Recensies
Jan Zwaaneveld - Dwaalsporen
Dwaalsporen van Jan Zwaaneveld is een romantische dichtbundel. Niet alleen in zijn onderwerpkeuze is Zwaaneveld een romanticus, maar ook in de behandeling van zijn materiaal. Hij maakt de dingen groter dan zij zijn, of in ieder geval anders, hij maakt ze bijzonder.
Jozef Deleu (red.) - Het Liegend Konijn, jrg.12 nr.1, themanummer OORLOG
Het moet voor Jozef Deleu een waagstuk geweest zijn, het samenstellen van een themanummer naar aanleiding het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, omdat Het Liegend Konijn ook nu wilde vasthouden aan de eis dat uitsluitend nieuw werk wordt opgenomen. Bij een vrije inzending kiest een redacteur naar believen, maar als gedichten op verzoek of in opdracht geschreven worden, moet maar worden afgewacht wat het niveau is van wat wordt aangeleverd. Dat is, zeg ik maar meteen, verrassend hoog. Hoe Deleu het voor elkaar heeft gekregen weet ik niet, maar hij heeft bij veel van zijn auteurs het beste naar boven gehaald. Gewoon omdat ze hem niet teleur wilden stellen?
Tom Lanoye - Niemands Land / Overkant
In het kader van het herdenkingsjaar van De Groote Oorlog brengt Prometheus Tom Lanoye's tien jaar oude bundels Niemands Land en Overkant - vertalingen en bewerkingen van gedichten uit en over WO I - uit in één band.
Een mooi verzorgde uitgave waarin een katern indringende foto's en tekeningen zorgt voor de verbinding van de bundels.
Charles Ducal - De buitendeur
De buitendeur, de nieuwe bundel van Charles Ducal, telt 63 gedichten die zijn ondergebracht in acht afdelingen met een verschillende thematische invalshoek. De eerste drie handelen over het gezin waaruit de dichtende ik afkomstig is, het boerenmilieu, zijn kindertijd, de verhouding tot de ouders tot en met hun dood. Dan volgen twee afdelingen waarin de dichter reflecteert op het huidige eigen bestaan, met name op zijn dichterschap, en de laatste drie afdelingen tonen zijn maatschappelijk betrokken, geëngageerde kant.
Hester Knibbe - Archaïsch de dieren
Archaïsch de dieren van Hester Knibbe gaat over de condition humaine. Grote schrijvers en dichters zijn Knibbe voorgegaan, maar het lijkt of zij daar als eerste over schrijft. Dat komt door haar onmiskenbaar persoonlijke werkwijze, zowel vormtechnisch als inhoudelijk. Daarnaast laat zij zien dat het schrijven van deze poëzie voor haar niet vrijblijvend is, maar noodzaak. Een bundel die zo rijk is, dat iedere bespreking hem tekortdoet.
Gwy Mandelinck - Lotgenoten
In Lotgenoten van Gwy Mandelinck zijn niet alle woorden en beelden direct te duiden, maar uit de suggestie die zij oproepen, spreekt kracht. Het zijn gedichten die blijven vragen om betekenis, zich niet onmiddellijk blootgeven. Het begint met de vorm, een enkel woord, een beeld, een enkele zinsnede, een strofe, een motto. Dit is een bundel waar je in hink-stap-sprong doorheen gaat, voordat je patronen gaat ontdekken, je onder de indruk geraakt van de zeggingskracht van deze poëzie. Het vraagt wat tijd om de vensters geopend te krijgen en jezelf in de spiegel te zien.
Willem van Toorn en Hans van de Waarsenburg - Dodemansdagen
Dodemansdagen van Willem van Toorn en Hans van de Waarsenburg wordt door de uitgever gepresenteerd als werk van dichters die elkaar gedichten schrijven over het leven: ‘Twee dichters in dialoog over liefde, de herinnering en de onherroepelijke tijd, en over de dood.’
Floor Buschenhenke - Het moeten eenhoorns zijn
Het is fijn verdwalen in de poëtische werelden van Floor Buschenhenke. Haar tweede bundel, Het moeten eenhoorns zijn, bevat mythologische wezens, belevingen van kinderen en zelf uitgevonden machines. Gedichten om vrolijk van te worden, maar ook met een spannende gelaagdheid.
Peter WJ Brouwer - Mascara
In Mascara weet Peter WJ Brouwer met een enkel woord tal van associaties wakker te roepen. Hij is daar een meester in. Elke keer wanneer je denkt dat je alle betekenislagen van een gedicht hebt afgepeld, blijkt er een andere onder te liggen. In veel gevallen rest er enkel het gevoel dat je binnensluipt, dat je nog niet tot op de bodem bent. Juist dat gevoel, het onvermogen om te verwoorden wat er werkelijk aan de hand is, lijkt mij het belangrijkste element van de poëzie van Peter Brouwer. Een gevoel van onmacht dat hem onverlet door laat zoeken naar het minimum aan woorden waarmee hij de kern zou kunnen raken. Tegen beter weten in. En met een buitengewone muzikaliteit die de sfeer bepaalt van elk gedicht.