Odette van Kempen
Wachtkamer
wij- drie musketiers in spe-strijders
begeven ons naar een plek
waar we zachter dan het zwaard kunnen blijven
daar drinken we- overmatig- thee
dat zich laat druipen-over rooibos-tongen
vanuit een schuurpapieren luchtigheid
we kijken hoe de buurman losse kruimels raapt
vanonder hordeurwimpers, over tafel schaatst
langs lezerijen-en afgekloven nagelbedden
-op zoek naar nieuws- en wat onaangedane tijd
we zien kauwgum- met de tanden er nog aan
dat zich kleeft aan de net gemoduleerde stoelen
tussen afgeveegde vingers-en een bosje fronzen
vinden we- in handzaam strooibiljet
een nummer -dat kan leiden tot ons eigen hulpbeleid
we blazen ons gedrieën nog wat op
waarbij we grote delen van de lucht beslaan
met een gedeeld en daarmee sterk verlangen.
soms raken we een glimp van andere helden
laten vreemde blikken –zonder weg te zien-
onwennig schurken tegen onze naakt gespierde wangen