Columns
Met Haagse kusjes
Weet u (nog) wie de internationaal meest bekende Nederlandse dichter was uit het begin van de 16e eeuw? Hans Franse brengt ons terug bij Janus Secundus en een wereld die steeds ‘kleiner’ geworden was onder andere door de uitvinding van de boekdrukkunst. Hij verdwaalt bijna in het luisterrijk cultureel Hof van Marguerita van Savoye maar komt uiteindelijk weer terug op het Haags Noordeinde.
Fernanda Pivano en het lepeltje
Columnist Karel Wasch ontmoet ‘de schrijfster, vertaalster en het icoon van de Italiaanse letteren’, Fernanda Pivano, in een café in de Amsterdamse binnenstad, recorder en veel aantekeningen onder zijn arm. Maar waarom neemt hij een dessertlepeltje mee? Hoe is je Italiaans? plaagt ze. Hij voelt zich klein tegenover de vrouw die bevriend was met Hemingway, Dorothy Parker, Kerouac, Bukowski maar ook Lou Reed, Tom Waits. Na afloop vraagt ze zijn telefoonnummer….
Allerkapjesdag
Columnist Jan Loogman hoopt op een allerkapjesdag à la Kemps 'Allerschoenendag'. Zijn mijmeringen in de trein, kijkend naar de andere forensen, brengen hem naar de dichter Kemps. Elke dag reisde Kemps per trein heen en weer tussen Maastricht en Eygelshoven en schreef op weg naar zijn werk gedichten. Bij het uitstappen zwaait Jan Loogman met het mondkapje hem lof toe.
Dichter voor de goede zaak
Onlangs werd Rogier de Jong tot stadsdichter van Aardenburg gekozen. Wat betekent het stadsdichterschap eigenlijk en hoe zit het met de artistieke vrijheid, het vrije woord? Hoe onafhankelijk ben je als stadsdichter, hoever gaat je artistieke reikwijdte? Concluderend wil hij stellen dat een stadsdichter dicht voor de goede zaak en dat zijn verantwoordelijkheidsgevoel bepaalt wat hij met de hem toegekende speelruimte doet.
En toch krijg je Reinaert niet klein
De column van Hans Puper over 'Van den vos Reynaerde'. Waarom Willem Elsschot en Louis Paul Boon zo van hem hielden, wat er werd weggeknipt door de censuur, de bedenkelijke staat van het onderwijs en waarom je Reinaert toch nooit klein krijgt.
Zwoegend vertalen
Hans Franse mist zijn huis in Umbrië, het land van heiligen. Het leven is daar mystiek, spiritueel, aards en inspireert tot muziek en poëzie. Een gedicht over de zonsopgang werden er elf over elk stadium van de dag, Het Umbrisch Getijdenboek. Bij het voorlezen deden de Italianen hun ogen dicht en wiegden mee, zij vinden Nederlands een muzikale taal maar er kwam ook een vertaling.
De schaar
De hoofdredacteur van het literaire tijdschrift Ruim ontmoet dichter C.O Jellema in 1996 en schrijft daarover in 2020 als columnist van een ander literair magazine; het is net alsof we met hen aanzitten bij de thee en horen hoe rozenperkjes, zaadjes, liguster en andere tuinaangelegenheden de dichter bezighouden. Opeens scherpen onze oren zich als 'De schaar van het vergeten' van Kierkegaard gevonden wordt.
Misbaksels en hypocriete types
Moeten we wantrouwend staan tegenover initiatieven van dichters die zorgzaamheid tonen en zoeken naar verbondenheid? Benutten zij dit als masker en gaat het hen er louter om in deze tijd van schaarsheid toch een podium te hebben? Jan Loogman reageert op het artikel van dichter Delphine Lecompte in de NRC van 10 april (zie ook onze Nieuwsbrief 16).
Moralisme en zelfcensuur
Moralistische critici zijn er altijd geweest, maar de laatste jaren zijn zij vanuit hun ideologische ‘gelijk’ soms zo fel, dat ze angst van dichters en waarschijnlijk terughoudendheid van uitgeverijen veroorzaken. Het gevolg als zij daaraan toegeven: nietszeggende bundels, die je niet langer dan een paar dagen bijblijven.
De maandelijkse column van Hans Puper.