LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Archief

Hedwig Selles - IJzerbijt
Hedwig Selles - IJzerbijt
Hedwig Selles is een dichteres met een geheel eigen toon. Haar gedichten zijn grillig en niet altijd makkelijk te volgen, maar ritmisch zijn ze geweldig en ze voelen ondanks alles logisch aan. Je zult Selles dan ook niet gauw betrappen op spitsvondigheden, effectbejag of moeilijkdoenerij. Integendeel, de gedichten in IJzerbijt maken de indruk dat ze bewust van alle franje ontdaan zijn. Een bijzondere bundel, concludeert Bouke Vlierhuis.
Klassieker 125: Geert van Istendael - Spade
Klassieker 125: Geert van Istendael - Spade
'Spade' van Geert van Istendael is voor Wilma van den Akker een oergedicht: "Poëziezomer Watou, september 2002. In een boerenschuur vol hooi staat een spade tegen de muur. Er hangt een gedicht; het klinkt ook uit een speaker. 'Spade' van Geert van Istendael komt zo optimaal bij mij binnen. En ik raak het niet meer kwijt."
'Wie ben ik?'
'Wie ben ik?'
Chrétien Breukers blies de befaamde Windroosreeks nieuw leven in. Hij begon een weblog dat uitgroeide tot een van de meest bezochte poëziesites van het Nederlandse taalgebied. Hij startte een uitgeverij, maakte een bloemlezing van Nederlandstalige poëzie tussen 1980-2005 en schreef een boek over hoe je dichter kunt worden. Als dichter heeft hij meerdere bundels op zijn naam staan. Meander interviewt hem over zijn laatste bundel, Gysbert Japicx bezoekt het drielandenpunt.
'Ik ben het gelukkigst als mijn broer mompelt: niet slecht'
'Ik ben het gelukkigst als mijn broer mompelt: niet slecht'
Steven Mortier is geboren in Gent in 1975. Hij groeide op in Hansbeke en woonde in het voormalige klooster. Dat gebouw fungeerde als parochiaal centrum waarvan zijn ouders de conciërges waren. Die omgeving had invloed op zijn leven en zijn poëzie. Inmiddels is Mortier naar Gent verhuisd, waar hij nog altijd woont met vrouw en kinderen. Sinds 2004 werkt hij voor het Agentschap Ruimtelijke ordening en Onroerend erfgoed Vlaanderen. In dit Meandernummer debuteert hij met zijn poëzie.
Gedichten
Gedichten
Chrétien Breukers Bezoek aan het geboortehuis van C. B. Hier werd mijn jonge vriend geboren! Met schroom deed ik de voordeur van het slot. Het huis stond leeg. Rollend pluisstof. Zonder woorden was toen mijn gebed. Om mij heen werden de muren broos. Buitenlucht scheen er doorheen. Stemmen fluisterden mij verzen in. Klaagtaal over tijd die te beginnen stond: eeuwen waar mijn vriend geen weet van had.
Dat wat ontbreekt
Dat wat ontbreekt
Jurre van den Berg (Thesinge, 1986) debuteerde dit voorjaar officieel met de dichtbundel Binnenvaart bij Uitgeverij Passage in een nieuwe reeks die bestaat uit werk van winnaars, jong literair talent, van het Hendrik de Vries-stipendium. Van den Berg heeft net zijn studie Sociologie afgerond aan de universiteit van Groningen, waar hij in het collegejaar 2005-2006 huisdichter was, en is redactielid bij Doe Maar Dicht Maar.
Gedichten
Gedichten
Steven Mortier ademtocht stapvoets drijf ik asfaltopwaarts – altijd asfaltopwaarts ik ben een watergeest. iets dat vloeit althans. (haperend, maar toch) wist u dat licht kan stollen? we noemen het schaduw maar eigenlijk is dat dus gestold licht. het is een uitstekend bouwmateriaal, het beste. overdag hangt Sint-Anna met haar oksels in krukken. ze staat - maar niet erg vast. ’s nachts draagt ze een harnas. is ze een oorlogsbodem. steeds paraat – nimmer uitvarend. aan haar voeten langs mij heen buitelen bultruggen. u moet weten dat bultruggen zich uitsluitend bij regen in de stad vertonen. snel, geruisloos en altijd per fiets zeldzaam zijn ze niet, maar je moet ze
Gedichten
Gedichten
Jurre van den Berg VOOR HET VERTREK Er is een lijst gemaakt met plaatsen en tijden van aankomst. Als we de kinderen een lepel jenever hebben gegeven kan er gesproken worden over wat in diepe zakken te bewaren, wat we achterlaten waar onze pijngrenzen liggen. We wegen de bagage vijlen onze nagels poetsen tanden zacht vragen de cartograaf de kaart nog één maal uit te leggen terwijl we onze vingers vlijen aan het voeteneinde van hoogtelijnen.
