Meandermagazine
Jan Graafland - De snoek en de kat
Æde de Jong is in zijn eerste recensie voor Meander niet onder de indruk van de poëzie in ‘De snoek en de kat’ van Jan Graafland: ‘Het merendeel van de bundel bestaat uit observaties die de ik-persoon doet in de tuin, verwoord in kneuterig proza dat zo gerangschikt is dat het op een gedicht moet lijken. Er is te veel sprake van ongebreidelde sentimentaliteit, die te weinig met vakmanschap is bewerkt tot voor anderen behapbare gedichten.’
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (54)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? En toch gaan we het iedereen vragen. Het vierenvijftigste antwoord komt van Rolluf van Laar.
Bashõ's Sarumino - Een regenjas voor het aapje
Een speciale longread vandaag over de integrale vertaling van Bashõ’s ‘Sarumino’, oftewel ‘Een regenjas voor het aapje’, door gastrecensent en (haiku) dichter Hendrik-Jan de Wit: ‘’Henk Akkermans en Wim Boot vullen met hun vertaling de grote leemte die er was voor elke haikuliefhebber in Nederland. Eindelijk is de ‘Sarumino’ integraal vertaald in het Nederlands. En wat voor een vertaling: een voorbeeldig, wetenschappelijk geschoeide en uitbundige vertaling. Het boek bevat geen woord teveel en laat zien dat de Japanse poëzie een enorme meerwaarde geeft.’’
James Dean en de lompheid
Rogier de Jong had altijd meer met de prozaïst Campert dan met de dichter. Eén verhaal is hem zijn hele leven bijgebleven: ‘James Dean en het verdriet’. Dat komt meer door die sterke verhandeling over verdriet en beeldreligie, dan door de ‘luchtige’ klankkast die wie weet ook nog een spiegelpaleis is. Inmiddels is Lamento gelezen….en ontdekt hij ook de dichter Campert.
Instagram en poëzie (2)
Juist de poëzie buiten het boek heeft al heel lang de interesse van Wouter van Heiningen. Dus ook poëzie en de social media. Met de komst van Instagram is er op dit gebied een extra dimensie bij gekomen. Heel veel jonge dichters zien Instagram als het podium om zich poëtisch te uiten. Deel 2 van een serie over Instapoëzie.
Andy Fierens - De Trompetten van Toetanchamon
Een longread vandaag van Marc Bruynseraede over ‘De Trompetten van Toetanchamon’, de laatste bundel van Andy Fierens. ‘Een poëzie die klaar, verstaanbaar is, in prozastijl geschreven, en, qua inhoud, studentikoos, sarcastisch, kleurrijk en inventief-explosief overkomt. Af en toe wat teveel show en ietwat overdone, maar lekker liggend in het gehoor en, ja, grappig ook. Onder de mantel van luchthartigheid en knap dichtwerk schuilt echter een hoop ellende.’