Archief
René Hooyberghs - Het woord nabij
Recensent Romain John van de Maele over ‘Het woord nabij’ van René Hooyberghs:
‘Voor een dichter zijn woorden altijd nabij, maar ‘het’ woord lijkt zich soms in onbetreden gebieden te verschuilen. Dichten is altijd een ontdekkingstocht, en woorden – laat staan ‘het’ woord – geven zich vaak niet gemakkelijk bloot. René Hooyberghs (1944) is een bedachtzame dichter die woorden niet zomaar verzamelt om ze in het keurslijf van een gedicht op te sluiten.’
De grens tussen woord en beeld
Dorien de Wit (1980) is beeldend kunstenaar, dichter en schrijver. Ze publiceerde gedichten en kort proza in Hollands Maandblad en Tortuca. Bij dit laatste tijdschrift was zij een aantal jaren redacteur. In 2010 was zij een jaar lang medewerker bij Meander Magazine. Momenteel volgt zij een opleiding aan de Schrijversvakschool in Amsterdam.
Gedichten
Signalementen 2016 / 1
Sommigen menen dat de dichtbundel op sterven na dood is. Ze hebben ongelijk: het aanbod zo groot, dat veel bundels onbesproken dreigen te blijven. Daarom zijn we naast ‘Poëzie Kort’ de rubriek ‘Signalementen’ begonnen: zes tot acht nog kortere recensies per keer. In de eerste bespreekt Hans Puper een bundel onder redactie van Peter van Lier, nieuwe poëzie van Bukowski, een graphic poem van Lies van der Gasse naar het gedicht ‘Exodus’ van Hughues C. Pernath en drie andere bundels.
Gedichten
Leger, de debuutbundel van Mieke van Zonneveld, verschijnt in januari bij De Bezige Bij. Gedichten over de breekbare scheidslijn tussen liefde en eenzaamheid, ziekte en gezondheid, geloof en wanhoop, en over het verlangen te worden ingebed. In Meander alvast drie gedichten uit deze bundel.
Max Greyson - Waanzin went niet
‘Waanzin went niet’ is het debuut van Max Greyson. Hij is dichter, prozaschrijver en, zoals hij zelf zegt, spoken word performer. Recensent Eric van Loo: ‘Van veel gedichten vermoed ik, dat ze het beter op het podium doen dan op papier. Greyson gebruikt vaak binnenrijm als springplank voor associaties. Misschien leuk om te volgen als je in de zaal zit, maar niet altijd tegen herlezing bestand.’
Gedichten
'De bundel lezen brengt misschien soelaas!'
Tijl Nuyts (1993) studeerde Engelse en Spaanse taal- en letterkunde en westerse literatuur. Er verschenen korte verhalen, gedichten en essays van hem in onder meer Deus ex Machina, Kluger Hans, DW B, Streven, Oikos, Romaneske, Mvslim.com, Gierik & NVT. Bij uitgeverij Polis verschijnt in januari 2017 zijn eerste gedichtenbundel Anagrammen van een blote keizer.
Mark Meekers - Bodemloos blauw
Mark Meekers is na Hugo Claus de meest bekroonde dichter van Vlaanderen. Daarnaast is hij beeldend kunstenaar. In beide hoedanigheden is hij geobsedeerd door Marc Chagall. In ‘Bodemloos blauw’ beschrijft hij in 86 gedichten de levensloop van de schilder en becommentarieert hij zijn werk. Recensent Hans Franse: ‘Ik vind het een grootse poging om vanuit een grote liefde voor, kennis van en zelfs op sommige punten identificatie met Chagall een dergelijk consistent werk te schrijven.’
Gedichten
Willem Tjebbe Oostenbrink (Grijpskerk, 1963) dicht in het Westerkwartiers (West-Gronings) en in het Nederlands. Volgend jaar verschijnt zijn nieuwe bundel met gedichten, waaruit in Meander een gedicht. En een gedicht komt uit zijn eerste bundel, Opdreugde troanen .
Poëzie Kort 2016 / 11
In POËZIE KORT 11 recenseren Eric van Loo, Lennert Ras en Hans Puper de bundels ‘Vel’ van Maarten Embrechts, ‘Woon ik hier’ van Jos Versteegen, ‘Plots hel het werd. Jacobus van Looy en de Battle of the Somme’ onder redactie van Geert Buelens en ‘De geschiedenis van zand’ van Amarantha Groen.
Kate Schlingemann en Marjon Zomer winnen tweede ronde Meander Dichtersprijs 2017
De tweede van de Meander Dichtersprijs 2017 is gewonnen door Kate Schlingemann (1958) en Marjon Zomer (1972). Zij zijn nu kanshebber op de Meander Dichtersprijs 2017, die in het voorjaar wordt uitgereikt.
