Meandermagazine
Judith Omtzigt - Taboe
In de debuutbundel ‘Taboe’ van Judith Omtzigt ontdekt recensent Paul Roelofsen prachtige, geserreerde verzen: ‘Wat in alle gedichten opvalt, is de puurheid ervan: nauwelijks adjectieven, geen ingewikkelde zinsconstructies en een sobere interpunctie. Ze is een perfectionist, ze weegt elk woord en construeert met grote precisie haar gedichten, wat nieuwsgierig maakt naar wat er zou ontstaan als ze de teugels zou laten vieren.'
"Ik denk dat elke tekstvorm zijn eigen voordeel en kwaliteiten heeft."
Elianne van Elderen won de derde prijs in De Gedichtenwedstrijd. ‘Geen inzending’, zei de jury van haar gedicht, ‘vatte beter de tijdgeest.’ Ze begon te schrijven op Tumblr, de drempel lag op het internet lager. Ze houdt van verhalende of plotgedreven gedichten met lange volzinnen, personages en een nostalgische thematiek, vaak over een dorp, kinderen en jeugdvriendschappen. ‘Iedereen - ook zonder een schrijfopleiding - zou kunnen schrijven’.
Herbert Mouwen - De tuinen en het licht
Volgens Hettie Marzak maken de gedichten uit de eerste afdeling van ‘De tuinen en het licht’ van Herbert Mouwen een afstandelijke indruk, doen geen poging om te appelleren aan een emotie of identificatie. ‘De gedichten in de volgende afdelingen zijn positiever en ook interessanter, omdat ze complexer zijn wat metaforen betreft en zich ook meer bezighouden met innerlijke zaken dan met alleen wat je ziet.’
Peter de Volder
Dichter Peter de Volder hoopt dat zijn gedichten iets vertellen over ‘onze tijd, de mens, de binnenkant van de mens’. Maar ‘ontregelen’ wil hij ook. Op humoristische wijze, ‘frunnikend’, ‘in flarden vaag verwijzend naar mezelf’. Ontroerend ook, dat ‘als kind geloof je alles, treinen die stilstaan, vliegende paarden, je spiegelbeeld in helder water, en het rotsvaste beeld dat alles zo blijft.’
Herman Leenders - Het huis van de dichter
Een bespreking over ‘Het huis van de dichter’ van Herman Leenders. Carl De Strycker zegt in zijn voorbeschouwing: ‘Herman Leenders, thuisgekomen in de poëzie’. Dat ziet Wim Platvoet toch anders: ‘Wanneer ik deze bundel lees, bekruipt mij echter het gevoel dat Herman Leenders zich nergens thuis voelt, noch in zijn poëzie, noch bij zichzelf.’
Moedermaand mei
Mei is voorbij, de Mariamaand waarin de moeder van de acht zussen, twee broers en Jan Loogman jarig was. Ook na haar dood komen ze op haar verjaardag bij elkaar, bij voorkeur in het café in haar geboortedorp. Onze columnist citeert Guido Gezelle maar denkt aan een regel van Achterberg terwijl hij zich afvraagt of kinderen uit grote gezinnen geen gedichten schrijven over hun moeder?