Interviews
Drie gedichten van Marja van der Veen
Marja van der Veen (1945) publiceerde tot nu toe drie dichtbundels in eigen beheer: Buitensporig, Ik wil je lezen en Soms droom ik van Bach. Sinds 2005 is ze lid van de Groningse poëziewerkgroep WP99, een vruchtbare samenwerking met Atze van Wieren en vijf andere dichters, die onder meer de dichtbundel Van liefde en koude min (Monnier, 2009) heeft opgeleverd. Ze leest graag voor uit eigen werk, heeft onder andere opgetreden in het Prinsentheater en werd verkozen tot Dichteres van de maand bij Dichtclub Marleen in Groningen. Samen met kunstenares Bianca van Schaik maakt ze gedichten op kleurrijke posters.
Dezelfde luikjes in je hoofd
Dit jaar verscheen bij uitgeverij Passage in Groningen de signaalrode bundel Wat u? van Irene Wiersma. Het is haar poëziedebuut, waarbij behalve de gedichten ook de illustraties van haar hand zijn. Irene Wiersma (1985), die ook animaties maakt, is als creatief multitalent in het Groningse al langer bekend als singer-songwriter onder de naam Flux.
Overwinning van hoop op onverschilligheid
Poëzie als een excuus
Vincent van Meenen (1989) studeert Woordkunst aan het Conservatorium van Antwerpen. Hij publiceerde onder meer poëzie op de website van de Contrabas. Recent won hij een poetry slam tijdens het Kunstenfestival Watou, wat hem de titel 'Gevonden Dichter van 2011' opleverde. Daarnaast is Vincent van Meenen redacteur van Karkas.
Jana Beranová: Bedankt, Rotterdam
Onlangs verscheen bij uitgeverij De Geus Werkboek, een bloemlezing van de beste gedichten van Jana Beranová. Sander de Vaan had een mailgesprek met haar over dit boek en haar werk voor Amnesty International.
De titel van je verzamelbundel wekt de suggestie dat jer er lang aan hebt gewerkt. Klopt dat?
De titel snijdt aan twee kanten. Ik wilde geen verzamelwerk maken van mijn reeds verschenen bundels, maar een leesboek. Een poëzieleesboek zonder chronologische volgorde, zodat er een nieuw boek zou ontstaan. Ik wilde oude en recente gedichten onverwachte verbanden laten aangaan.
Drie gedichten van Sasha Popowycz
De betekenis van poëzie valt voor Sasha Popowycz (1981) moeilijk in woorden te vatten. Toch kan hij er wel iets over zeggen: 'In poëzie duikt de taal op in haar gedaante van saboteur: ze stuurt het verloop van de tijd in de war'. En daardoor ontstaan onvoorziene mogelijkheden voor de stem, het hoofd en de waarneming.
Eerder publiceerde deze in Brussel gevestigde dichter al in Het Liegend Konijn, De Poëziekrant en De Brakke Hond. Hij treedt regelmatig op bij De Sprekende Ezels, een bekend open podium voor muziek en poëzie in Brussel. Daarnaast schrijft hij ultrakorte verhalen en vertaalt hij poëzie, zowel zelfstandig als met het Gentse Collectief van Poëzievertalers.
Poëzie als steun in de rug
Myrte Leffring (1973) is gezien haar opleiding en haar huidige professie gegrepen door uiteenlopende facetten van taal: ze studeerde vertaalwetenschap en is tegenwoordig actief als dichter en redacteur. Daarnaast geeft zij poëzieworkshops en treedt zij op in een eigen literair en muzikaal programma. Meander sprak met haar.
’s Werelds grootste Nobelprijsverliezer
De Argentijn Jorge Luís Borges (Buenos Aires, 1899-1986) is waarschijnlijk de bekendste Nobelprijsverliezer. Hoewel het Nobelcomité nooit uitsluitsel heeft gegeven, heeft het er alle schijn van dat Borges de prijs om politieke redenen is misgelopen.
Borges, de man van de ingenieuze korte verhalen, de doorwrochte gedichten en de scherpzinnige essays, de man ook die talloze andere schrijvers en dichters diepgaand inspireerde, had geen hoge pet op van de linkse wereldverbeteraars die in de jaren zestig en zeventig in Argentinië actief waren, en al helemaal niet van de Montoneros, de radicale guerrillabeweging die in die tijd met bommen en vuurwapens de ‘reactionaire’ vijand bestreed.
Een haat-liefdeverhouding met poëzie
Wibo Kosters publiceerde gedichten in onder meer Op Ruwe Planken, LxBxH, De Brakke Hond en Krakatau. Kosters maakte indruk tijdens de finale van het NK Poetry Slam 2010, waar hij de tweede ronde haalde. Hij trad ook op tijdens de Parade (2009 en 2010) en bij de slamnight van de Nacht van de Poëzie.
Naar eigen zeggen heeft hij een haat-liefdeverhouding met poëzie. ‘Ik vind veel poëzie maanziek gezever,’ schreef hij ons. Hij kent een handvol dichters die hem echt raken. Waarom hij dan toch poëzie schrijft? Juist om die reden: ‘Uiteindelijk probeer ik te schrijven wat ik niet ergens lees, dat gat voor mezelf te vullen.’
Dat doet Kosters met de ingrediënten popcultuur, ironie, nostalgie en lull