LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Recensies

Paul Demets - De bijendans
Paul Demets - De bijendans
Een aantal aspecten uit het leven van bijen gebruikt Paul Demets in zijn allegorische bundel ‘De bijendans’. Johan Reijmerink is van mening ‘dat hij op zoek is naar een nieuwe verhoudingen in een veranderende samenleving die doordesemd is van verkwisting en ongelijkheid. Demets weet zich op een poëtische wijze met de op handen zijnde transitie te engageren in strak gecomponeerde verzen. In strofen van verschillende lengtes vinden de versregels hun onderlinge verbondenheid in alliteratie, assonantie, enjambement en een soepel ritme.’
Jan Baeke - Het verkeerde hart
Jan Baeke - Het verkeerde hart
Kan uit een vuistdikke roman poëzie gedestilleerd worden zonder de lezer te veel te overweldigen, is de vraag die Kamiel Choi zich stelt bij ‘Het verkeerde hart’ van Jan Baeke. ‘Op meerdere plekken in de bundel schemert goede lyriek door dit postmoderne epos. Halverwege de bundel verlies ik de draad. De indrukken blijven zich opstapelen en ik moet veel moeite doen om ze voor me te zien.'
Joris Iven - De weg naar Pitchipoi
Joris Iven - De weg naar Pitchipoi
Een bespreking van ‘De weg naar Pitchipoi’, de bundel van Joris Iven. Hettie Marzak aan het woord: ‘Iven weet in zijn gedichten op indringende manier weer te geven hoe elk mens omgaat met dood en verlies. Van de reis die in de gedichten gemaakt wordt van verleden naar heden en omgekeerd, is het doel niet het belangrijkste, maar de manier waarop je reist en de plaatsen en mensen die je onderweg aandoet.’
Ann van Dessel - Als de lucht valt
Ann van Dessel - Als de lucht valt
Marc Eyck gaf alle gedichten in de bundel ‘Als de lucht valt’ van Ann van Dessel alleen maar groene stickers en geen enkele rode. ‘Ze weet diepgaande waarheden of thema's, bedrieglijk eenvoudig neer te zetten. De gedichten van Ann van Dessel hebben opvallend weinig woorden nodig om tot de kern te komen. Om het, een en ander, zo op papier te kunnen zetten, verraadt vakmanschap en zelfreflectie.’
Arjen Duinker - Autobiografie tot op de dag van vandaag
Arjen Duinker - Autobiografie tot op de dag van vandaag
In de ‘Autobiografie tot op de dag van vandaag’ van Arjen Duinker zijn de opsommingen, anaforen en herhalingen weer veelvuldig aanwezig. Herbert Mouwen aan het woord: ‘Arjen Duinker lijkt met de lezer een spel te spelen, maar deze krijgt amper vat op de particuliere speelwijze en spelregels die hij hanteert. Taal is voor de dichter Duinker niet alleen een middel om de werkelijkheid te beschrijven, maar vooral een probleem omdat hij daarmee de werkelijkheid slechts beperkt weer kan geven.’
Joris Miedema - De oneindige oester
Joris Miedema - De oneindige oester
De nieuwe bundel van Joris Miedema, ‘De oneindige oester’ is anders is dan alle andere. ‘Dat vindt de uitgever ook. Op de site staat: “Joris Miedema is ernstig en absurd. Waanzin blijkt geen losse flodder, maar onderdeel van een totaalbalans waar we als mens geen kaas van hebben gegeten”. Maakt dit een bundel goed? Nee, natuurlijk, alleen als hij goed is geschreven. En dat is deze oester. Heel goed zelfs’, aldus Hans Puper.
Mark Boog - Het einde van de poëzie
Mark Boog - Het einde van de poëzie
Recensent Johan Reijmerink: ''Mark Boog bouwt in zijn nieuwe bundel Het einde van de poëzie (2022) een dichterlijke weerzin op tegen ‘de onechte kleuren’ van onze samenleving. Hij constateert dat er om ons heen, in de natuur, op het land, in de stad, tussen de mensen iets aan het veranderen is. Wat betekent in dat kader ‘het einde van de poëzie?'' Een longread.
Heleen Bosma - Vervang eland
Heleen Bosma - Vervang eland
Dat een bundel uitgeven in eigen beheer ook een meerwaarde kan hebben, bewijst Heleen Bosma met ‘Vervang eland’. Paul Roelofsen vindt het niveau wisselvallig, maar ziet talent. ‘Het komt me voor dat Bosma probeert diepgang in haar poëzie te leggen door de buitenwereld erin te betrekken. Zij beschrijft dit open en helder, ook dat zij steeds terugvalt op zichzelf.’
Marie Claus - Hier huizen draken
Marie Claus - Hier huizen draken
Peter Vermaat heeft het gevoel dat hij de ‘Libelle’ aan het lezen is bij de bundel ‘Hier huizen draken’ van Marie Claus: ‘Dat wordt voornamelijk veroorzaakt door het alomtegenwoordige parlando, dat bovendien van de kabbelende en babbelende soort is. Mijn voornaamste bezwaar tegen deze poëzie is dat daarin consequent de dieper liggende lagen worden vermeden. De dichter houdt zichzelf – ondanks de quasi-persoonlijke wederwaardigheden die met de lezer gedeeld worden - angstvallig op de vlakte en blijft steeds opnieuw buiten beeld.’