Recensies
Jan Baeke - Die onvermijdelijkheden
‘Die onvermijdelijkheden’ is de tiende bundel van Jan Baeke. Op de omslag staat een foto van een halfvol (halfleeg?) glas met ijsblokjes dat kantelt op de rand van een tafel. Er is nog iets wat opvalt: de bladzijden voor het titelblad en na de aantekeningen zijn zwart en voor de derde afdeling staat er ook een. Bij elkaar lijkt dat weinig goeds te beloven, zegt Hans Puper.

Sara Eelen - Kratermond
In ‘Kratermond’ verkent Sara Eelen hoe onze gewelddadige omgang met de natuur zich spiegelt in onze onderlinge relaties. Op de achterflap staat vermeld dat Eelen een drijvende kracht is achter de Klimaatdichters. Peter Vermaat geeft aan dat je met die boodschap het risico loopt van enkelvoudig gerichte interpreteerbaarheid, wat ten koste gaat van de ambivalentie van taal. Maar uiteindelijk ‘eiste de taal de plaats op die haar toekomt’. Een longread.
Steve Marreyt - Onwelvaart
Marc Bruynseraede bespreekt het debuut ‘Onwelvaart’ van Steve Marreyt. Het is hem wel duidelijk: ‘Deze poëzie heeft een rekening te vereffenen. Ze rekent af met de al dan niet lege portemonnee, het graaierige bankwezen, de gulzige geldzucht en het bezit dat eigenlijk geen bezit is, maar hoogstens een beetje slijm. Maar slijm, waar toch hartstochtelijk naar verlangd wordt.’
Ingmar Heytze - Postkamer
Johan Reijmerink zegt over ‘Postkamer’, de nieuwe bundel van Ingmar Heytze: ‘Als je de briefgedichten leest, hoor je Heytze spreken. Zijn licht ironische voordracht begeleidt zijn teksten ongevraagd.’ Reijmerink noemt hem een wervelende taalvirtuoos. De dichter schrijft brieven aan mensen, zaken, dingen en begrippen in de buitenwereld. ‘Heytze is in deze bundel opnieuw in staat gebleken vele akkoorden, toonaarden en stemmingen aan te raken.’ Een longread.

Mark van Tongele - Zonnewater
In de laatste bundel van Mark van Tongele is het thema de verschillende fases van innerlijke bewustwording. Iris van de Wetering constateert: ‘’De bundel ‘Zonnewater’ beweegt zich als een etherische stroom door deze fasen heen. De titels vangen de kern van haar poëtische alchemie: de fluïde overgang van het vluchtige naar het blijvende, van de duisternis naar het licht.’’

Charles Ducal - Tijd voor vrede
Peter Vermaat bespreekt in een longread de bundel ‘Tijd voor vrede’ van Charles Ducal: ‘’Dit is poëzie, een taal ‘waarin men valt en vallen blijft’ zonder te hopen ooit op de bodem terecht te komen, waarin je bij iedere gewijzigde lichtval weer andere pigmenten ontwaart en herkent en waarin je tussen al het andere steeds iets van blijvende waarde vindt.’’

Kris Lauwereys - Neerwaarts verzet
Hans Franse noemt ‘Neerwaarts verzet’ van Kris Lauwereys een uiterst virtuoos debuut: ‘Het is een bundel die uitdrukkelijk de lezer bij het complot betrekt en uitdaagt te lezen wat hij leest en te vinden en te verklaren wat hij vindt, met schijnbare tegenstellingen en meerdere mededelingen en boodschappen tegelijkertijd. De lezer moet zich actief opstellen. Het is een verrassend debuut vanwege de rijpheid en de perfectie van de poëzie.’

Lucienne Stassaert – Souvenirs V
Lucienne Stassaert (1936) is op alle vlakken van de kunst een grande dame. In ’Souvenirs V’, wisselen haar bedenkingen en gedichten elkaar af. Marc Bruynseraede ziet veel onderwerpen en herinneringen voorbijkomen: ‘Met een niet te blussen ijver gaat Lucienne Stassaert door, met het notuleren van haar leven, te midden van mensen, poezen, maatschappelijke gebeurtenissen, muziek, schilderkunst en poëzie.’

Bloemlezing - maar geen bestemming
Hettie Marzak vraagt zich af of de gedichten in de bloemlezing ‘maar geen bestemming – gedichten over de oude dag’, wel zo goed gekozen zijn: ‘De teneur is er toch een van gelatenheid en berusting, waar toch ook felheid en opstand, verzet tegen de ouderdom een plaats hadden kunnen krijgen, een viering van het leven die nu ontbreekt.’