Archief
Gedichten
Van Atze van Wieren (1943) verscheen afgelopen september Eeuwig leven, zijn derde dichtbundel. Werk van hem verscheen verder in verzamelbundels en tijdschriften. Ook won hij meerdere prijzen.
Huub Oosterhuis - Die wij denken
'Poëtisch vind ik de bundel niet interessant en je kunt je afvragen waarom ik hem dan toch bespreek. De reden is mijn ergernis over zijn preekzucht en annexatiedrift, waardoor een terecht engagement volkomen de mist in gaat', zegt Hans Puper over ‘Die wij denken’ van Huub Oosterhuis.
Kees Klok - Over de vloedlijn
Maurice Broere over ‘Over de vloedlijn’ van Kees Klok: ‘Zowel qua vorm als thematiek is de bundel niet zo vernieuwend. (…) Aan de andere kant zijn de gedichten erg toegankelijk, goed leesbaar en het zijn geen duistere woordpakketten. (…) Geen stormen en hoge vloedgolven, maar statisch evenwicht. Bij vloed verdwijnt veel onder water. Misschien was de eblijn wel interessanter, in ieder geval onthullender, geweest.
Gedichten
Gedichten van Vera Steenput, Annemarie van Harten, Robin Wim Hutse, Jan de Bruyn en Xander L Jongejan.
Frank Boeijen - Palermo
Eric van Loo over het tekstboek met op twee cd’s bijgevoegde muziek, ‘Palermo’ van Frank Boeijen: ‘Binnen de Nederlandstalige popmuziek vielen de teksten van Boeijen van meet af aan op door hun poëtische karakter. (…) Met zijn teksten, die bijna allemaal over liefde gaan, wil Boeijen ingaan tegen de stroom van het cynisme van deze tijd. De burgemeester van Palermo, die elke vluchteling persoonlijk welkom heet, is voor hem daarbij een symbool van moed en menselijkheid.’
Gedichten
Marjan De Ridder aka Marianders is heilig verliefd op woorden. Daarnaast combineert ze deze met beelden, het resultaat daarvan kan je bekijken op haar website. Haar teksten zijn nomaden en reizen van poëzie, slam, spoken word tot rap. In de zomer van 2017 ging ze aan boord van de poëziebus, sindsdien is ze naar eigen zeggen niet meer uitgestapt.
Jan Dullemond - Om tijd te winnen
Hans Franse over ‘Om tijd te winnen’, een selectie uit de gedichten van Jan Dullemond: ‘De poëzie vertelt, er is weinig beeldende lyriek bij: de vertellingen zijn wat recht toe recht aan, soms zelfs aan de droge kant verwoord. Ik mis daarbij het lyrische moment. Wat ik wel opmerk is een menselijk gevoel dat als het ware op de achtergrond meespeelt, het is sterk ingehouden, er zijn momenten dat het even doorbreekt.’
Ester Naomi Perquin - Lange armen. Gedichten over de politie
Ernst Jan Peters las ‘Lange armen. Gedichten over de politie’ van Ester Naomi Perquin en ziet daarin een warm eerbetoon aan mensen die bij de politie werken. Voortgekomen uit een opdracht bij het eerste lustrum van de vernieuwde politieorganisatie heeft de 'Dichter des Vaderlands' meegelopen met agenten en gesprekken gevoerd. De tien gedichten zijn uit op herkenning en erkenning en daarin slagen ze.
Kreek Daey Ouwens - Oefening in alleen lopen
Johan Reijmerink over ‘Oefening in alleen lopen’ van Kreek Daey Ouwens: ‘De emotionele ontwikkeling van kind tot volwassen vrouw vormt de thematische achtergrond (…) Het wordt duidelijk dat voor Ouwens taal een middel is om de ander te bereiken. Ze maakt weinig gebruik van metaforen. Het gevaar dat haar zodoende bedreigt, is dat ze daardoor de gelaagdheid in haar werkelijkheid niet altijd voldoende tot gelding weet te brengen.
Een pijnlijke bundel
Joris Denoo (Torhout, 1953) is een Vlaams germanist, dichter, proza-en toneelschrijver. Van hem verscheen in augustus 2017 de poëziebundel Zwaartekracht. Joris Denoo schrijft al decennia. Zijn verhalen stonden eens in het vroegere Meander, maar zijn proza is meestal totaal anders dan zijn poëzie, zoals hij hier vertelt.
Gedichten
J.C. Aachenende - Vloeken is gezond
Paul Roelofsen over ‘Vloeken is gezond’ van J.C. Aachenende: ‘Deze directe en ongezouten manier van uitdrukken is niet de enige kwaliteit van Aachenende. Hij onderscheidt zich met name door zijn uitzonderlijk meesterschap over de vorm; geen syllabe te veel of te weinig en alle woorden feilloos op de juiste plaats. En ook de ritmiek, wezenskenmerk van voordrachtspoëzie (…) is perfect.
Gedichten
Gedichten van Annette Akkerman, Taco van Peijpe, Pieter van de Walle, Arjen van de Meijgaard en Wim Vandeleene.