Charles Ducal - Toegedekt met een liedje
Charles Ducal - Toegedekt met een liedje
In Toegedekt met een liedje, de nieuwste bundel van Charles Ducal, is een dichter aan het woord die in grote vrijmoedigheid een bijna maximale openheid betracht in zijn zelfbeschouwing en reflectie op de wereld, die daarbij het doen van allerlei apodictische uitspraken niet schuwt, maar tegelijkertijd zeer behoedzaam en terughoudend is en letterlijk toedekt. Volgens Joop Leibbrand leidt het tot poëzie die even vanzelfsprekend als dwingend is en in de behandeling van de 'grote' onderwerpen liefde, seksualiteit, de dood en de poëzie zelf volstrekt overtuigend.
Rien Vroegindeweij - Later wordt alles echter
Rien Vroegindeweij - Later wordt alles echter
Gerrit Komrij - Bombast en larie
Gerrit Komrij - Bombast en larie
Gedichten
Gedichten
Eric van Hoof Het Plein der Leegte I (Grebbelinie) Er huizen woorden in deze steen, maar geen mens, geen dier die hier alleen loopt te zoeken naar een naam. Er speelt wind op deze vlakte. Dit stuk afstervend beton ingeklemd tussen muren die groen uitgeslagen kalmte voelen. Er zijn planten die kleven, kleine dieren die daarvan leven en kinderen die beven bij de verhalen van kogelgaten. Een persoon rent, hapt vissen van stilte, die smachten naar vocht, als sluizen die wachten op water tussen liniedijken. Water, ja water vormt dit om tot een Grebbelinie, tot een plein van leegte. Maar bovenal is er stilte, sssst, de wind waait als de wereld draait en de linie onverander
Leesbare doorvoeldheid
Leesbare doorvoeldheid
Michiel van Rooij verafschuwt hermetische poëzie en schrijft daarom toegankelijke gedichten die de kloof tussen auteur en lezer proberen te dichten. Hij werd al opgemerkt door Gerrit Komrij en vervolgt zijn poëziecarrière binnenkort bij uitgeverij Van Gennep. Meander sprak met deze levensgenieter, die voordragen als een noodzakelijk kwaad lijkt te beschouwen en verknocht is aan papier.
Gedichten
Gedichten
Michiel van Rooij Zachte dwang Voor S Liefde steelt stiekem je leven. Het rooft je oude stellingen leeg, immers niet meer nodig. Het laat je opnieuw kennis maken met jezelf. Met een verbeterde versie ervan. Dit is liefde: een sluipend dier. Een man die zich angstig achter een hoek verschuilt. Het slissen van de penpunt over het papier. Jij bent het gestaag volraken van de lijnen. Zoals de liefde met zachte dwang je wezen overneemt. Jij je behoedzaam in mij wringt. Langzaam je leven vol laat druppelen, totdat je denkt dat je haast niet meer bestaat, en als liefde over de rand van jezelf vloeit.
Gedichten
Gedichten
Heinrich Heine Ich weiß nicht was soll es bedeuten, Daß ich so traurig bin; Ein Märchen aus alten Zeiten, Das kommt mir nicht aus den Sinn. Die Luft is kühl und es dunkelt. Und ruhig fließt der Rhein; Der Gipfel des Berges funkelt Im Abendsonnenschein. Die schönste Jungfrau sitzet Dort oben wunderbar; Ihr goldnes Geschmeide blitzet, Sie kämmt ihr goldenes Haar. (...) * Ik weet niet wat toch de reden Is dat ik zo treurig ben; Een sprookje van lang geleden, Dat maalt maar steeds door mijn brein. De lucht is koel en het donkert. En rustig stroomt de Rijn; Zie hoe de bergtop flonkert In de laatste zonneschijn. De schone jonkvrouw zit er Daarboven stralend bij, Haar
Heinrich Heine omvangrijk vertaald
Heinrich Heine omvangrijk vertaald
Onlangs verscheen Duitsland, een wintersprookje en andere gedichten van Heinrich Heine (1797–1856) in een Nederlandse vertaling. Meandermedewerker Joris Lenstra las het lijvige boekwerk van bijna achthonderd pagina's met een kritische bril en selecteerde een aantal gedichten voor Wereldpoëzie.

