LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Columns

Pernath verbreed
Pernath verbreed
Stefan Polakiewiez schreef een column over de Antwerpse dichter Hugues C. Pernath die in 1961 de Arkprijs van het Vrije Woord kreeg en zei ‘Een prijs bewijst geen talent. Het is een toevallige erkenning door een toevallig aantal mensen die toevallig zijn samengebracht.’ Letterkundigen Herman Teirlinck en Karel Jonckheere en gangmaker bij het Pernath-Fonds, Joris Gerits hierover aan het woord.
Dichter, lezer en criticus
Dichter, lezer en criticus
Over dichters zei Jacques Hamelink: ‘Zoals het grote heimweedier walvis in zijn vet de resten van achterpoten bewaart, zo beschikken wij over een verborgen vleugel’. Een goede lezer beschikt over de andere, alleen samen kunnen zij vliegen. En een bekwaam criticus geeft een helder zicht. De column van Hans Puper.
Hoge verwachtingen
Hoge verwachtingen
Hans Franse heeft hoge verwachtingen van de nieuwe biografie over de Haagse dichter Martinus Nijhoff, gemaakt door biograaf Bart Slijper en te verschijnen voor volgend jaar zomer. Met enig chauvinisme schrijft hij ‘een Haagse dichter’, deze dichter van de vorm die bijna zijn leven lang lid was van de Haagse Kunstkring. Wist u dat Nijhoff aanvankelijk componist wilde worden?
Instagramdichters en dichters op Instagram
Instagramdichters en dichters op Instagram
De derde aflevering over Insta poëzie door Wouter van Heiningen. Zit er verschil tussen Instagramdichters en dichters op Instagram? Hoe verhouden deze twee zich tot elkaar? Uit honderden voorbeelden noemt hij Ester Naomi Perquin, Maud Vanhauwaert en Marieke Lucas Rijneveld. Wie heeft de meeste volgers? En maken Instagramdichters de oversteek naar de ‘op papier uitgegeven poëzie’ steeds vaker?
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (75)
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (75)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? En toch gaan we het iedereen vragen. Het vijfenzeventigste en laatste antwoord komt van Jan van der Vegt.
De Zeeuwse canon (II)
De Zeeuwse canon (II)
Zeeland heeft nogal wat poëten voortgebracht. We hebben al gelezen over (de angst voor) het water, het land en het Zeeuwse licht. In dit tweede deel van de Zeeuwse canon maakt Rogier de Jong weer een kleine selectie. Een persoonlijke maar geen arbitraire keuze. Deze dichters hebben over de Zeeuwse thema’s geschreven op een manier die ver boven NAP uitsteekt.
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (74)
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (74)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? De medewerkers van Meander zijn achtereenvolgens serieus, speels, poëtisch, humoristisch, streng, onderhoudend, kort, (iets) te lang, verlegen, duidelijk, zeker, geërgerd, motiverend, vluchtig of vragend. Het vierenzeventigste antwoord komt van Tom Veys.
Pleidooi voor een goed voornemen
Pleidooi voor een goed voornemen
Houd rekening met de omstandigheden als je goede voornemens formuleert, aldus Jan Loogman. Met Campert en ‘Zondag had ik me voorgesteld / in de hangmat door te brengen’, Vasalis ‘De bus rijdt als een kamer door de nacht’ en Jan van Nijlen ‘Bestijg de trein nooit zonder uw valies met dromen’ , allemaal omdat hij bij Uitgeest met de trein strandde.
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (73)
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (73)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? En toch gaan we het iedereen vragen. Het drieënzeventigste antwoord komt van Katelijne Brouwer.