Winnende gedichten
Met deze gedichten wonnen Kate Schlingemann en Marjon Zomer de tweede ronde van de Meander Dichtersprijs 2017.
Jef Blancke en Joke van Leeuwen - Aangeraakt
‘Aangeraakt’ is een bundel met schilderijen van Jef Blancke en woorden van Joke van Leeuwen. Recensent Johan Reijmerink: 'Het breekbare van veel portretten krijgt een adequaat poëtische lading mee. De teksten hebben de portretten nodig om een bedding te vinden. De portretten van Blancke winnen aan zeggingskracht door de rake duidingen van Van Leeuwen. De begeleidende teksten getuigen van een verreikende inleving in het gedachte- en gevoelsleven van de geportretteerden.'
Gedichten
'Niet Sacha Landkroon staat te twijfelen aan de oever van de grote zee'
Sacha Landkroon (Groningen, 1984) is een poëtische ontdekkingsreiziger. Zijn debuutbundel Terra Incognita verschijnt na het winnen van het Hendrik de Vriesstipendium. In de bundel verkent hij de grenzen van zijn eigen wereldbeeld. Zijn eigen ontwikkeling tot volwassen individu beschrijft hij als een denkbeeldige queeste door verschillende werelden.
Ilja Leonard Pfeijffer - De Nederlandse poëzie van de twintigste en eenentwintigste eeuw in 1000 en enige gedichten
Komrij heeft een opvolger van formaat. Zijn bloemlezing kun je zonder overdrijving De Dikke Pfeijffer noemen. Hij heeft een geheel eigen selectie gemaakt uit respect voor Komrij: een eigenzinnig bloemlezer volg je niet zomaar na. Dat maakt ‘De Nederlandse poëzie van de twintigste en eenentwintigste eeuw in 1000 en enige gedichten’ tot een imposante en bij tijd en wijle ook amusante bloemlezing. Een recensie door Hans Puper.
Klassieker 207: C.O. Jellema - De toren van Snelson
Wie door de beeldentuin van het Kröller-Müller Museum loopt, kan zomaar oog in oog komen te staan met een indrukwekkend en raadselachtig bouwwerk: 'Needle Tower II' van Kenneth Snelson. Een bijzondere constructie van metalen buizen en staaldraad, die de wet van de zwaartekracht lijkt te tarten. Ook de dichter Jellema was onder de indruk van dit bouwwerk. Het gedicht dat hij erover schreef, heeft eveneens iets raadselachtigs: het geeft zich niet na eerste lezing prijs. Jan Buijsse reikt ons de helpende hand.
Gedichten
Het voelde echt als een noodzaak om het woord de kans te geven
Aly Freije won in 2008 de Freudenthal-prijs, publiceerde in 2009 een Groningstalige bundel Wondpoeier en debuteerde dit jaar nog een keer, nu met Door het vanggat in het Nederlands.
Paul van Ostaijen - Music-Hall
Honderd jaar geleden beleefde Vlaanderen een literaire aardschok, gevolgd door een van storm van verontwaardiging: Paul van Ostaijen, een dichter van nauwelijks twintig jaar, debuteerde met de bundel ‘Music-Hall’, over het uitgaansleven in Antwerpen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Matthijs de Ridder bezorgde een mooie jublileumuitgave, waarin hij vijf nog niet eerder gepubliceerde gedichten opnam. In zijn nawoord gaat hij onder andere in op de poëtische ontwikkeling van de dichter tot aan de verschijning van zijn debuut. Een recensie van Paul Roelofsen.
H.C. ten Berge - Splendor
Licht speelde altijd al een belangrijke rol in de poëzie van H.C. ten Berge (winterlicht in sneeuwlandschappen bijvoorbeeld), maar in ‘Splendor’ toont hij zich een waar luminist. Zijn bundel fonkelt als een diamant. De gedichten zijn glashelder, geladen en ieder woord heeft een maximale werking in klank, ritme en betekenis. Deze bundel kun je niet ongelezen laten. Een recensie van Hans Puper.
Gedichten
Nog vijf gedichten die de aandacht trokken tussen de inzendingen in de eerste ronde van de Meander Dichtersprijs 2017. Van Bert Struyvé, Nico W. Pot, Robin Wim Hutse, Irene Schoenmacker en Hester van Beers .
Martijn Benders - Lippenspook
De nieuwe bundel van Martijn Benders, Lippenspook, heeft een ongeremdheid die zijn poëzie spannend en aantrekkelijk maakt, maar soms ook afstotelijk en vervreemdend is. Benders is eigenzinnig en we kunnen nog veel van hem verwachten. Welke kant het op zal gaan, blijft nog ongewis. Een recensie van Johan Reijmerink.