Meandermagazine
Poëzie in de klas
De vader van Hans Franse bracht de toenmalige gedichtenbundels voor de jeugd, prachtig verzorgde, meesterlijk geïllustreerde en getypografeerde boeken onder de titel ‘De muze en….’ mee naar huis. Hij kent ze nog uit zijn hoofd. De moderne poëzie kwam pas later in de klas. Toen hij leraar werd en geen zin had in ontleden of dictee, lazen zijn studenten poëzie.
Klassieker 238: Frank Koenegracht – 1975
Het gedicht ‘1975’ van Frank Koenegracht oogt bedrieglijk eenvoudig. Een beknopte kenschets van een tijdsbeeld in tien regels, met een hilarisch einde. Bij de analyse van het gedicht stuitte Jeroen van den Heuvel op twee verwante gedichten, die elk op een eigen manier diepgang verschaffen aan de lezing van het gedicht. Drie klassiekers voor de prijs van één.
Jozef Deleu - ondoorgrond
Recensent Peter Vermaat bespreekt ‘ondoorgrond’, het poëtisch oeuvre van Jozef Deleu: ‘Vanaf zijn eerste bundel zet Deleu de taal expliciet in als verdedigingsmiddel tegen de dood. Waar zijn eerste gedichten nog legers zijn, met vlaggen en uitdossing in bonte kleuren, vormen de latere gedichten eenzame donkere wachttorens op de grens, terwijl de naderende donkere wolken steeds zichtbaarder worden.’
Over boertige nonnen en sonnettenkransenkransen
Bas Jongenelen promoveerde in november 2019 met Humor in 1561. Comt sotten / helpt sottelijck sotheyt bedrijven op zestiende-eeuwse rederijkershumor. Van ingenieuze zotheid getuigt het dat hij in onze eeuw samen met andere dichters sonnettenkransenkransen schrijft. Mocht er ooit een renaissance van de rederijkerstijd in Nederland komen, dan begint die bij Bas Jongenelen, aldus Jace van de Ven in Brabant Cultureel.
Peter Mangel Schots - Synchroonliefde
De tweede bundel van Peter Mangel Schots ‘Synchroonliefde’ richt zich niet, zoals zijn debuut uit 2016, op maatschappelijke thema’s, maar is meer persoonlijk van aard. De intimiteit staat centraal. Janine Jongsma: ‘Keek Mangel Schots bij zijn debuut naar buiten, naar de wereld om hem heen, nu kijkt hij bij zichzelf naar binnen.’ Een mooie bundel met originele afdelingen in voornamelijk warme taal.
Een steen door de ruit van je dromen
Wie is er nooit in aanraking gekomen met die eerste regel of dat eerste couplet dat insloeg als een bom en je zelfbeeld én je beeld van de dichtkunst vakkundig verbrijzelde? Rogier de Jong over die eerste keer, de verwondering en naaktheid en vooral de schoonheid van poëzie, met name die van Hans Lodeizen.