LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Klassiekers

Meander klassiekers

Besprekingen van de beste gedichten van de bekendste Nederlandse en Vlaamse dichters van na 1880.

Klassieker 232: Benno Barnard – Ode aan Joy
Klassieker 232: Benno Barnard – Ode aan Joy
‘Ode aan Joy’ van Benno Barnard is na eerste lezing een verwarrend gedicht. “Is dit een ode aan zijn vrouw? Wat bezielde Benno Barnard om haar op die manier te bezingen?” Joost Dancet legt deze ode onder de loep, wat leidt tot mooie en verrassende bevindingen.
Klassieker 231: Jannah Loontjens – Geplastificeerd
Klassieker 231: Jannah Loontjens – Geplastificeerd
'Geplastificeerd' is bij uitstek een onpoëtisch woord. Jannah Loontjens stoort zich daar niet aan, en gebruikt het zelfs als titel voor een gedicht. Een bijzonder gedicht, volgens Inge Boulonois. Een klassieker over de moderne mens in een nieuwbouwwijk.
Klassieker 230: Jan Hanlo – De Mus
Klassieker 230: Jan Hanlo – De Mus
Het zou niet goed gaan met de mus in Nederland. In de Nederlandse letteren zingt het beestje er echter lustig op los. Vorig jaar verscheen ‘Mussenlust – de huismus in 50 gedichten en 150 tekeningen van Peter Vos’. Een ereplaats in dit boek viel natuurlijk toe aan ‘De Mus’ van Jan Hanlo. Een omstreden maar inmiddels klassiek geworden gedicht. Jeroen van den Heuvel buigt zich over twintig keer ‘tjielp’.
Klassieker 229: Johnny van Doorn – Een magistrale stralende zon
Klassieker 229: Johnny van Doorn – Een magistrale stralende zon
Ernst Jan Peters neemt ons deze maand mee naar de jaren zestig, naar slam poet avant la lettre Johnny van Doorn. Bijzonder hoe deze Johnny the Selfkicker in de loop der tijd salonfähig geworden is: de stad waarin hij opgroeide vernoemde zelfs een plein en winkelcentrum naar hem. ‘Een magistrale stralende zon’ is ook na een halve eeuw nog oogverblindend. Zowel op papier, als in de video die de lezer aan het eind van de bespreking voorgeschoteld krijgt. LEZEN! KIJKEN!
Klassieker 228: Hugues C. Pernath – Tracht men
Klassieker 228: Hugues C. Pernath – Tracht men
Deze maand een gedicht van Hugues C. Pernath, een van de Vlaamse experimentele dichters die in 1955 met het tijdschrift Gard Sivik het Vlaamse poëzielandschap opschudde. Geen makkelijke dichter, geen makkelijk gedicht. Pernath maakt geen knieval voor de lezer: “Ik schrijf geen poëzie om iets mede te delen. Ik schrijf poëzie om mezelf te ontdekken.” Jan Buijsse helpt ons, om in deze ‘uitdagende poëzie’ iets meer van de schuilweg van deze dichter bloot te leggen.
Klassieker 227: Willem Wilmink – Voorspoken
Klassieker 227: Willem Wilmink – Voorspoken
Bij de naam Willem Wilmink denkt u misschien in eerste instantie aan zijn vele liedjes voor kinderprogramma’s als Sesamstraat en Het Klokhuis. Wilmink heeft echter ook een groot aantal dichtbundels op zijn naam staan, en is goed vertegenwoordigd in de verschillende drukken van de dikke Komrij. Eric van Loo buigt zich over één van zijn bekendere gedichten: ‘Voorspoken’.
Klassieker 226: Peter Verhelst – De dag dat we van de berg afdaalden
Klassieker 226: Peter Verhelst – De dag dat we van de berg afdaalden
Peter Verhelst nam onlangs als eerste winnaar de Sybren Poletprijs in ontvangst. De jury prees hem "als een van de meest veelzijdige Nederlandstalige auteurs” en typeert hem als "een magistrale oeuvrebouwer". Wij prijzen ons gelukkig, dat Joost Dancet deze maand Peter Verhelst nogmaals in het zonnetje zet met een mooie analyse van een van zijn gedichten.
Klassieker 225: Mieke van Zonneveld – Queeste
Klassieker 225: Mieke van Zonneveld – Queeste
Het gedicht ‘Queeste’ van Mieke van Zonneveld werd op 21 juli 2018 op Neerlandistiek.nl gepubliceerd in het kader van Marc van Oostendorps langlopende project ‘Een geschiedenis van het Nederlands in 196 sonnetten’. Geen klassieker in de zin van ‘de tand des tijds doorstaan’. Inge Boulonois was echter direct door dit gedicht gefascineerd. Ze legt voor ons enkele geheimen van dit sonnet bloot. Maar de lezer moet ook zelf aan de slag: het laat ook na herhaalde lezing veel te raden over.
Klassieker 224: P.C. Hooft – Sonnet ‘Mijn lief, mijn lief, mijn lief’
Klassieker 224: P.C. Hooft – Sonnet ‘Mijn lief, mijn lief, mijn lief’
Het sonnet ‘Mijn lief, mijn lief, mijn lief’ is één van de bekendste gedichten van Pieter Corneliszoon Hooft (1581-1647). Al is het maar, omdat de letterkundigen elkaar hierom meermalen in de grijze haren vlogen. René Leverink blaast het stof van de letters, en treft een kunstig en klankrijk gedicht aan, waarmee P.C. Hooft (jawel, van de latere dure winkels) zijn jonge geliefde of in ieder geval zichzelf het hoofd behoorlijk op hol bracht.