Meandermagazine
Michelle Andon
Michelle Andon zegt haar schrijfinspiratie als een soort magie te beschouwen die buiten haar menselijke aard plaatsvindt, ze is dankbaar dat ze die kracht af en toe mag gebruiken. Dat maakt haar gedichten soms heftig, soms zacht maar altijd persoonlijk. Beelden van een stad, de natuur, een relatie, de dichter zelf.
Guus Middag - De wereld is weer plat, ja
Guus Middag besprak twintig afzonderlijke gedichten in ‘De wereld is weer plat, ja’. Hans Puper: ‘Ik heb zijn stukken met plezier gelezen: hij is enthousiast, kundig, creatief – een lezer moet een gedicht herscheppen – en ze zijn open genoeg om mee te denken en eventueel tot andere conclusies te komen.’
"Het schrijven is mijn invulling van het ‘goede leven’ van Aristoteles"
In de serie 'gesprekken met Meandermedewerkers' het zeventiende gesprek, met recensent Kamiel Choi. Een goed gedicht betekent voor hem dat de lezer ook na een aantal keer herlezen uitroept ‘hier wil ik iets mee!’ Hoewel hij op flinke afstand woont, is hij mede door het werk voor Meander, goed bekend met de Nederlandse dichterswereld. Meander is daarbinnen een prima podium, stelt hij.
Janine Jongsma - Gewoon logisch
Paul Roelofsen recenseerde het debuut ‘Gewoon logisch’ van Janine Jongsma. De kwaliteit is wisselend: ‘De gedichten blijven boeien maar het niveau van het openingsgedicht wordt op uitzonderingen na niet meer gehaald.’ Maar toch: ‘Een debuutbundel, waar talent en schrijfplezier vanaf spatten en die benieuwd maakt hoe een en ander zich gaat ontwikkelen.’
Eddy Geerlings
Beeldend geschreven, in eigenzinnige en originele taal, schept Eddy Geerlings zijn eigen toneel. Beschouwingen over leven en dood, alledaagse gevallen uit heden en verleden, ongemakkelijke situaties, relaties, lief en leed, hij rijgt ze aaneen met een haast en gretigheid, in ernst en met humor.
Bert Van Raemdonck – Hier raken we mij kwijt
Bert Van Raemdonck confronteert de lezer met de toenemende stupiditeit van onze kleinburgerlijke maatschappij, als we de achterflap mogen geloven. Ivan Sacharov ervaart het lezen van zijn gedichten –misschien wel alle poëzie– als een kat- en muisspel tussen dichter en lezer. Een intrigerend spel. ‘Hier raken we mij kwijt’ biedt voldoende aanknopingspunten, de beelden van de dichter roepen een treffend beeld op van het huidige tijdsgewricht: ‘Alles moet als vanzelf gaan, maar we mogen er geen gevaar bij lopen.’