Meandermagazine
Tjeerd van de Laar
Tjeerd van de Laar schuift en puzzelt op de grens van proza en poëzie maar is er wel een grens? Het schrijven is voor hem een manier om bij ervaringen stil te staan en ze te laten stollen zodat hij ze later ‘beter’ kan herinneren. Zijn werk gaat over veel meer dan wat er staat.
Twee korte recensies
Maurice Broere bespreekt vandaag twee bundels. Van Jozef Deleu de bundel: 'het paard van mijn vader, miniaturen' en van Rinske Kegel het bundeltje: 'zo stil mogelijk frituren'. In de bundel van Deleu vindt hij veel wijsheid op de vierkante millimeter en over het bundeltje van Kegel zegt hij: 'Jammer dat de bundel zo’n beperkte omvang heeft, want de poëzie van Kegel smaakt zeker naar meer'.

Interview Geert De Kockere
‘Haiku is niet alleen literatuur, het is ook een levenswijze.’ Net daarom vindt Geert De Kockere het plezier dat je eraan beleeft zo ontzettend belangrijk. Je gemoed wordt er lichter van, je leven luchtiger. Daarom deze wijsheid over haiku, die hij hier en nu bedenkt: Eerst lichter, dan dichter. Jeanine Hoedemakers in gesprek over bevlogenheid, poëzie voor kinderen, originaliteit en spiritualiteit.
Piet Gerbrandy - Niet zonder geritsel
Jan van Gulik stelt in zijn eerste bespreking voor Meander dat het meest prominente thema van de bundel ‘Niet zonder geritsel’ van Piet Gerbrandy, de verhouding betreft tussen de mens en de natuur. ‘Verbeelding en verwondering zijn twee belangrijke begrippen om in acht te nemen. De dichter acht dat het mechanische de overhand neemt en brengt daarom het bezielde onder de aandacht door middel van geëngageerde poëzie vol natuurmetaforen.’

Désirée-Christine van Blitterswijk
Désirée-Christine van Blitterswijk analyseert dromen en slaat een brug tussen taal en onaangekondigde beeldstromen. De meeste gedichten komen in de nacht tot leven met zinnen als ‘leven dat uit mij stroomt is / een eindeloze zee’ of ‘het huis je zelfgesponnen baarmoeder’. Ze ziet ‘een smeltende ijsberg onder het avondrood’ en ‘stampt met blote voeten de wereld aan.’

Henk van der Waal - De letterkast van het onvoltooide
De ondermijning van de taal zoals Maurice Blanchot dat voorstaat, is wat Henk van der Waal in ‘De letterkast van het onvoltooide’ nadrukkelijk aan ons voorhoudt, volgens Johan Reijmerink: ‘De slag tegen het meervoudige, het dubbelzinnige, het oplossen in beelden, ervaringen, associaties en betekenisverschuivingen is de zwakte en kracht van deze poëzie. Er ontbreekt principieel in deze poëzie alle houvast en standvastigheid. Deze dichter wil in de taal blijven en er voortdurend weer uitstappen.’