Meandermagazine
Reflecties langs de Westerschelde
Het beeld ‘Graf van de onbekende Kunstenaar’, een liggende leeuw als ode aan de vergeten makers, dat op de Verbeeldingsroute in Terneuzen staat, doet Rogier de Jong oproepen tot ‘brullend op te staan, zijn manen te schudden en zich alsnog te storten op zijn enige prooi in het leven: die van het scheppen. Lang leve de kunstenaar! Lang leve de kunst!’

Bundels die een grote indruk hebben achtergelaten
Dertig kersen op de taart van ons dertigjarig bestaan. Wat zijn jouw twee favoriete bundels van de laatste dertig jaar? Het lijkt een onmogelijke opdracht om die vraag te beantwoorden, maar onze recensenten gingen de uitdaging aan. We stoffen dertig bundels af die een grote indruk hebben achtergelaten en uitnodigen tot herlezen. Vandaag bespreken Peter Vermaat en Taco van Peijpe ieder een favoriete bundel.

Het commentaar op Willem Godschalk van Focquenbrock
Dichter Willem Godschalk van Foquenbrock (1640 – 1670) schreef vrij platvloerse gedichten en nam zichzelf niet serieus. Als medicus reisde hij af naar fort Elmina, een handelspost in Ghana. Hans Franse heeft zich verdiept in deze 17e -eeuwse dichter die verguisd werd en eenzaam was. Men noemde hem een ‘drekpoëet’. Toch liet hij een memorabel toneelstuk achter, het blijspel ‘De Min in het Lazarushuys’.

Interview Steve Marreyt
Steve Marreyt houdt van dichters die erkennen dat ze losers zijn. En ook al gaan de stemmen in zijn debuutbundel oprecht op zoek naar een manier om de impasse te doorbreken, ze gaan voortdurend op hun bek. 'Het is allemaal ontzettend vermoeiend, we vallen makkelijk ten prooi aan defaitisme.' Schrijven lijkt hem altijd ingebed in een brede maatschappelijke discussie, waarom zou je anders schrijven?

Hans van Miegelbeek - Een halte in de stroom
Jac Janssen bespreekt 'Een halte in de stroom', het debuut van Hans van Miegelbeek. In zijn manier van dichten, schuilt een zekere voorspelbaarheid. 'Maar die consciëntieuze werkwijze dwingt mij ook tot beter lezen. Daarbij groeit, hoe verder ik in de bundel geraak, mijn bewondering voor de rijkdom en geraffineerde concentratie van zijn taalgebruik. Uit de verzen spreekt een aanstekelijk plezier in het leven en de mogelijkheden van taal.'
De eerste honderd (3)
In het derde deel van zijn serie besteedt Wim van Til zijn geld aan de Prins der dichters en koopt hij de ‘negende druk 15.000 exemplaren februari 1961’ van ‘Een winter aan zee’. Stel je voor dat al die bezitters in een reünie bijeen zouden komen. Ook kocht hij 'Mei'van Herman Gorter. Met deze bundels erbij had hij natuurlijk een boekenplank nodig.