Meandermagazine
Shabnam Baqhiri
Schrijven met een bepaalde urgentie, welke dichter voelt dat niet zo, maar naast je eigen stem ook die van anderen te laten horen is voor Shabnam Baqhiri van levensbelang. Haar maatschappij-kritische toon zoekt nog een vorm, past zich elke dag opnieuw aan, hoeft ook niet mooi te zijn zolang ze de betekenis maar niet verliest.
Daniël Vis – Het weefsel
Peter Vermaat rekent ‘Het weefsel’ van Daniël Vis tot de zogenoemde filosofische poëzie. Maar binnen dit genre vormt het een positieve uitzondering: ‘Een ogenschijnlijk zachte stem die met een scherpe tong het scalpel in je dagelijkse ervaring van de werkelijkheid blijkt te hebben gezet.’ Tegenover de mythe van een kleine mens die door een groot opperwezen in een onbegrijpelijke en ongrijpbare wereld geplaatst is stelt Vis een nieuwe mythe: ‘die van de mens die met de taal zijn eigen omtrek uitbeitelt uit de ervaren werkelijkheid.’
"Alle techniek is de basis voor iets moois."
In de serie ‘gesprekken met Meandermedewerkers’ het zesentwintigste gesprek, met Jan Runhardt. Als je jezelf een ongevaarlijk hobbyhacker noemt is dat dan net zoiets als een creatief techneut? Deze altijd geduldige webmaster weet beide zaken in ieder geval aan de leek uit te leggen, desnoods in een gedicht. Dat komt door zijn band met Meander!
Philippe Cailliau - Omtrek van water
Marc Bruynseraede heeft genoten van de bundel ‘Omtrek van water’ van Philippe Cailliau: ‘Als je zoiets fluïde en archetypisch als water tracht te vatten, betekent dit voor Cailliau’s poëzie zoiets als finaal thuiskomen. Zijn taal toont dat overvloedig aan. Maar meer dan zee, dan water, is er de verkenning van de taal en van het innerlijk. Het rijke taalgebruik straalt speelse lenigheid uit. De toon is ook rustiger geworden dan in de voorgaande bundels.’
Astrid Arns
Nieuw en bijzonder werk van Astrid Arns. Een prachtige zin als ‘Taal is het speelgoed dat we kennen, maar hij zwijgt’ of ‘Taal is geen kleefkruid maar verbroken verbinding’. Laaf u aan haar betekenis, gooi met haar een steen in de vijver en voel de rimpeling.
Roelof ten Napel – In het vlees
‘In het vlees’ van Roelof ten Napel is een lijvige bundel. Het kostte Paul Roelofsen wat moeite om er in te komen, al was het maar omdat de 140(!) genummerde sonnetten uit het eerste deel op willekeurige volgorde door elkaar staan. Het tweede deel, ‘Het uitschot: Iskariot’, is een indrukwekkende monoloog waarin de dichter zich vereenzelvigt met Judas. ‘Deze poëzie vraagt een overmaat aan geduld, toewijding en concentratie.’ Maar de moeite loont: ‘Intense poëzie van de buitencategorie die boeit, woelt, tergt en niet loslaat.’