LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Recensies

Marjoleine de Vos - Hoe verschillig
Marjoleine de Vos - Hoe verschillig
‘Hoe verschillig’ is de vijfde bundel van Marjoleine de Vos, vol met warme en fijnzinnige poëzie in de herkenbare stijl van De Vos. Janine Jongsma: ‘Het lijkt alsof - terwijl ze schrijft – zij een hink-stap-sprong maakt in haar hoofd waardoor haar poëzie wint aan gelaagdheid. Ze hinkt vanuit een gedachte het gedicht binnen, stapt rond in die gedachte en neemt dan een sprong waardoor de lezer in een (verrassende) wending wordt meegenomen.’
Roland Jooris - Vertakkingen
Roland Jooris - Vertakkingen
Hoewel Peter Vermaat het vakmanschap van Roland Jooris in de bundel ‘Vertakkingen’ onderkent, mist hij de suggestie waarmee de taal het onzegbare oproept: ‘De poëzie van Jooris is graatmager, gevild en ontvleesd, uiteindelijk uitgebeende schraalte. Ondanks de titel is er geen enkele sprake van vertakkingen, integendeel.'
Bloemlezing - Dichter bij HB
Bloemlezing - Dichter bij HB
Recensent Maurice Broere vindt in de met zorg vormgegeven bundel ‘Dichter bij HB’, uitgegeven door het Instituut voor Hoogbegaafdheid bij Volwassenen, vijftig gedichten die naar vorm en inhoud ongelijk zijn van kwaliteit: ‘literair gezien is het spelden zoeken in een hooiberg' en: 'Hoogbegaafdheid is geen garantie voor de productie van goede poëzie.' Toch ziet hij gelukkig ook enkele mooie verzen met universele thema's en identificatiemogelijkheden voor iedere lezer.
David Troch - voor jou wou ik een huis zijn
David Troch - voor jou wou ik een huis zijn
Hettie Marzak heeft genoten van David Trochs vijfde bundel ‘voor jou wou ik een huis zijn’ waarin alle gedichten bestaan uit eenletttergrepige woorden: ‘Troch jongleert met de taal in elk gedicht, gebruikt archaïsche uitdrukkingen en Vlaams idioom door elkaar, en vlecht op soepele wijze een nieuwe betekenislaag door zijn zinnen. Dan eens vrolijk, dan weer knarsetandend, geeft elk gedicht blijk van geconcentreerd vakmanschap. David Troch speelt met eenlettergrepige woorden als Paganini op zijn ene snaar: virtuoos.’
Piet Gerbrandy - Ontbinding
Piet Gerbrandy - Ontbinding
Johan Reijmerink over de complexe, exuberante bundel ‘Ontbinding’ van Piet Gerbrandy: ‘Hij presenteert het als een innerlijke reis waarin hij zich tracht vrij te maken van alles wat hem in de hedendaagse werkelijkheid bindt, vastzet, opeist, fascineert, ontmenselijkt en weghoudt bij zijn bestemming een dichter te zijn en zich volledig open te stellen voor zijn dromen. Zijn wellustig dichterschap is voor hem ontbinden en terugkeren naar de bron van zijn later zijn.’
Rogier de Jong - Seinpost
Rogier de Jong - Seinpost
Peter Vermaat bespreekt de bundel ‘Seinpost’ van Rogier de Jong: ‘De dichter die met zijn dichtbundel een lichtbundel laat schijnen op zijn omgeving, kan door diezelfde lichtbundel met al zijn hebben en houden, zijn neigingen, angsten en liefde, in de felle schijnwerper en het volle licht van de lezer worden gevangen.’
Rodaan Al Galidi en Maud Vanhauwaert – Samen Alt’hope
Rodaan Al Galidi en Maud Vanhauwaert – Samen Alt’hope
Paul Roelofsen boog zich over het Poëziegeschenk van dit jaar: ‘Samen Al t’hope’ van Rodaan Al Galidi en Maud Vanhauwaert. Hij vindt het een geschenk dat lucht geeft: ‘In deze tijd van onrust en zwaarmoedigheid zal dit collector’s item door zijn speelse toon door velen ongetwijfeld als een baken van verlichting worden ervaren. Dank daarvoor.’
Harriët Ooijman / Martin Knaapen - etgras
Harriët Ooijman / Martin Knaapen - etgras
De eerste associatie die Kamiel Choi had bij de bundel ‘etgras’ van Harriët Ooijman en Martin Knaapen was; rust. ‘’We zien grasvormige inktstrepen. Het zijn afdrukken van etgras, dat is het voedzame jonge gras dat opkomt na het maaien. ‘etgras’ is een mooi minimalistisch uitgegeven kunstwerkje met een aantal dichtregels die kunnen beklijven, en een door zijn ingetogenheid unieke ode aan de vervlogen twintigeeuwse counterculture’’
Jozef Deleu - Nieuw Groot Verzenboek
Jozef Deleu - Nieuw Groot Verzenboek
Marc Bruynseraede boog zich over het ‘Nieuw Groot Verzenboek’, samengesteld door Jozef Deleu: ‘Deze bloemlezing die, over de eeuwen heen, het puik van de Nederlandstalige dichtkunst bundelt, is een Feest van de taal; een festijn van wat met taal mogelijk is.’ En welke bloemlezingen kunnen zich meten met deze ‘knots van een bloemlezing’?