Nieuwe gedichten van Eric van Hoof
Nieuwe gedichten van Eric van Hoof
Klassieker 126: Martinus Nijhoff - Verwachtingen en haren eenmaal grijs
Klassieker 126: Martinus Nijhoff - Verwachtingen en haren eenmaal grijs
Bettine Siertsema bespreekt het sonnet over een trambestuurder, het derde in de reeks van acht sonnetten ‘Voor dag en dauw’ die Martinus Nijhoff in 1936 publiceerde. De tramrit door de nog stille stad doet de bestuurder denken aan de solitaire schaatstochten die hij vroeger maakte. En plots is daar een heel bijzondere, vreemde smeekbede.
Gedichten
Gedichten
Milo de Angelis I Quando su un volto desiderato si scorge il segno di troppe stagioni e una vena troppo scura si prolunga nella stanza, quando le incisioni della vita giungono in folla e il sangue rallenta dentro i polsi che abbiamo stretto fino all’alba, allora non è solo lì che la grande corrente si ferma, allora è notte, è notte su ogni volto che abbiamo amato. I Wanneer je op een dierbaar gezicht de sporen ziet van teveel voorbije seizoenen en een donkerblauwe ader de kamer verduistert, wanneer de littekens van het leven samenkomen en het bloed trager stroomt door de polsen die wij vasthielden tot het ochtendlicht, dan is het niet alleen daar dat de grote stroom
Beter dan scheurend behang de verbeelding
Beter dan scheurend behang de verbeelding
'Ik groeide op in het land van Maas en Waal, in Batenburg. Niet ver van Nijmegen. Ik vervlocht dat oude, dierbare land met het verhaal van Mariken, en dat weer met het mijne. En zo kregen mijn gedichten een verhalende en soms wat middeleeuwse sfeer, vermoed ik. Dus ja, de naam en die omgeving hebben mijn schrijven wel beïnvloed', vertelt Mariken van de Bovenkamp.
Inspiratie als een onstuimige wind
Inspiratie als een onstuimige wind
Milo De Angelis (Milaan, 1951) wordt beschouwd als een van de grootste hedendaagse dichters in Italië. Met zijn debuut Somiglianze (1976), werd hij op slag bekend. In 2005 verscheen zijn succesvolste bundel, Tema dell’addio, waarin het verlies van zijn vrouw, dichteres Giovanna Sicari, centraal staat. De bundel werd in Italië bekroond met de prestigieuze Premio Viareggio 2005. Antoinette Sisto had een gesprek met hem en selecteerde en vertaalde een aantal gedichten.
Gedichten
Gedichten
Mariken van de Bovenkamp er ligt een lange nacht in mij te slapen ik wek haar niet, wacht tot zij uit zichzelf ontwaakt ik zal haar door de zomer dragen in mijn armen stapelt zij mislukte dromen ik kus de warme, natte krullen op haar wang zo zijn wij voor elkaar geschapen in september leg ik haar onder de bomen zij breekt mijn water met haar eerste blik dan staat zij op, loopt traag de verte in
Juliën Holtrigter - Het feest van de schemer
Juliën Holtrigter - Het feest van de schemer
In Juliën Holtrigters nieuwe bundel Het feest van de schemer is de poëzie zowel qua taal als qua beelden wel van een overweldigende rijkheid, maar zij biedt tegelijk ook weinig houvast. Bouke Vlierhuis moest zich een weg banen door een labyrint van religieuze symbolen, jeugdherinneringen, bespiegelingen op de toestand van de wereld en anekdotiek. Een ontdekkingstocht door het overvolle hoofd van een uiterst originele dichter.
Gedichten
Gedichten
Maarten Das Vrienden Hij boog zich voorover, bebloed maar sereen. De tranen die regenden, veegde Hij af. Hij sprak van een schitterend, louterend vuur. Maar mijn vrienden zien niets dan hout aan een muur.