Klassieker 219: Joost Baars – kosmologie van het tapijt
Het zal u niet ontgaan zijn: het debuut van Joost Baars is één van de vijf bundels die voor de huidige en tevens laatste editie van de VSB Poëzieprijs zijn genomineerd. Ook Joost Dancet was onder de indruk van 'Binnenplaats'. Hij laat zien wat het openingsgedicht van de bundel tot zo’n bijzonder gedicht maakt.
Jürgen Smit - Staarsonnetten
Laura Demelza Bosma over ‘Staarsonnetten’ van Jürgen Smit: “Deze bundel is […] geschreven in asemisch schrift, dat is een vorm van schrift met open semantische inhoud. (…) ‘Staarsonnetten’ is een beeldend kunstwerk dat oproept een toegang te vinden tot poëzie door te kijken. Wie daar voor open staat kan door meer afstand te nemen tot de vaste vorm van een sonnet, de eigen creativiteit bevrijden.”
J.H. van Geemert - Krekeldoof
Hans Puper: "J.H. van Geemert is als dichter weinig bekend en dat is jammer. Zijn nieuwe bundel ‘Krekeldoof’ gaat over ouder worden, het onbereikbare verleden, verval en dood. Dat klinkt zwaar, maar hij maakt de thema’s op een schijnbaar terloopse, bescheiden wijze lichter, humoristisch soms, maar zonder te vervallen in een al te gemakkelijke ironie."
Madelon de Keizer - Als een meeuw op de golven. Albert Verwey en zijn tijd
Herbert Mouwen over ‘Als een meeuw op de golven. Albert Verwey en zijn tijd’ van Madelon de Keizer: “[Zij] heeft geen literaire, maar een cultuurhistorische biografie geschreven. Het leven van Verwey, zijn relaties en positie in het literaire en culturele krachtenveld staan daarin centraal. (…) Ik was er al van overtuigd dat de periode 1880-1920 op literair gebied uitermate boeiend en dynamisch was. ‘Als een meeuw op de golven’ benadrukt dat alleen maar.”
Koen Rymenants en Carl de Strycker - Willem Elsschot. Dichter
De dichter Elsschot is interessant vanuit de optiek van de prozaïst Elsschot, dat is de belangrijkste conclusie die Ernst Jan Peters haalt na lezing van ‘Willem Elsschot. Dichter’. Deze bundel versanalyses, samengesteld en ingeleid door Koen Rymenants en Carl de Strycker, is zo degelijk en wetenschappelijk dat je bijna de lol vergaat om Elsschot beperkte dichterlijke oeuvre te ondergaan. De groeiende Elsschotbibliotheek is uitgebreid met nieuwe inzichten. Boeiend voor Elsschotfanaten, iets minder voor poëzieliefhebbers.
Karim Schelkens - enkel tegen enkel
Eric van Loo over ‘enkel tegen enkel’: “Het poëziedebuut van Karim Schelkens is een bundel naar mijn hart. Een bescheiden aantal korte, compacte gedichten, veelzeggend in hun eenvoud. […] De flaptekst vat het krachtig samen: ‘De woorden zijn herkenbaar en alledaags, lijken losjes op het blad geschud, maar vooral voor wie herleest ontvouwt zich langzaam een verrassende geologie van betekenissen.”
Gedichten
Babette Groos (1998) is van oktober 2017 tot oktober 2019 Jonge Dichter des Vaderlands en won eerder Doe Maar Dicht Maar. Ze stond op het Wintertuinfestival in Nijmegen, hoopt volgend jaar haar (erg verlate) HAVO diploma te halen en heeft twee ratten.
André van der Veeke - Dwangarbeider van de poëzie
Maurice Broere over ‘Dwangarbeider van de poëzie’, de bloemlezing uit het werk van André van der Veeke: ‘[Er] zitten echt juweeltjes tussen die veel meer tot hun recht hadden kunnen komen in een andere opzet. Misschien had de dwangarbeider wat kritischer naar zijn arbeid moeten kijken en niet de hoeveelheid maar de kwaliteit als norm moeten nemen.’
Gedichten
Het verdwijnen in fictieve kaders
Hanneke van Eijken (1981) is docent Europees Recht aan de universiteit van Utrecht en dichter. In die laatste hoedanigheid viel zij al op in de jaren na 2010 door publicaties in literaire tijdschriften en haar optredens op literaire podia en festivals. Op 7 januari 2018 is de presentatie van haar tweede bundel: Kozijnen van krijt.
Sasja Janssen - Happy
Hans Puper: "De nieuwe bundel van Sasja Janssen heet 'Happy'. Wie op grond van deze titel en het vertederende kalfje op het voorplat een feelgood-bundel verwacht, komt bedrogen uit. (…) De bundel is verre van vrolijk, maar dat betekent niet dat je er somber van wordt, integendeel, daarvoor is hij te veelzijdig, zowel naar vorm als inhoud." De existentiële rol die poëzie voor Janssen lijkt te spelen, maakt deze bundel uiterst boeiend.