Nieuwsbrief 41 / 8 november
Recensie van de bundel Ongedierte dat niet bevriest van Annet Zaagsma (Inge Bak)
Recensie van de bundel Ongedierte dat niet bevriest van Annet Zaagsma (Inge Bak)
De vaste columnist van deze tweede zondag in de maand, Karel Wasch, is ziek, daarom vandaag een column van recensent Johan Reijmerink. Over de pretentie van de recensent/criticus via o.a. Henk van Os en Joost de Vries, het populisme op het terrein van de kunsten en het ter discussie staan van de wetenschap naar het onlangs verschenen boek van Reijmerink zelf.
Christophe Ywaska veinst een schrijver die de wereld rondom hem en in de medemens probeert te vatten, zegt hij in zijn profiel, maar het is een echte dichter die zinnen maakt als “het naadloze spreken op rantsoen” of “hij stilt zonlicht tot een vogel op de muur”. Doen alsof is er niet bij. Ademloos volgen we hem.
Wiel Kusters heeft ‘Zonder palet’, dat voor het merendeel uit sonnetten bestaat, alfabetisch geordend. Dat kan willekeurig overkomen, maar het is functioneel. Hans Puper: ‘[Het] leven verloopt niet rechtstreeks van geboorte naar dood, je hoofd houdt zich niet aan tijd en ruimte. Herinneringen, associaties, plaatsen, het denken over de dood: ze lopen voortdurend door elkaar en het is aan niemand anders dan aan jou om daar betekenis aan te geven.’ Hij vindt het een mooie bundel.
Tsead Bruinja is Dichter des Vaderlands maar was natuurlijk altijd al een geëngageerd dichter én een grote taalliefhebber. Hoe gaat hij om met het dichterschap in de coronatijd? Zit hij wel eens vast in een gedicht en hoe gaat hij om met kritiek? Bruinja stelde zich kwetsbaar op en vertelde Mirthe Smeets dingen die niet iedereen weet.