LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Recensies

Heldenleven - Jan Vanriet
Heldenleven - Jan Vanriet
'Heldenleven’ is de bundel van Jan Vanriet. Met gedichten en gouaches brengt hij zijn jeugd tot leven. Recensent Hans Franse vindt het een sieraad voor zijn boekenkast: ''Deze mooi verzorgde bundel is ‘meer dan een praatje met een plaatje’, veel meer zelfs, al was het alleen maar door de kwaliteit van het beeld, maar ik had graag een geïntegreerd kunstwerk gezien waarin de poëzie met louter poëtische middelen een meer autonome rol zou hebben naast de even zelfstandige gouaches.’’
Willem van Toorn - De dagen
Willem van Toorn - De dagen
Hans Puper vindt ‘De dagen’ van Willem van Toorn een bundel die ertoe doet: ‘In de stijl en inhoud herken je de begaafde schrijver van korte verhalen: de gedichten zijn anekdotisch en hebben een sterke samenhang. (…) De laatste jaren van het leven, herinneringen die actueel blijven en de dood vormen de overheersende thematiek in de bundel, altijd in samenhang met een hartstochtelijke liefde voor het leven.’
Diverse dichters - Rebelse sonnetten
Diverse dichters - Rebelse sonnetten
De Boekenweek 2020 stond in het teken van rebellie. En dat is precies wat volgens recensent Ivan Sacharov gebeurt in de bundel ‘Rebelse sonnetten’: ‘’In de vorm van een sonnet natuurlijk, of iets dat daarop lijkt. Want dat is misschien waar ‘de rebellie’ van deze dichters zich nog het meest in manifesteert: in hun afwijken van de vertrouwde regels van het sonnet. Kwaliteit creëert zijn eigen norm en vorm. Dat maakt ‘vorm’ niet per se onbelangrijk, maar wel vrijwel nutteloos als maatstaf voor kwaliteit.’’
Remko Koplamp - De held van Labbertong
Remko Koplamp - De held van Labbertong
Vorm en inhoud samen maken een gedicht. Maar wat gebeurt er als je de teugels van de vorm uiterst strak aanhaalt? Hoe ver kan een dichter formele regels aanscherpen zonder dat dit de inhoud van een gedicht geweld aan doet? Dat vroeg recensent Inge Boulonois zich af bij de lectuur van 'De held van Labbertong en andere letterkundige verzen'. Behoorlijk ver, bewijst Remko Koplamp. Deze dichter beschikt over een enorme spitsvondigheid in taal en tovert ondanks strenge restricties geestige light verse te voorschijn.
Poëzie Kort - 2020 / 4
Poëzie Kort - 2020 / 4
In de vierde Poëzie Kort van dit jaar bespreken we vier bundels: Bloemlezing – ‘Geen vliegtuig trekt zijn streep’ (Janine Jongsma) Henny Vrienten – ‘De een is de ander niet’ (Eric van Loo) Kate Tempest – ‘Hold your own’ (Janine Jongsma) Jeanet van Omme – ‘Wees geen vreemde’ (Janine Jongsma)
Alfred Schaffer - Wie was ik. Strafregels
Alfred Schaffer - Wie was ik. Strafregels
Johan Reijmerink bespreekt ‘Wie was ik. Strafregels’ van Alfred Schaffer: ‘Door de hele bundel klinkt de stem van een vaardig dichter die in een rijke schakering aan beelden, situaties en invalshoeken oproept om in te zien dat we allen op zoek zijn naar erkenning en bestaansrecht. Herinneringen brengen hem telkens weer terug bij waar hij vandaan kwam. Het blijft voorlopig bij impromptu’s van een vreemdeling die blijft vragen om gelijkwaardigheid in een land dat zich nog niet voldoende bewust is van het onrecht.’
Marjon Zomer - Niemandslanddagen
Marjon Zomer - Niemandslanddagen
De bundel ‘Niemandslanddagen’ van Marjon Zomer is geschreven gedurende een depressie waardoor de gedichten doordrenkt zijn van zwaarmoedige gevoelens en eenzaamheid. Recensent Maurice Broere: ‘Niemandslanddagen’ is een aansprekende bundel over een onderwerp waar toch wel een zeker taboe op rust. Marjon Zomer neemt de lezer mee in een donkere periode waar het licht maar spaarzaam doordringt.’
Johan van Cauwenberghe – Wat blijft is de rivier
Johan van Cauwenberghe – Wat blijft is de rivier
In de bloemlezing ‘Wat blijft is de rivier’ van Johan Cauwenberghe is werk opgenomen uit alle elf de bundels, maar helaas ontbreken alle afbeeldingen. Recensent Hettie Marzak vindt dat er genoeg te genieten valt: ‘Naarmate het dichterschap van Van Cauwenberghe zich ontwikkelt, wordt zijn poëzie vernuftiger met dubbele betekenissen en veel verwijzingen naar de Klassieke Oudheid en de wereldliteratuur. De latere gedichten zijn erudiet en hermetisch: er is heel wat intellectuele bagage nodig om ze te doorgronden.’
Lucas Hirsch - Wu wei eet een ei
Lucas Hirsch - Wu wei eet een ei
Recensent Peter Vermaat duikt in het taoïstische gedachtegoed met ‘Wu wei eet een ei’ van Lucas Hirsch: ‘In de tweede afdeling proef ik het meeste vlees en bloed. In de vele dubbele betekenissen lees ik de poëzie die Hirsch elders in de bundel hartgrondig zegt te willen vermijden, de klankherhaling in de prozazinnen doen de bezweringen opstijgen die aangrijpen wat niet meer tastbaar is, zodat de klankschaal van nog onhoorbaar laag tot niet meer hoorbaar hoog wordt aangewend om het spectrum van zichtbaar tot onzichtbaar te evoceren.’