Klassieker 104: H.A. Gomperts – Côte d’Azur
Ivan Sacharov behandelt in zijn eerste bijdrage aan de Klassiekers ‘Côte d’Azur’ van H.A. Gomperts. Dit gedicht verdient wat hem betreft een plaatsje op het ere-podium.
Ivan Sacharov behandelt in zijn eerste bijdrage aan de Klassiekers ‘Côte d’Azur’ van H.A. Gomperts. Dit gedicht verdient wat hem betreft een plaatsje op het ere-podium.
Karin Doornik bespreekt ‘Brood op de wereld’ van Guillaume van der Graft. Al heeft de dichter zelf het gedicht kennelijk niet willen bewaren, het sprak haar direct aan, autonoom, zonder de kennis van eventuele thematische samenhang met ander werk of van de biografie van de dichter. Het was met name de klankrijkdom van de eerste strofe die haar meteen opviel.
In extra afleveringen willen we af en toe, mede afhankelijk van de respons, aandacht gaan besteden aan ouder werk. Als eerste waagt Joop Leibbrand zich aan een gedicht van Constantijn Huygens, geschreven in 1634. Niet schrikken van het zeventiende-eeuwse Nederlands, het is toegankelijker dan op het eerste gezicht misschien lijkt.
Uit Enquists vierde bundel in vijf jaar tijd, koos Lambert Wierenga ‘Ineens’. Een somber gedicht, concludeert hij, maar daarmee gaan we wel opgewekt het volgende honderdtal in.
De honderdste Klassieker moest een bijzondere aflevering worden: passend in de serie besprekingen van interessante gedichten van na 1880, maar naar onderwerpkeuze en behandeling opvallend. Met ‘Panta rhei’ van Hans Kloos diende zich een belangwekkende eigentijdse tekst aan met duidelijk ‘klassieke’ elementen. Rutger H. Cornets de Groot vond er de uitdaging in tot het schrijven van een uitvoerige, diepgaande analyse.