Gedichten
Tania Alegria
ZELFS LACHEN DOET PIJN
Die droefheid is zelfs niet behandelbaar.
Als endogene en kwaadaardige cel
sticht ze wisselvalligheden in mijn uren,
slaat in mijn aders, ondergronds,
bij het pompen van de systole van de tijd
om de gang der dagen vooruit te duwen.
Ik weet niet wanneer ze kwam, niet hoe, niet vanwaar,
of iemand ze met de hand tot aan mijn oevers bracht;
de jaren die aan hun juk zijn gebonden sleepten haar mee
of ze kwam op haar voeten, geslepen en hebzuchtig,
meegesleurd door de gal van mijn stigma’s.
Zeker is dat de voorkant van de klokken primeert
en het touw rond mijn nek snoert
met haar ogen van afgrond,
haar handen van metaaldraad.
Onder haar beheer doet zelfs lachen pijn.
(Vertaling Fa Claes)