LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Recensies

Bloemlezing - Een stolp van stilte
Bloemlezing - Een stolp van stilte
In de bloemlezing ‘Een stolp van stilte’ zijn 100 haibuns samengesteld door Luc Barbé. Jeanine Hoedemakers bespreekt de bundel en legt uit wat een haibun is: ‘Een haibun is proza afgewisseld met een of meerdere haiku’s. Als een haibun geslaagd is dan lees je dat terug. Proza en gedicht vullen elkaar aan. Er ontstaat een wisselwerking, waardoor een diepere, andere kijk op het geheel ontstaat.’
Daniël Dee - Steeds weer dat schommelend gemoed
Daniël Dee - Steeds weer dat schommelend gemoed
Jan van Gulik bespreekt ‘Steeds weer dat schommelend gemoed’, de nieuwe bundel van Daniël Dee. Hij zegt erover: ‘Dee schuwt het taboe niet. De smerigheid en geilheid klinken door zijn gedichten, meestal door een verbitterde en verouderde ik-figuur die smacht naar een ommekeer. Terug naar een tijd waarin de vrouwen aan zijn voeten lagen. De ongenuanceerde en concrete taal van de dichter maakt hem eerlijk, geloofwaardig.’ Dee wordt dit jaar vijftig, zou hij last hebben van een midlifecrisis?
Hans Claus - Tegenwijzerzin
Hans Claus - Tegenwijzerzin
Hans Claus neemt, nu hij met pensioen is, afscheid van zijn loopbaan als gevangenisdirecteur met de bundel ‘Tegenwijzerzin’. Hierin toont hij de misstanden van het gevangeniswezen aan. Hettie Marzak merkt op dat ‘de gedichten woede en mededogen tegelijk behelzen’ en zegt dat de dichter dit doet in ‘treffende beelden die je niet meer van je netvlies afkrijgt.’
Wijnt van Asselt - Egelmeisje
Wijnt van Asselt - Egelmeisje
In de debuutbundel ‘Egelmeisje’ van Wijnt van Asselt staat de titel voor het alterego van de dichter, volgens Maurice Broere. Hij zegt erover: ‘Ik denk dat de defensieve kant van de egel belangrijk is in dit verband, door je zo min mogelijk kwetsbaar op te stellen, blijf je een soort buitenstaander en lijken emotionele gevoelens op een afstand te staan.’ Het is wel storend dat de titel te veel opduikt in de bundel.
Bernard Wesseling – Ontkrachtingen en affirmaties
Bernard Wesseling – Ontkrachtingen en affirmaties
Hans Puper: ‘In ‘Ontkrachtingen en affirmaties’ maakt Bernard Wesseling een tussenbalans op van zijn leven. Hij leidt die in met het gedicht ‘Aan mijn oudere zelf’, dat voorafgaat aan de twee afdelingen van de bundel. Geen gefantaseerde terugblik van een ouder naar een jonger ik, maar een vooruitblik, een brief van de jongere aan de oudere. (…) Die ongebruikelijke vorm maakt iets wat voor de hand ligt tot iets bijzonders – dat is een van de dingen waar Wesseling heel goed in is.’
Geert Zomer – Wolfjelief en de windsoldaten
Geert Zomer – Wolfjelief en de windsoldaten
Paul Roelofsen vindt in ‘Wolfjelief en de windsoldaten’ van Geert Zomer, uiteraard de wolf en de wind, maar ook een dichter die vol op orgel gaat. Er is een onstuimige liefde voor de muzen, een licht godsdienstige tendens en de Griekse mythologie komt voorbij. Ook is er plek voor dromerij en beschouwing. Roelofsen noemt het ‘een bijzonder aangename en warme bundel’.
Pieter Sierdsma - Onderweg
Pieter Sierdsma - Onderweg
De nieuwe bundel van Pieter Sierdsma gaat erover om het leven als een reis vol verwondering te beschouwen en heeft als titel ‘Onderweg.’ Ivan Sacharov merkt op: ‘’In het groot begrijpen we het wel. Maar dat ook in het kleine, in het schijnbaar onbenullige, bijna onmerkbare, het leven voorbij gaat, vergeten we meestal. Als archivaris van ‘het bijna ongemerkte’, is Sierdsma een ster.’’
Geert Jan Beeckman - Archipel
Geert Jan Beeckman - Archipel
In de bundel ‘Archipel’ van Geert Jan Beeckman lezen we in diverse cycli over de eilanden van de mens die samen de archipel vormen van het bestaansbesef van de dichter. Onno-Sven Tromp komt pareltjes van regels tegen, maar vindt ook dat het bespelen van het bombastische register door Beeckman wel wat minder mag. 'Wanneer hij zijn poëzie wat minder verheven en juist wat aardser laat zijn, zal dat voor de lezer een verademing zijn.'
Anne-Marijke Claeys - Meer licht
Anne-Marijke Claeys - Meer licht
Jeroen van Wijk is niet onder de indruk van de tweede bundel van Anne-Marijke Claeys. ‘’In een goed gedicht verdwijnt de dichter tot op zekere hoogte achter het gedicht, maar in de bundel ‘Meer licht’ is de dichter te vaak op voorgrond aanwezig waardoor er aan het einde van het lezen weinig memorabel overblijft.’’