LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Gedichten

Robin Veen
Robin Veen
De poëzie van Robin Veen is intrigerend, alsof ze op iets belangrijks wijst dat anders net buiten ons waarnemingsveld valt. Wat is ruimte nog, zegt hij, als je erin opgesloten bent. Op zoek naar het juiste woord voor stilte, verdwijnt de tijd en vergeet hij wanneer het gisteren was. En wij met hem.
Pieter Theunissen
Pieter Theunissen
Pieter Theunissen heeft een speelse, lichte stem die zelfs een beetje bezwerend kan zijn. Hij werkt nog aan zijn métier als dichter en toch voelt het alsof hij dit altijd al gedaan heeft. Alsof hij ons waarschuwt en tegelijkertijd verrast, bij de arm neemt en met ons struikelt terwijl hij heel nauwgezet zijn voeten plaatste.
Marc Bruynseraede
Marc Bruynseraede
De recensent Marc Bruynseraede als dichter of als grootvader spelend met zijn kleinkinderen. De Vlaming in het Noord-Hollandse Heiloo. Op ontdekkingstocht, steeds nieuwe woorden vindend, en schelpen, borrelnootjes, pioentulpen, Maltese ridders, hemeltergende tweewielers, overstekende padden, brillenglazen, oogopslagen, aalmoezen, mouwen en keldergaten, een roterende rotonde, vanille-met-bosbessenijs, calamiteiten, toeristen, heimwee en onregelmatige werkwoorden. En het mooiste: ‘opklaringen zijn ophelderingen’.
Koen Vlerick
Koen Vlerick
Een beetje een gekke, spannende en zeker intrigerende tekst van dichter, beeldend kunstenaar Koen Vlerick. Mooie poëtische en ongerijmde beelden, een zekere muzikaliteit door de opbouw en herhalingen, een portie onbegrijpelijkheid die niet stoort en humor. Een eigentijdse interpretatie, dit alfabetgek gedicht op een liedje van Mayday. Nu zelf de melodie erbij zoeken en gaan dansen!
Ruud Offermans
Ruud Offermans
Aan de hand van Ruud Offermans liep de redactie langs Belgische dorpjes en genoot. De eenvoudige poëzie, zo zonder opsmuk, zonder een woord teveel, werd het edelmetaal onder onze inzendingen. Natuurlijk bleef er iemand halverwege steken, een ander wilde terstond verhuizen. Maar de belofte van lente in de herfst, dat er iets is dat bij ons blijft, bracht ons verder.
Auke Leistra
Auke Leistra
Op het eerste gezicht heel eenvoudig geformuleerd, deze poëzie van Auke Leistra, maar als je zulke sterke beelden kan oproepen mag dat van ons. Sterven als onder water schreeuwen om een haai op afstand te houden, dat komt binnen. Zo ook de eigen melancholie, het kind-zijn, en het omschrijven van een wet, ‘als iemand dichterbij kwam, werd de afstand groter’.
Bart Hoevenaars
Bart Hoevenaars
Bart Hoevenaars combineert woorden en klanken en doet dat origineel en beeldend. Hoe mooi is de strofe, ‘Een windvlaag, haren in mijn ogen, nijlgans, meeuw en / zonglans via water in de bomen: zo heel nu /en dan leef ik nog tussen meetmomenten door.’ Glimlachend maar ook schrijnend is ‘maak tot slot de volgende zin af: Die van het leven.’
Paul Meeuws
Paul Meeuws
Dichter Paul Meeuws onderscheidt zich met prachtige beelden in zijn vloeiende landschapspoëzie. ‘De jaargetijden stapelen zich in ons op’, ‘Jongzijn groeide met ons mee als een verlaten nest’, zo herkent ieder mens zich en relativeert zijn bestaan. Zijn we niet als bomen? ‘Al moeten de wortels verzonnen, zomers bedongen, de takken woedend doorschud’, we zetten ons schrap tegen het eeuwige vallen.
Hubert De Clercq
Hubert De Clercq
Goed geschreven verhalende gedichten met humor en enige ironie mogen hier en daar een beetje over the top zijn. Met herinneringen aan vroeger, geneurie in je oren, het geblaas van een misthoorn door de nacht, getatoeëerde letters, een hitsige ballerina, boenwas, witruimte, zeepbellen en sigarenrook. Niet vergeten: ‘Een gedicht is als een naakt persoon’.