Meandermagazine
Multatuli, Idee 80 en Antjie Krog
Met zijn ‘Max Havelaar’ had Multatuli een ethisch oogmerk: het verbeteren van het ellendige lot der Javanen. Er waren echter lezers die die zich lieten verblinden door de magistrale vorm van de roman en tot zijn verdriet niet zagen (of niet wilden zien) waar het hem echt om ging. Antjie Krog heeft daar geen last van, hoewel ook zij een meester is in de vorm. De maandelijkse column van Hans Puper.
Een Kerstgedachte
Met een kerstgedicht van Hedwig Du Jardin wensen wij u fijne Kerstdagen!
"Ergens grip op proberen te krijgen is ook gewoon heel leuk"
“Ik doe gewoon mijn best”, zegt Maarten Buser. Zijn ideaal voor een gedicht: iets dat je misschien niet direct begrijpt, maar dat je wel direct aanspreekt en waar je graag de tijd voor neemt. Hij vindt het belangrijk om buiten je eigen taalgebied en medium te kijken. “Echt wild zie ik mezelf nog niet worden, maar iets minder prutsen op de vierkante centimeter mag best”. Wij zien geen gepruts.
Peter Holvoet-Hanssen - De wolkendragers
Volgens Geert Zomer is de bundel ‘De wolkendragers’ van Peter Holvoet- Hanssen een ode aan onze laatste vrijplaats; die van de poëzie en nodigt de bundel uit tot speurwerk:
‘Schrijvers, begrippen, tijdslagen, nieuw gecreëerde woorden, opsommingen, gemeenplaatsen, fantasiecreaties, echo’s, vaartuigen en mythologische wezens buitelen over elkaar heen. Om in te verdwalen, om jezelf in te verliezen, vonken over te laten schieten, je te laten dragen door de taal.’
Michaël Van Remoortere
Met vaste hand leidt Michaël Van Remoortere ons naar en van elkaar. Een beschrijving van het gemis dat zo fysiek kan zijn. “Leegte wordt minder door haar maar niet jouw naam te geven” schrijft hij of “Elke dag zie ik hier wat ik door jou dacht in mindering gebracht”. Ontroerend en ontluisterend opgeroepen beelden.
Liesbeth Lagemaat - Vissenschild
Martijn Benders bespreekt in zijn eerste recensie de bundel ‘Vissenschild’ van Liesbeth Lagemaat en constateert dat de dichter eindeloos aan het associëren is: ‘Toch heeft deze dichter hier en daar echt mooie beelden in het hoofd, maar ze zijn te spaarzaam, en worden bijna direct weer ondergraven door de volgende potpourriassociatie. Maar goede epiek en goede lyriek zijn van nature zeldzaam, en het verlangen een episch meesterwerk te schrijven is dat helaas niet.’