Juist toen Eric van Loo van de nieuwe bundel van Cees Nooteboom hoorde, was hij diens boekenweekgeschenk ‘Het volgende verhaal’ (1991) aan het herlezen. Daarin maakt de hoofdpersoon, Herman Mussert bijgenaamd Sokrates, korte metten met de moderne poëzie. Ook dertig jaar later nog heerlijk om te lezen en aanleiding voor toch weer een nieuwe column.
Wandelen door de tijd
Wandelen door de tijd
Voor het eerst sinds twintig jaar heeft hij de komst van de lente in zijn eigen land en stad meegemaakt; alle clichés klopten, alle woorden ook: ontbotten, teder groen, prille takbedekking, klein vogelijn op groene tak, wat songh het vrolijk vogelkijn… , een nieuwe lente een nieuw geluid. Hij wandelt met ons en vertelt wat hij tegenkomt en proost bij thuiskomst op de literatuur.
Tovenaar
Tovenaar
‘Soms weet je -zeker als kind- met een tovenaar te maken te hebben.’ Karel Wasch over zijn grootvader, de man naar wie hij vernoemd werd, de romancier èn de liefhebber van glas. Na de oorlog schrijft hij nauwelijks meer. De tovenaar bleef tot zijn dood actief als toneelcriticus, conservator, verzetsman en esotericus. ‘Een rijk leven. Ik ben nog steeds trots op hem.’
Overmorgen
Overmorgen
Wat is er belangrijker op de werkvloer: dat colbert dat je snel aanschiet als een bezoeker zich meldt of dat gedicht dat achter je bureau hangt? Columnist Jan Loogman over poëzie op de werkplek en stilstaan bij een contact dat zomaar vriendschap is, ‘om overmorgen iets te hebben achtergelaten, daar moet je vandaag voor zorgen’.
Misverstanden
Misverstanden
Hans Puper lost een paar misverstanden op over Meander, recensenten en de opvatting dat het belangrijk is de bedoelingen van een dichter te kennen.