LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Recensies

Annel de Noré – Exit
Annel de Noré – Exit
Maurice Broere mist een verdeling van afdelingen in de debuutbundel ‘Exit’ van Annel de Noré. Verder zegt hij: ‘Debutanten willen het vaak te mooi doen en laten zien wat ze allemaal kunnen, maar vaak is dat toch een heilloze weg. Belangrijk is het los te komen van de wereld van rijm en ritme en het eigen ritme te zoeken. Het mooist in deze bundel vind ik de verzen die los van conventies zijn.’
Kamiel & Miru Choi - In onze rivier
Kamiel & Miru Choi - In onze rivier
Herbert Mouwen bespreekt ‘In onze rivier’: ‘De bundel van Kamiel & Miru Choi heeft een speels karakter, toont aantrekkelijke vormen van taalspel en bevat veelvuldig een serieuze inhoud die kinderen aan het denken zet. De gedichten zijn voorzien van kleurrijke illustraties, die passen in de wereld van jonge kinderen. Een gezamenlijke stroom gedichten en illustraties van vader en dochter, die dartel kronkelt door het kinderpoëzielandschap en daar onbekommerd zijn weg zoekt.’
Wim Meyles - Drie maal daags een vers
Wim Meyles - Drie maal daags een vers
Een recensie van Inge Boulonois: ''Het kan niet anders: de nieuwe bundel van Wim Meyles is, evenals de voorgaande, op heerlijk lichtvoetige leest geschoeid. In 'Driemaal daags een vers' trakteert hij lezers op smakelijke humor en aanstekelijke taalspielerei. Bovendien giet hij zijn metrisch perfecte verzen in een breed spectrum van versvormen.''
Bloemlezing - Gedichten van het nieuwe millennium
Bloemlezing - Gedichten van het nieuwe millennium
‘Gedichten van het nieuwe millennium’ onder redactie van Jeroen Dera en Carl De Strycker wil geen canon van de 21e – eeuwse poëzie zijn. Hettie Marzak genoot in ieder geval van deze bloemlezing: ‘Het is een bonte verzameling geworden van klassieke en moderne gedichten, van bekende dichters en debutanten. Naast elk gedicht is een beschouwing van een ervaren criticus opgenomen. Het maakt niet uit wat je kiest, het is een heerlijke bundel om je in te verdiepen en te verliezen.’
Sasja Janssen - Virgula
Sasja Janssen - Virgula
Johan Reijmerink over ‘Virgula’ van Sasja Janssen: ‘Met het laten uitwaaieren van haar visioenen weet Janssen een uniek spectrum aan beelden en woorden op te roepen.’ Hij vindt het een intrigerende bundel, maar deze ‘zou met zijn intuïtieve werveling van associaties aan kracht winnen als het denken meer overwicht zou hebben over het wanen.’
Frans August Brocatus - Sanguines
Frans August Brocatus - Sanguines
Wim Platvoet bespreekt de bundel ‘Sanguines’ van Frans August Brocatus: ‘’In deze dichtbundel worden emotioneel geladen herinneringen, bijna uitsluitend van een ‘hij’ aan een ‘zij’, op een afstandelijke, objectiverende manier beschreven, waarbij de hij zelf vrijwel altijd het onderwerp van de handelingen is. Deze tot in het uiterste doorgedreven objectivering schept voor de lezer van deze gedichten een zekere afstandelijkheid.’’
Jit Narain - Een mensenkind in niemandsland
Jit Narain - Een mensenkind in niemandsland
Ivan Sacharov vindt de bundel ‘Een mensenkind in niemandsland’ van Jit Narain een absolute aanrader: ‘Boeiend hoe deze dichter telkens weer terugkomt op het verleden en daar zijn zin in zoekt (en vindt)! Het heden legt het af tegen het verleden. Het verleden waar een mens zijn wortels heeft, en waarvan de dichter een taal in leven houdt. Maar omgekeerd houdt deze taal (het Sarnámi) de dichter ook in leven. Hij ontleent er zijn bestaansrecht aan!’
Hans Warren - Grafkrans
Hans Warren - Grafkrans
Hans Warren schreef ‘Grafkrans’, acht sonnetten naar aanleiding van de dood van zijn moeder. Ze werden nooit gepubliceerd, maar wel in Warrens nalatenschap teruggevonden en nu alsnog gepubliceerd. Herbert Mouwen: ‘De gedichten zijn ook voor de tijd waarin ze ontstonden traditioneel van opzet. Zoals bij Hans Warren te verwachten valt, speelt de natuur een centrale rol. De gedichten zijn bevolkt met allerlei soorten vogels en bloemen.’
Claude van de Berge - Gebed tot de leegte
Claude van de Berge - Gebed tot de leegte
Johan Reijmerink verdiept zich in ‘Gebed tot de leegte’ van Claude van de Berge: ‘Ik zou Van de Berge op grond van zijn eerdere bundels, maar zeker ook na lezing van deze nieuwe bundel een hogepriester van de seculiere taalmystiek willen noemen. Hij identificeert zich met, wenst op te gaan in leegte en stilte en weet zich omarmd door een oneindige eindigheid. In de poëzie ligt voor hem de sleutel tot het ontsluieren van het geheim dat achter de taal ligt.’