Recensies
Leonard Nolens - Opzichtige stilte
In Opzichtige stilte heeft Leonard Nolens de binnenwereld van de maatschappelijk gemarginaliseerde mens naar buiten willen brengen door zich in te leven diens situatie - sterker nog, door de benarde existentie te tonen waarin deze mens gevangenzit.
Door de binnenwereld binnenstebuiten te keren geeft hij inzicht in wat ten diepste de ervaring is die leven heet. Wat Nolens de ‘wij’ en de ‘ik’ uit zijn vierdelige bundel laat ondergaan, is tevens een metafoor voor de positie van de dichter in de moderne samenleving. Een dichter heeft zijn sensoren op de werkelijkheid gericht, maar blijft daarin van nature een buitenstaander. Wat hem onderscheidt van de oplettende lezer, is zijn distantie tot diezelfde werkelijkheid en zijn scher
André van der Veeke - Poldergeest
André van der Veeke grossiert in zijn jongste bundel Poldergeest van de goede aanzetten, maar de uitwerking is vervolgens lang niet altijd bevredigend. De gevoelens zijn er, de goede bedoelingen zeker, maar niet de woorden die hen zouden moeten dekken.
Laura Mijnders - Nachtschade
In Nachtschade van Laura Mijnders staan te weinig parels om de bundel interessant te maken. De dichteres komt niet weg met het excuus dat poëzie eenvoud is. Haar poëzie zal nog flink moeten rijpen.
Peter Theunynck - De benen van de hemel
Lies Van Gasse noemde De benen van de hemel, de nieuwe bundel van Peter Theunynck, geen dichtbundel maar een papieren, geletterd bos. En ja, in elk gedicht ritselt wel ergens een twijg of blad of duikt een landschap op waarin bomen, struiken en bloemen een prominente rol spelen. Naast bomen spelen bommen een belangrijke rol: in het werk van Theunynck is de oorlog ook nooit ver weg. In het tweede deel van de bundel, dat de passende titel Flanders Fields meekreeg, neemt hij de lezer mee naar het slagveld van de Eerste Wereldoorlog. De Westhoek en zijn protagonisten vormen naast bomen een tweede rode draad in deze bundel.
Runa Svetlikova - Deze zachte witte kamer
Deze zachte witte kamer is het debuut van Runa Svetlikova.
De bundel bestaat uit zeven korte afdelingen, waarvan er enkele verrassend goed zijn. Onderling hebben ze een sterke samenhang, wat onder meer blijkt uit terugkerende titels.
De bundel bestaat uit zeven korte afdelingen, waarvan er enkele verrassend goed zijn. Onderling hebben ze een sterke samenhang, wat onder meer blijkt uit terugkerende titels.
Lévi Weemoedt - Met enige vertraging
Hoewel Lévi Weemoedt (Isaäk Jacobus van Wijk, 1948) ook een verdienstelijk prozaïst is (o.a. Bedroefd maar dankbaar, De ziekte van Lodesteijn, Acte van verlating) is hij vooral bekend als dichter van pretentieloze, tragikomische verzen vol zelfspot. Bij de verschijning van Met enige vertraging juicht de uitgever: 'Goddank, hij heeft zich niet vernieuwd en zijn stem klinkt somberder dan ooit!'
Maud Vanhauwaert - Wij zijn evenwijdig
Maud Verhauwaert is in Wij zijn evenwijdig goed in het stellen van niet eerder gestelde vragen. Haar verwondering over het bestaan wordt bijna vanzelfsprekend de verwondering van de lezer. Nog lang nadat ik de bundel had uitgelezen zat ik verstild uit het raam te kijken, mij vooral bewust van de ontzaglijke, onvoorstelbare hoeveelheid leven die mij ontgaat. En van de rijkdom van poëzie die probeert om ons iets daarvan bewust te maken, die dat voor ons oproept.
Frieda Mulisch - Nooit vergat ik jou
Vier jaar na de dood van Harry Mulisch (oktober 2010) brengt Frieda Mulisch (1974), de tweede dochter, een dichtbundel uit waarin zij zich volgens de tekst achterop 'volledig bloot' geeft en dichtend 'het gesprek' aangaat met haar vader; 'behalve verwerking vooral een eerbetoon'.
Nooit vergat ik jou verdient vanwege de authenticiteit en integriteit ervan alle respect.
Alex van Warmerdam - Ik heb de wereld geschapen
Alex van Warmerdam is schilder, dichter, film- en theatermaker, lees ik op de achterflap van zijn tweede bundel Ik heb de wereld geschapen. De term homo universalis schiet me even te binnen. Wie zoveel tegelijk doet heeft wel erg veel talent. En dan zo’n pretentieuze bundeltitel. Goed, men moet natuurlijk altijd wat vooroordelen overwinnen, maar een beetje argwaan lijkt me bij deze poëzie wel op zijn plaats. Dringt zich bij het lezen van de gedichten een andere mening op?