Recensies
Maarten Inghels - Contact
De bundel ‘Contact’ van Maarten Inghels is verplichte kost voor middelbare scholieren, vindt Ernst Jan Peters. Als we toch zo nodig van alles moeten verplichten, laat het dan iets zijn waarbij leerlingen de kracht én het plezier beleven van aansprekende poëzie. Inghels schept een context rond zijn werk waardoor ook beginnende lezers zien dat betekenislagen zoeken de moeite waard is. Maarten Inghels legt contact met iedereen in ‘Contact’.
Victor Vroomkoning - Gebroken wit
Herbert Mouwen over ‘Gebroken wit’ van Victor Vroomkoning: ‘[Hij] is een traditionele dichter, die in zijn ontwikkeling is blijven hangen. Wanneer hij kritischer naar zijn eigen poëzie had gekeken en zo’n 10 à 15 gedichten had geschrapt, dan was ‘Gebroken wit’ een compacte bundel geweest met een aantal goede gedichten over (jeugd)herinneringen, huwelijk, familie en gezondheid (…).’
Emile Verhaeren - De zwarte trilogie
Recensent Hans Franse noemt Emile Verhaeren een ‘symbolist van wereldklasse’. Toch geniet deze Franstalige Vlaming geen grote bekendheid in het Nederlandse taalgebied. Het ‘monnikenwerk’ van vertaler Stefaan van den Bremt zal hier zeker verandering in brengen. Na ‘Les Heures claires’ en ‘Les Villages illusoires’ vertaalde hij nu ‘De zwarte trilogie’, de drie bundels die Verhaeren tussen 1888 en 1891 het licht liet zien.
Henri Michaux - Trage nederlaag met volle zeilen
Bart Vonck heeft het eerste deel van een bloemlezing uit het werk van de Franse schrijver Henri Michaux (1899 – 1984) samengesteld, vertaald en van een nawoord voorzien. Paul Roelofsen: ‘Zelden zal men een boekwerk tegenkomen waarin door één schrijver zoveel literatuurgenres worden geëtaleerd als in de bloemlezing ‘Trage nederlaag met volle zeilen’ van Henri Michaux (…) Hoe meer je van [hem] leest, des te pregnanter wordt de vraag wie deze man eigenlijk is, een vraag die hij (…) zichzelf ook voortdurend stelde en wel zo indringend dat je wel met dit onderzoek mee moet gaan.’
Katelijne Brouwer - De maagden moeten bloeden
Recensent Maurice Broere is wisselend gestemd over het debuut van Katelijne Brouwer: ‘Met name de gedichten over Artis en bewoners missen wat mij betreft diepgang en de platvloerse taal stoort mij.’ Anderzijds weten de verzen over indringende thema’s als moeder, moederschap, borsten en borstkanker hem wel te raken: ‘gedichten met universele waarden en gedachten die mij aan het denken zetten’.
Radna Fabias - Habitus
“In deze bij vlagen donkere, wezenlijk (maar verre van vreugdeloos) feministische en onverschrokken existentialistische bundel vraagt een vrouw zich af wat ‘thuis’ is”, aldus de uitgever. Recensent Eric van Loo onderging het lezen van het debuut van Radna Fabias als een overweldigende ervaring: “’Habitus’ maakt ons deelgenoot van deze zoektocht in ruim honderd pagina’s opzwepende, verhalende, provocerende en lyrische taal.”
Leo Vroman - En toch is alles wat we doen natuur
Romain John van de Maele over de bloemlezing ‘En toch is alles wat we doen natuur’ van Leo Vroman: ‘Neen, niet alles wat we doen is natuur. Velen verdringen doodsgedachten, anderen spreken er aarzelend over, en een aantal dichters schrijft erover in berijmde taal. Bij Vroman lijkt het denken in versregels samen te vallen met het ademen, maar dan nog blijft het een uiting van cultureel bepaald gedrag, vooral omdat de gedichten werden gebundeld voor een groot lezerspubliek.’
Willem van Toorn - De jongenskamer
"'De jongenskamer’ is een verhaal in gedichten, waarin een oudere dichter zijn jongere ik herschept om te achterhalen wie hij lang geleden was, wie hij nu is en hoe dat zo is gekomen. (… ) Je kunt de bundel lezen als een autobiografie van Willem van Toorn, maar dat hoeft niet per se". Is die zoektocht gelukt? Voor Hans Puper doet dat er niet toe, sterker nog: hij wil het niet weten. "'Geef mij maar een vraag en geen antwoord’, zei Kopland. Dit citaat vinden we ook terug in deze knappe en ontroerende bundel."
sadà\exposadà - rekonstruktie/konstruktie
‘Voor de lezers van het eerdere werk van sadà\exposadà vormt dit boek een onmisbare completering’, aldus de uitgever. Recensent Ivan Sacharov licht voor ons de diepzinnige inleiding van sadà\exposadà (c.q. wie of wat daarachter schuil mogen gaan) toe, en laat ons genieten van een paar mooie ‘zintuiglikke’ fragmenten. Zijn conclusie presenteert onze recensent bij wijze van uitsmijter in een fraai distichon.