Klassiekers
Meander klassiekers
Besprekingen van de beste gedichten van de bekendste Nederlandse en Vlaamse dichters van na 1880.
Klassieker 276 : Louis Paul Boon – IV stilte, hier werkt een dichter
René Leverink bespreekt ‘IV stilte, hier werkt een dichter’ (1978) van Louis Paul Boon (1912-1979), een poëticaal gedicht over gedichten schrijven en literaire prijzen winnen of niet winnen.
Klassieker 275 : Hans Lodeizen – Langzaam
Hettie Marzak bespreekt het postuum verschenen gedicht 'Langzaam' van de veel te vroeg gestorven Hans Lodeizen (1924 - 1950). Lodeizen was een romanticus, die voortdurend probeert te ontsnappen aan de werkelijkheid door van een andere wereld te dromen. Ook in 'Langzaam' blijkt dat de realiteit hem tegenstaat en verlangt hij naar een ander seizoen, een warmere wereld.
Klassieker 274 : Richard Minne – Lentefanfare
René Leverink bespreekt 'Lentefanfare' uit de bundel 'In den zoeten inval' (1927) van de Vlaamse dichter Richard Minne (1891-1965). Het is een vrolijk gedicht voor de natuur - daar is de lente - én voor een grievende weduwe, maar met een ietwat ironische, ontnuchterende eindzin.
Klassieker 273: Gerrit Kouwenaar – rebuut
Fred Tak bespreekt 'rebuut' van Gerrit Kouwenaar (1923 - 2014), een kort gedicht met elk woord precies op zijn plaats. Een gedicht over het gevoel van meegesleurd te worden in de maalstroom van het uiterlijke leven, maar ook over hoe het anders kan en moet.
Klassieker 272 : Anneke Brassinga – Bij de prelude opus 32 nr. 13 – Sergei Rachmaninov
De laatste Klassieker voor de zomerstop doet je meedromen op de tonen van een klassiek pianowerk. Anneke Brassinga (°1948) liet haar verbeelding de vrije loop ‘Bij de prelude opus 32 nr. 13 – Sergei Rachmaninov’ in haar bundel 'Verborgen tuinen' (2019). Geniet je er even veel van als redacteur Joost Dancet?
Klassieker 271 : Roelof ten Napel – Wie zich samen herhaalt
Het gedicht ‘Wie zich samen herhaalt’ van Roelof ten Napel (°1993) staat in 'Dagen in huis' (2021). Het is een eigenzinnige ode aan de vriendschap. Geen platgelopen paden, geen clichés – noch inhoudelijk, noch in de verwoording. En dat is in niet geringe mate te danken aan de originele metafoor waarmee het gedicht opent. Joost Dancet bespreekt.
Klassieker 270 : Koos Schuur – Rondeel
Rogier de Jong bespreekt ‘Rondeel’ van Koos Schuur (1915-1995). Er is meer tussen hemel en aarde dan stoffelijk existeren – dan opstaan, werken, eten, voortplanten en slapen. De bezwerende herhalingen van een rondeel maken het misschien wel dé dichtvorm bij uitstek om het najagen van dromen te bezingen.
Klassieker 269 : Peter Verhelst – ‘Man met piano, Kiev, Oekraïne, 2014’
In de bundel 'Wat ons had kunnen zijn' (2018) noemt Peter Verhelst (°1962) zijn gedicht ‘Man met piano, Kiev, Oekraïne, 2014' een ode aan Markiyan Matsekh, de man die tijdens een betoging zowaar piano speelde. Achter zijn rug bevond zich een groep demonstranten, tegenover hem vormde de oproerpolitie een ondoordringbare muur. Het bijzondere, geëngageerde gedicht wordt besproken door Herbert Mouwen.
Klassieker 268 : Jacqueline E. van der Waals – Annunciatie.
Hettie Marzak leest 'Annunciatie.', een van de laatste gedichten van Jacqueline E. van der Waals (1868 – 1921). Meestal wordt met 'annunciatie' de boodschap van de engel Gabriel bedoeld, die aan Maria verkondigde dat zij de moeder zou worden van Gods zoon. Maar in dit gedicht brengt een vreemde 'knaap' een bijzonder onaangename aankondiging aan de dichter: die van haar eigen, nakende dood.