Recensies
H.C. ten Berge - Een kinderoog
Johan Reijmerink bespreekt in een longread de bundel ‘Een kinderoog’ van H.C. ten Berge: ‘Hoe gelukkig kun je zijn en worden in tijden van oorlog, schaarste en wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog? Hij verwoordt de kantelmomenten van zijn geestelijke en fysieke ontwikkeling als kind. Het gaat niet alleen om de vervreemdende wereld buiten de ik, maar ook om de veranderende wereld in hemzelf. Ten Berge kiest voor verhalende poëzie, verdeeld over vijf grote afdelingen die in essentie nog zoveel dubbelzinnigheid in zich dragen dat ze meer zijn dan een beknopt prozaverhaal.’
Albert Hagenaars - Pelgrimsgrond
Douwe Wilts bespreekt in zijn eerste recensie voor Meander de bundel ‘Pelgrimsgrond’ van Albert Hagenaars. Hij is gefascineerd door de poëzie van Hagenaars: ‘Hij laat een onrustige pelgrim aan het woord die steeds maar weer nieuwe plekken zoekt – en vindt – om naar toe te pelgrimeren. Hagenaars is een uitstekende kunstenaar. Hij leert mij dichters, schilders, componisten, al of niet bestaande geliefden, bedevaartsplaatsen en idolen kennen en ik ga van ze houden. Het is een ode aan de wereld met haar oneindig uitvouwbare werkelijkheid.’
Jan Graafland - De snoek en de kat
Æde de Jong is in zijn eerste recensie voor Meander niet onder de indruk van de poëzie in ‘De snoek en de kat’ van Jan Graafland: ‘Het merendeel van de bundel bestaat uit observaties die de ik-persoon doet in de tuin, verwoord in kneuterig proza dat zo gerangschikt is dat het op een gedicht moet lijken. Er is te veel sprake van ongebreidelde sentimentaliteit, die te weinig met vakmanschap is bewerkt tot voor anderen behapbare gedichten.’
Bashõ's Sarumino - Een regenjas voor het aapje
Een speciale longread vandaag over de integrale vertaling van Bashõ’s ‘Sarumino’, oftewel ‘Een regenjas voor het aapje’, door gastrecensent en (haiku) dichter Hendrik-Jan de Wit: ‘’Henk Akkermans en Wim Boot vullen met hun vertaling de grote leemte die er was voor elke haikuliefhebber in Nederland. Eindelijk is de ‘Sarumino’ integraal vertaald in het Nederlands. En wat voor een vertaling: een voorbeeldig, wetenschappelijk geschoeide en uitbundige vertaling. Het boek bevat geen woord teveel en laat zien dat de Japanse poëzie een enorme meerwaarde geeft.’’
Andy Fierens - De Trompetten van Toetanchamon
Een longread vandaag van Marc Bruynseraede over ‘De Trompetten van Toetanchamon’, de laatste bundel van Andy Fierens. ‘Een poëzie die klaar, verstaanbaar is, in prozastijl geschreven, en, qua inhoud, studentikoos, sarcastisch, kleurrijk en inventief-explosief overkomt. Af en toe wat teveel show en ietwat overdone, maar lekker liggend in het gehoor en, ja, grappig ook. Onder de mantel van luchthartigheid en knap dichtwerk schuilt echter een hoop ellende.’
Wiel Kusters en Joep Bertrams - Alfabels
Kamiel Choi aan het woord: ‘’Het bekende abecedarium van Rie Cramer is meer dan zeventig jaar oud. Een abecedarium is een langer gedicht waarvan de versvoeten beginnen met de verschillende letters van het alfabet. Wiel Kusters heeft nu een moderne versie uitgebracht, met illustraties van Joep Bertrams, die ook bekend is om zijn politieke spotprenten. De gedichten in ‘Alfabels’ zijn erg moeilijk te doorgronden en het spook van rijmdwang waart door de bundel.’’
Gerda Blees - Week
Gerda Blees schreef wekelijks een gedicht aan haar ongeboren kind. Dit resulteerde in de bundel ‘Week’. Een bespreking van Jeanine Hoedemakers: ‘Alles vertrouwt Gerda Blees haar kindje toe, het kan bijna niet anders dan dat zij is bevallen van een opmerkzaam maatje voor het leven. De gedichten die ik eerder poëtische brieven zou willen noemen, bevatten stuk voor stuk fraaie poëtische formuleringen en veel informatieve stukjes fijn geschreven proza. Daarnaast word je als lezer verwend met Blees haar heerlijke taalvaardigheid en heldere soms kritische blik op de buitenwereld.’
Levity Peters – Met de bijsmaak van onschuld
Hans Puper: “Omdat dit mijn 250e en laatste recensie is, neem ik de vrijheid een van mijn eigen hoofdregels te overtreden: bespreek geen bundels van mensen die je heel goed kent. Dat doe ik ditmaal toch, omdat ‘Met de bijsmaak van onschuld’ van Levity Peters anders mogelijk onbesproken blijft. Niet vanwege de kwaliteit, maar de inhoud.”
Diet Verschoor - Het ultieme blauw
‘Het ultieme blauw’ van Diet Verschoor is een verhaal over liefde, zo lezen we op de cover. Maurice Broere: ‘De ondertitel geeft eigenlijk direct mijn probleem met dit boekje aan. De vraag is of we dit werkje wel tot de poëzie moeten rekenen. Een belangrijk thema in het boek is God. De auteur lijkt zich losgemaakt te hebben van het geloof van haar ouders, maar het wringt soms nog wel. Ze probeert zelf vorm te geven aan een eigen geloof los van conventies en kerk’. Poëzie is het helaas niet.