Archief
Paul Soete - Behuizingen
In de bundel ‘Behuizingen’ van Paul Soete, is verlies, overgave en zoeken naar houvast een terugkerend thema, zegt Taco van Peijpe. Hij vindt het taalgebruik van deze dichter uiterst verzorgd en bijzonder. De meeste gedichten vragen nogal wat inspanning, maar die wordt rijkelijk beloond. Hij concludeert: ‘Deze bundel zal een welkome aanwinst zijn voor wie houdt van oorspronkelijke, gevoelige en tot in de puntjes verzorgde poëzie.’
Nieuwsbrief 15 / 13 april
Bach in Aardenburg
Goede Vrijdag en Pasen zijn in aantocht en dat betekent dat de Matthäus Passion uitgevoerd wordt, ook in de woonplaats van Rogier de Jong, Aardenburg. Deze stad staat bekend als Bachstad. Het Bachcomité vroeg de Vlaamse dichteres Christina Guirlande de connectie met Bach in poëzie vast te leggen. Wie zoveel muzikaliteit in een tekst weet te leggen, is de aangewezen persoon daarvoor.

Bundels die een grote indruk hebben achtergelaten
Dertig kersen op de taart van ons dertigjarig bestaan. Wat zijn jouw twee favoriete bundels van de laatste dertig jaar? Het lijkt een onmogelijke opdracht om die vraag te beantwoorden, maar onze recensenten gingen de uitdaging aan. We stoffen dertig bundels af die een grote indruk hebben achtergelaten en uitnodigen tot herlezen. Vandaag bespreken Johan Reijmerink en Janine Jongsma hun tweede favoriet.

Astrid de Keulenaar - Als water brandt
Ali Şerik vindt de bundel ‘Als water brandt’ van Astrid de Keulenaar een verrassend debuut omdat de gedichten naar sprookjes en dieren ruiken. Haar poëzie is een omzwerving op zoek naar de essentie van het leven. ‘Ze overhandigt met elk gedicht een cadeau aan de lezer, maar het is aan de lezer om het uit te pakken, zonder het inpakpapier te scheuren: zorgvuldigheid is gewenst.’
Interview Lisette Lombé
Lisette Lombé neemt haar missie als Poète*sse de Belgique/Dichter*es van België/ Dichter*in von Belgien met veel nederigheid aan. De eerste grens is niet taalkundig maar ideologisch, zegt ze, ‘zonder een positieve visie op delen, op de ander, is het onmogelijk om je open te stellen.’ Haar drijfveer is intensiteit. ‘Onrecht, hartzeer, verlangen... Als ik boos ben, moet ik die gemoedstoestand kalmeren door te schrijven.’

Lloyd Haft - Kruipruimte
In de bundel ‘Kruipruimte’ volgen we dichter Lloyd Haft op zijn zoektocht door de ‘krochten’ van het geleefde leven. Ivan Sacharov zegt: ‘’Zijn poëzie verraadt zijn interesse in de psyche en in het transcendente, zijn Amerikaanse oorsprong en zijn vertoeven in verschillende werelddelen. Ik vind Haft een sympathieke dichter. Om het gek te zeggen: er zit een soort ‘zin’ in zijn gedichten, waardoor je zelf als lezer ook zin krijgt.’’
Een wereld vol sonnetten (9)
Het 9e deel van onze rubriek 'Een wereld vol sonnetten' gaat over Couperus. Het 'Sonnet VII' van Couperus fungeerde als motto voor het vuistdikke 'Couperus: Een leven' (2016), het 'magnum opus' van Couperusbiograaf Rémon van Gemeren. Het Feest der Poëzie maakte een voorstelling 'Van en over Couperus' met daarin een sonnet van de voorzitter van het Louis Couperus Genootschap, Simon Mulder.

Wout Waanders - We zijn nog lang niet halverwege
In ‘We zijn nog lang niet halverwege’, de tweede bundel van Wout Waanders, komt Hettie Marzak betoverende gedichten tegen: ‘dat universum van Waanders is een bonte verzameling van tot leven gekomen schilderijen van Jeroen Bosch of Dali, vol van intrigerende gebeurtenissen, veel vreemde dieren en fabelwezens.’ De kracht van de dichter is dat je volledig kunt meegaan in zijn fantasie, zonder enig voorbehoud, zegt Marzak.
Nieuwsbrief 14 / 6 april
Verjaardag vieren
Jan Loogman in een ontroerende column over ouder worden. ‘Later, mijn jongetje, word je een man‘, dichtte Hugo Claus ter gelegenheid van een vierde verjaardag. ‘Later reikhals je als een giraffe naar het hoe en het waarom / Men zal je stempelen als bagage / Men zal je kwetsen om je wens en je droom …Maar nog lange niet, nog lange niet.’
Raymond Tilma
Soms is een gedicht gewoon goed, eenvoudig en rijmend, zoals de vergelijking van de dood met een verrotte, verteerde en verdroogde tuin, de herinnering aan een kruiwagen en hoe je daar als kleuter in zat, nu alle hekjes kapot, alle ruiten gebroken, de gieter verroest. ‘Nergens is mijn vader doder / dan op zijn tuintje naast de weg.’ Werk van Raymond Tilma.

