LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Recensies

Gerlinde Weze - zijKant
Gerlinde Weze - zijKant
In de bundel met de aparte titel ‘zijKant’ van Gerlinde Weze treft Paul Roelofsen gedichten aan die veelal persoonlijk zijn, maar nergens sentimenteel worden. Het gezin neemt een grote plaats in. Hij concludeert: ‘Een bundel, waarin men prachtige poëzie aantreft, meestal toegankelijk en herkenbaar, en met diepe gronden.’
Rainer Maria Rilke - Het boek der beelden - Das Buch der Bilder
Rainer Maria Rilke - Het boek der beelden - Das Buch der Bilder
Peter Vermaat boog zich over ‘Het boek der beelden - Das Buch der Bilder’ van Rainer Maria Rilke, in de vertaling van Gerard Kessels. In deze bundel staan een groot aantal van Rilkes mooiste en beroemdste gedichten. Vermaat richt zich op de vertaling en de kenmerken ervan. Hij begrijpt dat Kessels de muzikale toon van het origineel overeind heeft gehouden door gebruik te maken van rijm en klankherhaling. Hij toont daarnaast aan dat dit soort principiële keuzes altijd consequenties hebben.
Egbert Rietveld - Dichter bij verwondering
Egbert Rietveld - Dichter bij verwondering
Het is logisch dat Egbert Rietveld -als predikant- dicht over God en liefde in ‘Dichter bij verwondering’. Tom Veys merkt op dat hij dit doet in toegankelijk taal en dat de dichter authentiek aan het woord is. ‘De korte versstructuur, het helder talige en vaak de herhaling van een beginzin zijn enkele kenmerken van de schrijfstijl van Egbert Rietveld. De enjambementen in de korte verzen zijn goed uitgewerkt.’
Bloemlezing - Een stolp van stilte
Bloemlezing - Een stolp van stilte
In de bloemlezing ‘Een stolp van stilte’ zijn 100 haibuns samengesteld door Luc Barbé. Jeanine Hoedemakers bespreekt de bundel en legt uit wat een haibun is: ‘Een haibun is proza afgewisseld met een of meerdere haiku’s. Als een haibun geslaagd is dan lees je dat terug. Proza en gedicht vullen elkaar aan. Er ontstaat een wisselwerking, waardoor een diepere, andere kijk op het geheel ontstaat.’
Daniël Dee - Steeds weer dat schommelend gemoed
Daniël Dee - Steeds weer dat schommelend gemoed
Jan van Gulik bespreekt ‘Steeds weer dat schommelend gemoed’, de nieuwe bundel van Daniël Dee. Hij zegt erover: ‘Dee schuwt het taboe niet. De smerigheid en geilheid klinken door zijn gedichten, meestal door een verbitterde en verouderde ik-figuur die smacht naar een ommekeer. Terug naar een tijd waarin de vrouwen aan zijn voeten lagen. De ongenuanceerde en concrete taal van de dichter maakt hem eerlijk, geloofwaardig.’ Dee wordt dit jaar vijftig, zou hij last hebben van een midlifecrisis?
Hans Claus - Tegenwijzerzin
Hans Claus - Tegenwijzerzin
Hans Claus neemt, nu hij met pensioen is, afscheid van zijn loopbaan als gevangenisdirecteur met de bundel ‘Tegenwijzerzin’. Hierin toont hij de misstanden van het gevangeniswezen aan. Hettie Marzak merkt op dat ‘de gedichten woede en mededogen tegelijk behelzen’ en zegt dat de dichter dit doet in ‘treffende beelden die je niet meer van je netvlies afkrijgt.’
Wijnt van Asselt - Egelmeisje
Wijnt van Asselt - Egelmeisje
In de debuutbundel ‘Egelmeisje’ van Wijnt van Asselt staat de titel voor het alterego van de dichter, volgens Maurice Broere. Hij zegt erover: ‘Ik denk dat de defensieve kant van de egel belangrijk is in dit verband, door je zo min mogelijk kwetsbaar op te stellen, blijf je een soort buitenstaander en lijken emotionele gevoelens op een afstand te staan.’ Het is wel storend dat de titel te veel opduikt in de bundel.
Bernard Wesseling – Ontkrachtingen en affirmaties
Bernard Wesseling – Ontkrachtingen en affirmaties
Hans Puper: ‘In ‘Ontkrachtingen en affirmaties’ maakt Bernard Wesseling een tussenbalans op van zijn leven. Hij leidt die in met het gedicht ‘Aan mijn oudere zelf’, dat voorafgaat aan de twee afdelingen van de bundel. Geen gefantaseerde terugblik van een ouder naar een jonger ik, maar een vooruitblik, een brief van de jongere aan de oudere. (…) Die ongebruikelijke vorm maakt iets wat voor de hand ligt tot iets bijzonders – dat is een van de dingen waar Wesseling heel goed in is.’
Geert Zomer – Wolfjelief en de windsoldaten
Geert Zomer – Wolfjelief en de windsoldaten
Paul Roelofsen vindt in ‘Wolfjelief en de windsoldaten’ van Geert Zomer, uiteraard de wolf en de wind, maar ook een dichter die vol op orgel gaat. Er is een onstuimige liefde voor de muzen, een licht godsdienstige tendens en de Griekse mythologie komt voorbij. Ook is er plek voor dromerij en beschouwing. Roelofsen noemt het ‘een bijzonder aangename en warme bundel’.