Dagboek van een redacteur (9)
Schrijver of schrijfster, dichter of dichteres, what’s in a name? Zelfs Google heeft er een mening over, ondervond Eric van Loo.
Schrijver of schrijfster, dichter of dichteres, what’s in a name? Zelfs Google heeft er een mening over, ondervond Eric van Loo.
Nu er in dag- en weekbladen steeds minder recensies verschijnen en er voornamelijk wordt gelezen wat in praatprogramma’s wordt aanbevolen, raken kleine uitgeverijen die het aandurven dichters uit te geven die afwijken van het gemiddelde nog verder uit beeld. Ze verdienen aandacht, zij geven zuurstof aan de poëzie.
De column van Hans Puper.
Columnist Hans Franse wandelt graag, zeker in de voetstappen van kunstenaars, vooral dichters en schrijvers en soms is het niet alleen literair interessant. Vandaag volgen we het spoor van Staring, Jacques Perk, Erich Kästner, zoeken we naar P.C. Hooft en Huygens en naar Vrouwe Italia.
In zijn eerste Meandercolumn denkt Karel Wasch aan een prachtige dood samen met de beste vertaalster van Nederland en de Prins der Dichters maar er was iets serieuzers, de vraag of hij ‘verzen maken een leuke bezigheid’ vindt? Na het antwoord klinkt het ‘Daas jammèr! Ik heb het vervaardigen, uhm van verzen, altijd afschuwelijk gevonden, een vloek! Én… een zegèn.’
Gaat de betere dichter niet ten onder in het peloton van slechte dichters? In ‘Intimiteit onder de melkweg’ nam Herman de Coninck ‘Een pleidooi voor tweederangsdichters’ op. Hij noemt hen vakkundige dichters van wie de gedichten kwalitatief ‘een heel behoorlijk gemiddelde’ hebben, maar bij wie hoogtepunten ontbreken. Columnist Jan Loogman over een tweede, een derde en zo nodig een vierde Ronde van Nederland.