LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Meandermagazine

Poëzie in beweging

 

Meandermagazine bestaat uit een toegewijde groep redacteuren, recensenten en andere vrijwilligers die dagelijks op deze website publiceren. Wekelijks stuurt meandermagazine een nieuwsbrief naar een ieder die interesse heeft in poëzie. Gratis en voor niks.

Wilt u ons steunen? Druk dan op de donatieknop!

Liesbeth V. Hafenrichter
Liesbeth V. Hafenrichter
Liesbeth V. Hafenrichter geeft een van haar gedichten de titel “Alleen maar even laten weten dat ik ongedeerd ben”, zoals je op de sociale media kunt aangeven dat je – hoewel in oorlogsgebied of noodsituatie – er toch nog bent. Ook poëzie schrijven is een update van je status en tegelijkertijd een troost in bange uren, een bericht aan elk thuisfront.
Marijke Hanegraaf - Bestaansbegeerte
Marijke Hanegraaf - Bestaansbegeerte
Johan Reijmerink is onder de indruk van ‘Bestaansbegeerte’, de nieuwste bundel van Marijke Hanegraaf. In de bundel draait het om identiteit: ‘Hanegraaf heeft een hoogst interessante bundel geschreven, die rijk aan subtiele beelden, rijp en wijs van taal, gelaagd aan werkelijkheden is, passend bij het wijkend en wisselend perspectief van de identiteit. Het zich onderdeel te weten van de natuur en daarin een tevredenheid te vinden geeft aan deze bundel een universele want religieuze kwaliteit.’
Interview Pieter Sierdsma
Interview Pieter Sierdsma
De herhaling van de dagen en wat daarin gebeurt stelt dichter Pieter Sierdsma gerust. Gaandeweg kristalliseert zich in zijn gedichten een wereld uit, die dichtbij is maar ook veraf. Hij zou zijn poëzie geen nadere kwalificatie willen geven, ook geen ‘tijdloze poëzie’. Godzijdank dat er poëziewebsites, sociale media zijn, want anders bestond hij als dichter niet, verzucht hij.
Ivo van Strijtem - De vrolijke tijd
Ivo van Strijtem - De vrolijke tijd
‘De vrolijke tijd’ van Ivo van Strijtem brengt volgens Peter Vermaat gevarieerde kost op tafel: ‘Zowel de liefde, het (latere) leven, de dood, het kwaad in de wereld als de poëzie worden bezongen in overwegend rijmloze, maar bij tijd en wijle ritmische verzen, waarbij het niet zozeer de taal zelf is, als wel de ongezegde woorden die beelden oproepen die de dichter voor de lezer voor het oprapen legt.’
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (56)
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (56)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? En toch gaan we het iedereen vragen. Het zesenvijftigste antwoord komt van Debby Hertsenberg.
Esther Jansma - De spronglaag
Esther Jansma - De spronglaag
Wim Platvoet voelt zich niet betrokken bij ‘De spronglaag’ van Esther Jansma: ‘De anekdotische jeugdherinneringen worden op een nogal directe manier in bizarre sprookjesachtige teksten verteld, maar de verwijzing naar werkelijk gebeurtenissen blijft steeds pijnlijk voelbaar. In die zin blijven de prozaïsche teksten, die grofweg de helft van de bundel beslaan, steken in de metaforische onmiddellijkheid van hun beschrijving. Het blijven daardoor mededelingen over een verschrikkelijke jeugd waar de lezer buiten blijft staan.’