Klassiekers
Meander klassiekers
Besprekingen van de beste gedichten van de bekendste Nederlandse en Vlaamse dichters van na 1880.
Klassieker 192: Johnny van Doorn - Komtocheensklaarklootzak
In deze aflevering bespreekt Jeroen van den Heuvel ('Ik vertaal gedichten en kinderboeken. Daarnaast schrijf ik essays over poëzie. Ik ben redacteur van ooteoote.nl') een gedicht dat ooit tot nogal wat ophef leidde vanwege het vermeende onfatsoenlijke karakter. Mag 2015 inmiddels het jaar geworden zijn van 'fuck de koning', in 1966 - jaar van Het Huwelijk! - ging het om 'Komtocheensklaarklootzak'. Ja, het toeval heeft soms mooie dingen in petto.
Klassieker 191: Gerard den Brabander – Nocturne
Jan Buijsse brengt voor ons een Nocturne voor het voetlicht, dit keer van Gerard den Brabander.
Klassieker 190: Frans Kuipers – Kwallen
Deze maand bespreekt Wilma van den Akker een gedicht met een verrassende clou.
Klassieker 189: Frans Erens - Amstelveld
In deze afdeling bespreekt Hans Puper het fenomeen prozagedicht. Hoewel het prozagedicht recent aan populariteit gewonnen heeft, is het geen nieuw fenomeen. ‘Amstelveld’ van Frans Erens is al bijna een eeuw geleden geschreven.
Klassieker 188: Mustafa Stitou - Twee halve gezichten heb ik
Maarten Buser sloot aan de Radbouduniversiteit te Nijmegen zijn masterstudie Nederlandse letterkunde af met de scriptie ‘Sinds 11 september ligt een Arabier slecht in de markt’. Het leverde de stof voor de klassieker van deze maand.
Klassieker 187: Remco Campert - Poëzie is een daad
Geïnspireerd door een indrukwekkend optreden tijdens de Nacht van de Poëzie zet Eric van Loo een klassiek geworden gedicht van Remco Campert in de schijnwerpers.
Klassieker 186: Jotie T'Hooft - Eenhoorn
Martin Carrette bespreekt een gedicht van de jong overleden 'treurige prins' der Vlaamse poëzie: Jotie T'Hooft.
Klassieker 185: Ab Visser – Nocturne
De ene 'Nocturne' is de andere niet. Dat is volgens Wopke van der Lei het probleem met Ab Visser: “een vakman die het ambacht sterk wisselend van kwaliteit ten uitvoering bracht.”
Klassieker 184: K. Schippers - Wit
Het wit in de poëzie mag niet onderschat worden. Zelfs als er ‘niets’ staat, heeft dat betekenis, zo laat Hans Puper in zijn analyse van het gedicht 'Wit' van K. Schippers zien.