René Huigen - Noem mij David
Johan Reijmerink bespreekt in deze longread de bundel ‘Noem mij David’ van René Huigen. Hierin is de dichter op een zoektocht naar hoe poëzie zich verhoudt tot de werkelijkheid: ‘Deze poëzie is doortrokken van een werkelijkheid die zich aan de logica onttrekt. Huigen heeft iets van de wetenschapper die langs de weg van intuïtie en serendipiteit tot zijn resultaten komt.’
Interview Karen de Boer
‘Poëzie voelt als een stevige halm waaraan ik me graag, samen met anderen, vastgrijp om enerzijds van te genieten, en anderzijds schoonheid toe te voegen, als tegenwicht, in de wereld van nu.’ Karen de Boer schrijft zolang ze zich kan herinneren. Online publiceren heeft veel mogelijkheden toegevoegd aan de interactie met een netwerk maar haar versgedrukte bundel openen was een heel gelukkig makend moment.

René Smeets - Zware wolken zwarte randen
René Smeets schrijft in zijn tweede bundel ‘Zware wolken zwarte randen’ poëzie die maatschappelijk en politiek geëngageerd is. Alle onderwerpen waar men zich over kan opwinden komen voorbij in een onheilsopsomming. Marc Bruynseraede haalt een oude wijsheid aan: ‘De mens is een wolf voor zijn medemens’. Hij noemt de bundel 'een poëtisch protest tegenover het grenzeloos geweld, brutaliteit en de malheuren van deze wereld’. Een longread.
Wie zit er achter het podium? (11)
Monique Wilmer-Leegwater kan het beste vertellen over Borne doet Poëzie: in deze 11e aflevering van Wie zit er achter het podium? neemt zij je mee naar het oosten van het land, waar je niet alleen verliefd kan worden op Twente maar ook op de dynamiek van dit podium. Wie anders had er tijdens de poëzieweek acrobaten uitgenodigd om het thema ‘lijfelijkheid’ tot uiting te brengen?

Rob de Vos - prijs 2025
De poëziewedstrijd voor de Rob de Vos-prijs 2025 gaat van start. Iedere deelnemer mag één gedicht insturen. We werken met een verplicht thema. Inzenden kan t/m 30 september. Onze juryleden zijn ervaren poëzielezers en zij hopen op gedichten van een goede kwaliteit. Alle winnaars van voorgaande jaren zijn terug te vinden op de site. Veel succes!
Nieuwsbrief 13 / 30 maart
Verheven dichtregels
Het woorddeel ‘akel’ in ‘van te veel spektakel / wankel je allicht’ geeft geen licht meer in Alkmaar, het Lucebert-citaat blijft behouden maar zal gerepareerd moeten worden. Er zijn behalve de besproken neoncitaten in deze column van Jan van der Vegt nog duizenden dichtregels, strofen of hele gedichten in de openbare ruimten van Nederland en Vlaanderen te lezen. De Vijftigers zijn daarbij goed vertegenwoordigd.
De eerste honderd (1)
Wim van Til, onze gastredacteur in dit jubileumjaar, maakt een serie over zijn eerste honderd, vandaag deel 1. ‘Mijn reis door het landschap van de poëzie begon op 15 december 1971. ‘ Hij won een schaakcompetitie en kocht van de prijs, een boekenbon van 15 gulden, zijn eerste gedichtenbundel: ‘Voorbij de laatste stad’, de bloemlezing uit het werk van Gerrit Achterberg door Paul Rodenko.

Elise Vos - Bolster
Tom Veys zegt over het debuut ‘Bolster’ van Elise Vos, dat de dichter ons naar donkere plaatsen brengt via een sterke, lyrische taal. Een bolster is de stekelige bescherming van een vrucht, denk aan een kastanje. De poëtische vrucht van Vos ontplooit zich rijkelijk in dit debuut: ‘De dichter trekt je in vrijwel elk gedicht mee naar een poëtische schaduwwereld’.
Interview Jan Holman
‘Taal biedt de mogelijkheid om grip te krijgen, een goede strofe omkadert als het ware een situatie, legt iets vast, en dat kan een zekere rust geven. Tegelijkertijd schiet taal ook tekort, loopt vaak ‘achter de feiten’ aan, is een poging. Jan Holman en hoe ‘de behoefte aan vertrouwdheid verandert in de wens om niet begrepen te hoeven worden.’
Doina Ioanid - Overgangsgedichten
Jan H. Mysjkin vertaalde de bundel ‘Overgangsgedichten’ van de Roemeense Doina Ioanid. Marc Bruynseraede concludeert dat met deze bundel het nut van prozagedichten is bewezen. ‘De heel liquide, vertellende, transparante stijl is zowat het waarmerk van Ioanid.’ Haar gedichten zijn ‘volstrekt authentiek en bevreemdend.’ Een stem die de Roemeense poëzie van vandaag een frisse bries geeft
Annet Zaagsma
Een voorpublicatie uit de nieuwe bundel van Annet Zaagsma, ‘In elk klokhuis schuilt cyanide’ opent met ruimte- en tijdbepalingen, tot we ons bevinden in een voorbeeldig huishouden. Van daaruit wordt de vervreemding opgevoerd. Mensen worden producten, etenswaren zijn poëzie, een mensenhoofd past niet zonder kleerscheuren door een geboortekanaal. We presenteren een cyclus van vier ‘definitiegedichten’.