Meandermagazine
"De Poëzie bestaat niet, toch?"
In de serie ‘gesprekken met Meandermedewerkers’ het tweeëndertigste gesprek, met Mirthe Smeets waarin ze vertelt hoe ze in groep 3 bij het leren schrijven al de wens had een eigen schrift te vullen met verhalen. Taal is soms een wondermiddel. Van haar interviews leert ze de wereld op een andere manier te bekijken. Het hoeft niet allemaal begrijpelijk te zijn
Jidi Majia - Ik schrijf omdat ik een toeval ben
Recensent Hettie Marzak bespreekt de bundel ‘Ik schrijf omdat ik een toeval ben’ van de Chinese dichter Jidi Majia, samengesteld en vertaald door Silvia Marijnissen. ‘Een bundel met vrij eenvoudige gedichten, zonder veel stijlfiguren, maar fris en sprankelend als een bergstroom die ontspringt uit een eeuwenoude bron, die een ander, maar niet minder weids poëtisch uitzicht biedt dan we gewend zijn.’
Christophe Vansteeland
Christophe Vansteeland “kijkt als een kind met twee ogen dicht.” Dat levert gedichten op met prachtige beelden van het onderweg zijn, het kind-zijn of een vrouw onder de douche. Ze kust ons voorhoofd maar we blijven alleen. Zoals de dichter voelen we de samenhang maar ook de eenzaamheid, de treurnis en het zon-gele, het licht van de vroege en de laatste uren.
Paul Demets – Het web van omtrek
‘Het web van omtrek’ is een ode aan kunstenaar Roger Raveel, een belangrijke dichtbundel in het oeuvre van Paul Demets en heeft alles in zich om een klassieke bundel te worden volgens Herbert Mouwen. ‘Het is niet altijd gemakkelijke, maar wel boeiende poëzie. Het is eigenlijk niet te bevatten dat deze bundel met 49 titelloze gedichten zolang onbereikbaar is geweest voor een groot lezerspubliek.’
De tuin van de vergeten vruchten
In Italië heeft Hans Franse een boekenkast vol met uitnodigende titels en schrijvers. Via Arthur Japin komt hij dit keer bij Tonino Guerra, scenarioschrijver voor onder andere Fellini, in het stadje Pennabilli, in de Marche. Dat betekent een wandeling door velden vol gele zomerbloemen, een bisschoppelijk paleis, een muur met gevelstenen (‘het toevluchtsoord van de verlaten madonna’s’), en tuinen vol vergeten vruchten.
Klassieker 250: Nico Slothouwer – De man en zijn huis
Dirk Rodenburg bespreekt 'De man en zijn huis', het eerste gedicht uit de debuutbundel van Nico Slothouwer uit 1985. Een dichter die direct de boel op scherp zet met een programmatische eerste regel en met parlando lichtvoetigheid veel zaken aanroert. Maar er is meer stilistisch taalvernuft te ontdekken in dit ultracompact gedicht.