LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Recensies

Paul Bogaert - Zo kan het niet langer
Paul Bogaert - Zo kan het niet langer
‘Zo kan het niet langer’ van Bogaert viel Paul Roelofsen in eerste instantie erg tegen: ‘Ik had gehoopt poëzie in handen te hebben waar ik me aan kon warmen, maar dat bleek een misrekening. Ik kreeg de indruk voor de gek te worden gehouden’ Maar na het meermalen herlezen van de bundel begreep hij waarom Paul Bogaert in de Poëziekrant ‘de Messi van de Vlaamse literatuur’ wordt genoemd.
Bart Chabot - Hosanna dagen
Bart Chabot - Hosanna dagen
Hans Franse over ‘Hosanna dagen’ van Bart Chabot: ‘Het zijn absurdistische, ironische verhalen met soms verrassend zachte kanten, waardoor de poëzie een poëtische lading krijgt door de inhoud en soms door de vorm, die in de meeste gedichten grillig is. De tekst op de achterkant heeft gelijk: het zijn monologen.’
Runa Svetlikova - Drieëntwintig tips om de hond en je demonen aan de lijn te houden
Runa Svetlikova - Drieëntwintig tips om de hond en je demonen aan de lijn te houden
Hans Puper over ‘Drieëntwintig tips om de hond en je demonen aan de lijn te houden’: ‘Runa Svetlikova schrijft niet over angst, paniek en verwarring, ze laat de lezer die meebeleven. Maar ze laat je niet in verwarring achter, daarvoor is haar poëzie te sprankelend, eigenzinnig en humoristisch. Ook deze bundel verdient een prijs.
Elisabeth Tonnard - Voor het ideaal, lees de schaal
Elisabeth Tonnard - Voor het ideaal, lees de schaal
Ernst Jan Peters schrijft over ‘Voor het ideaal, lees de schaal’ van Elisabeth Tonnard, een bundel met verschillende vormen en stijlen. Van hergebruikte verzen van Richard Minne naar een gesamplede Hendrik Marsman en daartussendoor dicht op de huid gedichten over de dood van de geliefde en het gevoel van verlatenheid. Een boeiende bundel en welk gedicht ideaal is, is lastig vast te stellen, dat hangt ook een beetje af welke schaal je gebruikt voor de beoordeling.
Chris van Geel en Judith Herzberg - Brieven 1962-1974
Chris van Geel en Judith Herzberg - Brieven 1962-1974
Eric van Loo over de briefwisseling ‘Brieven 1962-1974’ tussen Chris van Geel en Judith Herzberg: ‘Al snel wordt duidelijk, dat zeker Van Geel niet alleen aan Herzberg persoonlijk schreef, maar dat hij deze brieven ook gebruikte om zijn gedachten op papier te krijgen.’ Maar van hun gedachtewisseling vinden we in dit boek helaas weinig terug, omdat na een brand de meeste brieven en kaarten van Herzberg verloren zijn gegaan.
Peter van Lier - Geachte afwezigen
Peter van Lier - Geachte afwezigen
Romain John van de Maele: “In de inleiding van de bundel beschouwingen met de intrigerende titel ‘Geachte afwezigen’, stelt filosoof en dichter Peter van Lier terecht de even intrigerende vraag waarom iemand gedichten begint te schrijven. (…) Voor lezers met een uitgesproken interesse voor wijsgerige uitweidingen én poëtische bespiegelingen is het boek van Van Lier ‘gefundenes Fressen’, of een uitgelezen mogelijkheid die men niet verloren mag laten gaan.”
Job Degenaar - Hertenblues
Job Degenaar - Hertenblues
Maurice Broere over ‘Hertenblues’ van Job Degenaar: ‘[Het] is een bundel met aansprekende, toegankelijke poëzie, waarin de dichter ons meeneemt in universele gevoelens, waarin we veel van onszelf herkennen. Moderne gedichten met een kop en een staart, niet hermetisch, maar waarin toch wat te raden overblijft.’
Simone Atangana Bekono - Hoe de eerste vonken zichtbaar waren
Simone Atangana Bekono - Hoe de eerste vonken zichtbaar waren
'Hoe de eerste vonken zichtbaar waren' van Simone Atangana Bekono werd gelezen door Ernst Jan Peters. Een bundel gedichten die als één gedicht gelezen mag worden. Een daverend debuut waarbij via beeldend taalgebruik verschillende verhalen worden verteld over wie we zijn, lijken te zijn en worden gezien door anderen.
Poëzie Kort 2018 / 1
Poëzie Kort 2018 / 1
In de eerste ‘Poëzie Kort’ van 2018 schrijft Laura Demelza Bosma over de ‘Mini Belgium Bordelio’, een deeltje van de serie bundels die Nederlands- en Franstalige dichters samenbrengt, Hans Franse over ‘Woorden van het naseizoen’ van de Haagse dichter Gerrit Vennema, Eric van Loo over ‘Vaderhanden van Tom Driesen en Hans Puper over ‘Zolt en Stof’ van de Groningse dichter Willem Tjebbe Oostenbrink.