Recensies
Bernard Dewulf – Naar het gras
Het heeft even geduurd voor Bernard Dewulf een nieuwe dichtbundel liet verschijnen. ‘Kleine dagen’ dateert uit 2009, en vier jaar geleden bundelde hij zijn werk dat hij in de twee daaraan voorafgaande jaren als stadsdichter van Antwerpen had geschreven (‘Stadsgedichten’, 2014). Ondertussen bleef Dewulf actief als columnist, essayist en kunstcriticus. Romain John van de Maele is goed te spreken over diens nieuwe gedichten. Geen postmoderne poëtica, maar heldere en zeer toegankelijke versregels. ‘De gedichten van Dewulf nodigen de lezer uit tot een stil gesprek.’
Jan van der Geer - Heimwee
Joop de Vries over ‘Heimwee’ van Jan van der Geer: ‘De gedichten van Jan van der Geer zijn alleszins leesbaar, bevatten levensdrang, hebben oog voor kleine, onbeduidende voorvallen uit het verleden en getuigen van een gesoigneerd en bijwijlen creatief taalgebruik. En toch … er hangt een stilte, een ijdel wachten op die ene versregel die het hart beroert en nog lang daarna het gemoed trembleert.’
Piet Gerbrandy - Vloedlijnen
‘Alleen waar ontbreekt is behoefte aan stem’ schrijft Gerbrandy in ‘Vloedlijnen’. Gemis leidt bij hem tot zeer goede poëzie. Voeg daarbij de typering die op het achterplat staat en u begrijpt dat u deze bundel niet kunt missen: 'Poëzie met een soort ruige kracht, een woeste drang die toch ingehouden lijkt te zijn en heel geestig’. (Hans Puper)
Akwasi – Laten we het er maar niet over hebben
Akwasi staat bekend als een inspirerende persoonlijkheid, die vaak maatschappelijke kwesties aankaart en daarbij van zijn hart geen moordkuil maakt. ‘Gaan we nu doen alsof er niets aan de hand is?’ Akwasi wil de dingen liever bij zijn naam noemen. En dat doet hij met verve. Toch hoopt recensent Eric van Loo dat hij bij zijn nu al aangekondigde tweede bundel meer zal schaven en schrappen. Dat hoort immers ook bij het ambacht van de dichter.
Astrid Arns - Mijn naam op de deur
Astrid Arns is de moeder van Jana en de nicht van Frouke Arns. Maurice Broere over ‘Mijn naam op de deur’: ‘Een debuut dat naar meer smaakt, mooie puntige zinnen, opvallende observaties. Een schrijfster die wat te zeggen heeft in mooie melodische taal. Soms wel wat somber, het leven is niet altijd een feest. Een waardig lid van de dichtfamilie.’
Marleen de Crée – Stilte in mij
Romain John van de Maele:‘Stilte in mij’, een bundel die gedichten van Marleen de Crée bij beeldend werk van Goedele Peeters bevat, valt […] onmiddellijk op door de aparte vormgeving (…). De stilte stelt de dichteres in staat om het verleden te exploreren, de tijd toen nog veel mogelijk was: de groei, het spel en de vreugde. De tijd toen nog veel woorden werden gebruikt om het leven te begeleiden en/of vorm te geven. De tijd die als tegentijd de dood uiteindelijk verzacht.’
Ingmar Heytze – Ik wilde je iets moois vertellen
Ingmar Heytze wilde zijn dochtertje iets moois vertellen. Maar zoals het krijsende baby’s betaamt, viel ze in slaap voor het verhaaltje uit was. Recensent Eric van Loo heeft vijftig bladzijden lang ademloos geluisterd. Naar hoe het moderne vaderschap op de hak wordt genomen. Naar hoe de dood op onverwachte momenten in het leven opduikt. En nog veel meer. Dit alles natuurlijk vervat in Heytzes onnavolgbare stijl, waarbij associatieve gedachtesprongen en absurdistische humor vaak de motor van het gedicht vormen.
Poëzie Kort 2018 / 4
In ‘Poëzie Kort 2018/4’ recensies van Yolandi de Beer, Hans Franse, Hans Puper en Lennert Ras over ‘Voor ek my kom kry’, de bundel van Pirow Bekker die het soms rauwe leven in Zuid-Afrika weerspiegelt, het debuut ‘Hemeltranen’ van Esther de Beun, ‘Het Liegend Konijn 2018/2’ en de vervreemdende bundel ‘Dembrandt’ van Marc van der Holst.
Stefan Hertmans - Onder een koperen hemel
Herbert Mouwen is zeer ingenomen met de nieuwe bundel van Stefan Hertmans: ‘Onder een koperen hemel’ is wat de vorm en leesbaarheid betreft een toegankelijke dichtbundel, maar dat geldt zeker niet voor de inhoud.’ Maar wie de moeite neemt om in de bundel door te dringen wordt beloond. Mouwen typeert hem als een betekenisvolle bundel, die in zijn ogen nu al een mijlpaal is in de dichtkunst van de lage landen.