Meandermagazine
Poëzie of proza?
De ten onrechte minst bekende Tachtiger, de Limburger Frans Erens (1853 – 1935) schreef schetsen die hij aanvankelijk ‘Gedichten in proza’ noemde. Hij onderhield goede contacten met Stéphane Mallarmé en de naturalist Émile Zola. Beiden waren van belang voor zijn literaire opvattingen.
De meicolumn van Hans Puper.
Klassieker 261 : Babs Gons – Polyglot
Herbert Mouwen bespreekt 'Polyglot' van 'spoken word'-dichter Babs Gons. Een gedicht waarin je de verwondering, verontrusting, verrassing en verontwaardiging hoort over de strijd die je moet voeren om aanvaard te worden met het lichaam en de huid waarmee je geboren wordt.
Elly de Waard - Meestal tussen bomen
In de twintigste dichtbundel van Elly de Waard, ‘Meestal tussen bomen’, vindt recensent Herbert Mouwen gedichten die traditioneel en zelfs klassiek van vorm zijn, maar weinig verrassend te noemen zijn. ‘De bundel van De Waard is zeker de moeite van het lezen waard, al zal de kritiek van lezers kunnen zijn dat de thematiek van haar gedichten niet vernieuwend is en dat deze geen aansluiting vindt bij de poëzie van deze tijd.’
Een zwak voor rekenen én taal
Marjolein Kool werd door Nico Scheepmaker eens de ‘Annie M.G. Schmidt van de jaren negentig’ genoemd. Ze schrijft lichtvoetige gedichten in vaste versvormen. Hierin komen haar beide disciplines samen. Een gebonden vers is in wezen een reken-denk-vraagstuk waarin je lettergrepen telt, metra kloppend maakt en rijmschema’s volgt. Inge Boulonois sprak met haar.
Wendela de Vos – Niet mijn huis
Aan de bundel ‘Niet mijn huis’ van Wendela de Vos ligt een persoonlijke geschiedenis ten grondslag. Het handelt om het huis van haar moeder in Frankrijk waar zij jarenlang de zomers doorbracht. Paul Roelofsen is zelf bekend met het hebben van een huis in Frankrijk en vindt de inhoud van de bundel een feest van herkenning met poëtische hoogtepunten. Hij noemt het: ‘een ontroerende bundel’.
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (45)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? De medewerkers van Meander zijn achtereenvolgens serieus, speels, poëtisch, humoristisch, streng, onderhoudend, kort, (iets) te lang, verlegen, duidelijk, zeker, geërgerd, motiverend, vluchtig of vragend. Het vijfenveertigste antwoord komt van Marc Tiefenthal.